Hongarije: ten onrechte van terrorisme beschuldigde Syriër vrijgelaten
In Hongarije wordt Ahmed H. vrijgelaten. De Syriër zat 3,5 jaar gevangen vanwege ‘medeplichtigheid aan een terreurdaad’.
In september 2015 stond H. voor de gesloten grensovergang tussen Servië en Hongarije. De in Cyrpus woonachtige H. vergezelde daar zijn ouders en andere familieleden die Syrië waren ontvlucht en in Europa een veilig heenkomen zochten. Aan de grens riep hij een menigte via een megafoon op kalm te blijven tijdens een confrontatie met de politie, en eiste hij de doorgang. Ahmed H. werd daarop gearresteerd.
Zondebok
‘Na 3,5 jaar achter de tralies kan Ahmed eindelijk met zijn vrouw en dochters worden herenigd’, zegt Eda Seyan van Amnesty International. ‘Zijn vrijlating is een enorme opluchting voor zijn familie, hoewel hij natuurlijk nooit gevangengezet had mogen worden. De absurde aanklachten tegen Ahmed zijn symbolisch voor het tot zondebok maken van vluchtelingen en migranten en voor degenen die voor hen opkomen. Zijn vervolging weerspiegelt de ‘onvrije democratie’ van premier Orbán en heeft niets met gerechtigheid te maken, integendeel. Het is onderdeel van de onderdrukking van mensenrechten door de Hongaarse regering.’
Vage antiterreurmaatregelen
Ahmed H. werd veroordeeld op basis van de antiterreurwet. In juni 2016 werd in Hongarije een serie antiterrorismemaatregelen van kracht die zijn gebaseerd op het uiterst vage en brede begrip ‘terroristische dreiging’.
Ahmed H. gaf toe tijdens de confrontatie met de politie aan de grens enkele stenen te hebben gegooid. Aanvankelijk werd hij tot 10 jaar cel veroordeeld. Later werd dit tot 7 jaar gevangenisstraf teruggebracht en in september 2018 tot 5 jaar. Volgens het Hongaarse Openbaar Ministerie probeerde H. de autoriteiten te dwingen om de grens te openen. De aanklagers interpreteerden dit als een ‘terreurdaad’.