In twee jaar tijd is er heel veel veranderd
Vandaag twee jaar geleden waren twee journalisten en ik nerveus aan het werk in een hotelkamer in Hongkong. We waren benieuwd hoe de wereld zou reageren op de onthulling dat de Amerikaanse inlichtingendienst NSA (National Security Agency) informatie had vastgelegd over vrijwel elk telefoongesprek in de Verenigde Staten. In de dagen daarop publiceerden deze journalisten en anderen documenten die onthulden dat democratisch gekozen regeringen de privé-activiteiten hadden gevolgd van doodgewone burgers die niets verkeerd hadden gedaan.
Door: Edward Snowden
Binnen enkele dagen reageerde de regering van de Verenigde Staten door me aan te klagen onder spionagewetten uit de Eerste Wereldoorlog. Advocaten waarschuwden de journalisten dat ze arrestatie of dagvaarding riskeerden als ze zouden terugkeren naar de VS. Politici haastten zich onze inspanningen te veroordelen als on-Amerikaans, en zelfs als verraad.
Op momenten was ik stiekem bang dat we onze bevoorrechte levens voor niets op het spel hadden gezet – dat het publiek onverschillig of cynisch zou reageren op de onthullingen.
Nooit eerder was ik zo dankbaar dat ik er zo naast zat.
Twee jaar later is er een heleboel veranderd. In één maand werd het alles doordringende telefoon-afluistersysteem van de NSA door de rechtbank onwettig verklaard en door het Congres afgewezen. Nadat een onderzoek door het Witte Huis had uitgewezen dat met dit systeem nooit één terroristische aanval was voorkomen, heeft nu zelfs de president ⎼ die ooit de gepastheid van het systeem verdedigde en het onthullen ervan bekritiseerde ⎼ bevolen dat het gestopt moet worden.
Dit is de kracht van een geïnformeerde samenleving.
Het beëindigen van de massa-surveillance van private telefoongesprekken onder de Amerikaanse Patriot Act is een historische overwinning voor de rechten van elke burger, en het is eens te meer het bewijs van een verandering in het mondiale bewustzijn. Sinds 2013 hebben Europese instanties soortgelijke wetten en praktijken illegaal verklaard en toekomstige activiteiten beperkt. De Verenigde Naties hebben massa-surveillance tot ondubbelzinnige schending van mensenrechten verklaard. In Latijns Amerika hebben de inspanningen van de inwoners van Brazilië geleid tot de Marco Civil: de eerste internetgrondwet ter wereld. De Raad van Europa zag in dat een geïnformeerde gemeenschap een cruciale rol speelt bij het corrigeren van excessen van regeringen en riep op tot nieuwe wetten die de vervolging van klokkenluiders verhinderen.
Buiten de wetgeving om zijn er zelfs nog sneller stappen vooruit gezet. Technologen hebben onvermoeibaar gewerkt aan beveiliging van de apparaten die ons omringen en aan de taal van het internet zelf. Geheime gebreken in kritieke infrastructuur die werden misbruikt door regeringen om massa-surveillance uit te voeren, zijn opgespoord en gecorrigeerd. Basale technische beveiligingen zoals encryptie – ooit beschouwd als esoterisch en onnodig – worden nu standaard aangeboden in de producten van vooraanstaande bedrijven als Apple. Zij zorgen ervoor dat zelfs als je mobieltje gestolen wordt, je privéleven privé blijft. Zulke structurele technologische veranderingen kunnen fundamentele privacy garanderen over grenzen heen. Daarmee kunnen ze gewone burgers afschermen van willekeurige invoering van anti-privacywetten, zoals die nu over Rusland neerdalen.
Alhoewel er veel vooruitgang is geboekt, blijft het recht op privacy – het fundament van de vrijheden die zijn vastgelegd in de Amerikaanse Grondwet – bedreigd worden door andere programma’s en autoriteiten. Enkele van de meest populaire online diensten blijken te hebben meegewerkt aan de massa-surveillance door de NSA. En technologiebedrijven worden door regeringen van over de hele wereld onder druk gezet om tégen hun consumenten te werken in plaats van vóór hen. Miljarden locatiegegevens en communicatie van mobiele telefoons worden nog steeds onderschept door andere autoriteiten, ongeacht de schuld of onschuld van de betrokkenen. We weten nu dat onze regering met opzet de fundamentele veiligheid van het internet verzwakt met ‘achteringangen’ die privélevens veranderen in open boeken. Metadata die de relaties en interesses van gewone internetgebruikers blootleggen worden nog steeds op historisch grote schaal onderschept en gecontroleerd: terwijl je dit leest, nemen de VS daarvan notitie.
Buiten de VS hebben spionagebepleiters in Australië, Canada en Frankrijk recente tragedies uitgebuit om nieuwe binnendring-bevoegdheden te vergaren, ondanks overweldigend bewijs dat dergelijke bevoegdheden aanvallen niet voorkomen zouden hebben. De Britse minister-president David Cameron mijmerde laatst: ‘Willen we communicatiemiddelen tussen mensen toestaan die we niet kunnen lezen?’ Hij vond snel zijn antwoord: ‘Te lang zijn we een passieve tolerante maatschappij geweest, die tegen haar burgers zei: zolang je je aan de wet houdt, laten we je met rust.’ Aan het begin van dit millennium hebben weinigen kunnen voorspellen dat burgers van ontwikkelde landen snel hun concept van een open gemeenschap zouden moeten verdedigen tegen hun eigen leiders.
Maar de machtsbalans is aan het verschuiven. We zien de opkomst van een naoorlogse generatie die een wereldvisie die gedefinieerd wordt door één tragedie afwijst. Voor het eerst sinds de aanslagen van 11 september zien we de contouren van een politiek die reactie en angst de rug toekeert ten faveure van veerkracht en verstand. Met iedere gewonnen rechtszaak, met iedere aanpassing van de wet, tonen we aan dat feiten overtuigender zijn dan angst. En als samenleving herontdekken we dat de waarde van een recht niet zit in wat het verborgen houdt, maar in wat het beschermt.
Dit opinie-artikel verscheen in The New York Times.
Bekijk het Amnesty-filmpje over massa-surveillance: