Hongkong: nieuw wetsontwerp vormt gevaarlijk moment voor de mensenrechten
Hongkongs leider John Lee kondigde op 30 januari 2024 plannen voor nieuwe wetgeving aan die fundamentele vrijheden in het land nog veel verder zullen inperken. Amnesty International noemt dit ‘mogelijk het gevaarlijkste moment voor de mensenrechten in Hongkong sinds de invoering van de Nationale Veiligheidswet in 2020.’
Artikel 23 van de mini-grondwet van Hongkong gaat over bescherming van de nationale veiligheid. Onder druk van China wordt de veiligheidswetgeving de laatste jaren steeds verder aangescherpt. Sarah Brooks van Amnesty International: ‘De nieuwe voorgestelde artikel 23-wetgeving kan de onderdrukking in de stadstaat verder versterken.’
‘In 2003 gingen een half miljoen Hongkongers de straat op om met succes te protesteren tegen de mogelijke invoering van artikel 23,’ zegt Brooks. ‘Dat de regering de wet meer dan 20 jaar later herziet – terwijl ze tegelijkertijd critici vervolgt en leden van de politieke oppositie gevangenzet – maakt duidelijk dat deze wetgeving nooit bedoeld was om gehoor te geven aan de zorgen van de kiezers.’
‘In plaats daarvan drukken de autoriteiten van Hongkong deze wetgeving er waarschijnlijk door zonder écht mensen te raadplegen. En zonder ervoor te zorgen dat de wetgeving in overeenstemming is met het internationaal recht. Dat gebeurde ook bij de Nationale Veiligheidswet. Die is gebruikt om mensenrechtenactivisten, politici, journalisten en maatschappelijke organisaties te vervolgen.’
Regering voert onderdrukking verder op
De regering van Hong Kong heeft duidelijk gemaakt dat ze van plan is de onderdrukking van de burgerlijke vrijheden onder artikel 23 verder op te voeren. Daarvoor wil zij strengere straffen invoeren en de legitieme uitoefening van rechten in meer gevallen strafbaar stellen in naam van de nationale veiligheid.
De autoriteiten van Hongkong mogen geen wetgeving voorstellen of aannemen die de aanbevelingen van VN-deskundigen negeert en de mensenrechten verder ondermijnt. De internationale gemeenschap moet de laatste voorstellen van de regering snel onderzoeken en er, indien nodig, krachtig tegenin gaan.
De nieuwe wetgeving
Sommige van deze overtredingen, zoals afscheiding en subversie, zijn strafbaar gesteld in de Nationale Veiligheidswet van 2020. Andere, zoals opruiing en verraad, staan in de wetboeken die nog stammen uit het koloniale tijdperk.
De nieuwe wetgeving die nu ter consultatie voorligt is de Safeguarding National Security Bill. Deze werd in januari ingediend bij de Wetgevende Raad. De openbare consultatieperiode loopt tot 28 februari.
De regering bracht op 30 januari 2024 een consultatiedocument uit. Daarin staan de risico’s voor de nationale veiligheid, de beginselen van de wetgeving, internationale vergelijkingen en een laatste hoofdstuk met ‘tekortkomingen en gebreken’ in eerdere zaken. In het consultatiedocument worden de plannen voor de wetgeving niet uitgelegd. De volledige concepttekst van de wetgeving staat er niet in.
Gezien de massale arrestaties van oppositieleden en activisten en de wetswijzigingen in het kiesstelsel zodat ‘patriotten Hongkong besturen’, wordt aangenomen dat de wetgeving zonder slag of stoot aangenomen zal worden. Bij de introductie van de consultatieperiode op 30 januari zei Lee: ‘De wetgeving moet zo snel mogelijk worden aangenomen.’
Eerdere wetswijzigingen stuitten op protest
In 2003 probeerde de toenmalige regering van Hongkong wetgeving op grond van artikel 23 in te voeren. Naar schatting 500.000 Hongkongers protesteerden daartegen en de wetgeving werd ingetrokken.
In 2019 ontstond er in Hongkong een massale protestbeweging. De Chinese regering legde Hongkong daarop in 2020 de nationale veiligheidswet op. De protestbeweging werd daarmee strafbaar gesteld. Sindsdien kondigen zowel de Chinese als de Hongkongse regeringen aan dat Hongkong zijn eigen nationale veiligheidswet op grond van artikel 23 moet invoeren.
Lees hier Amnesty’s zorgen over de artikel 23-voorstellen van de regering van Hongkong bij de indiening in 2002.