‘Ik ben een journalist, ik heb niets strafbaars gedaan’
Als de naam van Aslı Erdoğan en de andere verdachten worden omgeroepen wringen tientallen mensen zich zo snel mogelijk door een smal toegangspoortje. Vrienden, familieleden, journalisten en mijn Turkse collega Ece Milli weten dat ze snel moeten zijn. Ze zijn de afgelopen anderhalf jaar vaker dan ze lief is in de rechtbank van Istanbul geweest en weten dat voor wie treuzelt geen plaats is in de kleine rechtszaal.
Eenmaal binnen ga ik zitten naast een oude vrouw die een van de verdachten handkussen toewerpt. Zijn naam is İnan Kızılkaya en niet lang na het begin van de hoorzitting staat hij, onder toeziend oog van vier bewakers op en spreekt de rechters toe.
‘Ik ben een journalist, ik heb niets stafbaars gedaan en sta volledig achter mijn werk. Turkije is een openluchtgevangenis geworden voor journalisten. Ik wil vrij worden gelaten’. De rechter hoort het aan en schrijft wat op.
Als İnan Kızılkaya is uitgesproken krijgt Aslı Erdoğan (geen familie van president Erdoğan) het woord. Zij is vrij in afwachting van haar proces en loopt zonder begeleiding van bewakers met voorzichtige passen naar voren. Ze wil dat het reisverbod dat haar is oplegt wordt ingetrokken. Terwijl de rechter voor zich uitkijkt en haar verhaal aanhoort zijn de twee andere rechters ondertussen bezig met andere dingen. Een van hen speelt tijdens haar verhaal met zijn telefoon maar stopt daar af en toe mee om vervolgens bijna in slaap te vallen.
Dat de Turkse schrijfster Aslı Erdoğan hier redelijk zelfverzekerd staat is op zich een wonder als je weet wat ze het afgelopen jaar heeft meegemaakt. Uitgeput kwam ze eind vorig jaar na 132 dagen uit de gevangenis. 132 dagen waarin haar gezondheid zwaar had geleden. Dagen die ze, deels in eenzame opsluiting, had doorgebracht met het lezen van boeken op een bed dat rook naar urine. Eerder dit jaar vertelde ze aan de New York Times dat die boeken (van onder andere Coetzee, Iris Murdoch, Henry James, Marcel Proust and Kafka) haar troost hadden geboden. Maar ze hadden het gemis naar de zee, dansen, ballet en klassieke muziek niet kunnen verdringen.
Aslı Erdoğan’s nachtmerrie begon vorig jaar toen ze door gewapende en gemaskerde mannen uit haar huis werd gehaald. Haar 3.500 boeken en aantekeningen van de afgelopen twintig jaar werden doorzocht. Hoewel er geen enkel bewijs werd gevonden werd ze gedetineerd. Enkel en alleen omdat ze als vrijwillige adviseur en auteur voor de inmiddels opgeheven Koerdische krant Özgür Gündem werkte.
De rechter heeft het voor nu wel gehoord en schorst de zitting. Op een binnenplaats van de rechtbank vertelt Aslı Erdoğan dat haar boeken, die in meerdere talen zijn vertaald, haar bescherming bieden. Ze is door die boeken bekend en krijgt van binnen en buiten Turkije steunbetuigingen. Ze is er van overtuigd dat publieke steun en aandacht van landen uit de EU en andere delen van de wereld haar en andere aangeklaagde journalisten daadwerkelijk kunnen helpen. En die steun kunnen ze erg goed gebruiken. In Turkije zitten meer journalisten in de gevangenis dan in welk ander land dan ook en meer dan 160 mediakanalen zijn het afgelopen jaar gesloten.
Terwijl de rechters zich buigen over de verzoeken van de verdachten wordt er wat door de met marmer beklede gangen van de rechtbank geslenterd. Bij de hervatting van de zitting mogen alleen de advocaten en hun cliënten aanwezig zijn. Buiten de zaal zijn de verwachting niet hooggespannen. Maar als de advocaten na vijftien minuten naar buiten komen is er toch goed nieuws voor Aslı Erdoğan. Haar reisverbod wordt opgeheven. Terwijl ze wordt omhelsd door haar vrienden kijkt ze blij maar ook wat onzeker om zich heen. Ze vertelt me dat dit niet meteen betekent dat ze daadwerkelijk mag reizen omdat haar paspoort ook nog altijd is ingenomen. Voor İnan Kızılkaya is er alleen slecht nieuws. Hij blijft in voorlopige hechtenis.
Op weg naar buiten lopen we langs zijn moeder die eerder die ochtend zo blij was haar zoon weer te zien. Zij gaat terug naar huis terwijl haar zoon naar de gevangenis wordt gereden. Binnenkort kan ze hem wellicht weer van een afstandje handkussen toewerpen in de rechtbank maar of en wanneer hij weer naar huis komt weet niemand. Voor alle verdachten in het Özgür Gündem-proces geldt na vandaag nog steeds dat ze lange gevangenisstraffen boven het hoofd hangt.