Indonesische president moet mensenrechten eindelijk prioriteit geven
Op 21 en 22 april ontvangt de Nederlandse regering president Joko Widodo en de Indonesische ministers van Buitenlandse Zaken en van Handel. Aangezien de mensenrechtenschendingen in Indonesië wijdverbreid en ernstig zijn, is het van groot belang dat belangrijke mensenrechtenkwesties tijdens het bezoek worden besproken.
Voorafgaand aan de presidentsverkiezingen deed Widodo toezeggingen dat hij van de bescherming van mensenrechten een prioriteit zou maken, onder meer door een einde te maken aan de straffeloosheid en de vrijlating van politieke gevangenen. Deze beloften staan in schril contrast met de werkelijkheid. Talloze mensenrechtenschendingen uit het verleden zijn nog steeds niet onderzocht en de daders zijn niet berecht. Ook grijpt president Widodo terug naar de doodstraf als antwoord op drugscriminaliteit en zitten nog tientallen gewetensgevangenen vast. Bovendien wordt de vrijheid van meningsuiting strafrechtelijk ingeperkt.
Doodstraf
De afgelopen jaren is het aantal executies toegenomen. Zo werden er in 2015 veertien mensen geëxecuteerd, onder wie een Nederlands staatsburger en elf andere buitenlanders. Allen waren ter dood veroordeeld vanwege drugshandel, een misdrijf waarvoor de doodstraf volgens internationaal recht niet van toepassing zou mogen zijn. Ook vond er een stijging in het aantal doodvonnissen plaats (46 in 2015 tegenover 6 in 2014), vooral vanwege drugshandel. Momenteel zitten in Indonesië nog 165 mensen in de dodencel, onder wie een Nederlander. Voor 2016 zijn al tien executies aangekondigd.
Veel terdoodveroordeelden zitten vast na een oneerlijk proces. Zo krijgen ze soms geen toegang tot een advocaat en worden bekentenissen afgedwongen door middel van mishandeling. Ook kunnen buitenlandse verdachten vaak geen contact opnemen met hun ambassade of gebruikmaken van een tolk.
Amnesty roept naast een volledige afschaffing van de doodstraf ook op tot de instelling van een onafhankelijk orgaan dat alle opgelegde doodstraffen herziet.
Vrijheid van meningsuiting
Op de Molukken en Papoea, waar onafhankelijkheidsbewegingen actief zijn, wordt de vrijheid van meningsuiting ernstig onderdrukt. Tientallen vreedzame politieke activisten zijn de afgelopen jaren gearresteerd. Momenteel zitten meer dan vijftig mensen vast vanwege hun vreedzame protest of politieke activiteiten. Een van hen is de Molukse leraar Johan Teterissa, die in 2008 tot vijftien jaar celstraf werd veroordeeld voor het tonen van de ‘Benang Raja’-vlag, die symbool staat voor de Molukse onafhankelijkheid.
Amnesty roept de Indonesische autoriteiten op Johan Teterissa en alle overige gewetensgevangenen onmiddellijk vrij te laten.
Straffeloosheid
In de aanloop naar zijn presidentschap kondigde President Widodo onder meer aan een einde te maken aan de straffeloosheid van grootschalige, ernstige schendingen van mensenrechten uit het verleden, zoals de grootschalige schendingen tussen 1965 en 1966. Honderdduizenden mensen verloren daarbij het leven of werden slachtoffer van verdwijning, marteling, mishandeling en verkrachting. Bijna twee jaar na Widodo’s benoeming zijn nabestaanden en mensenrechtenverdedigers hun aanvankelijke optimisme echter kwijt dat de schuldigen onder deze president zullen worden berecht.
Amnesty roept op tot berechting van daders en verantwoordelijken van mensenrechtenschendingen uit het verleden en tot compensatie en herstel voor nabestaanden en slachtoffers.