Het onderdrukken van Palestijnse maatschappelijke organisaties door Israël moet stoppen
De Israëlische autoriteiten moeten hun campagne tegen het Palestijnse maatschappelijk middenveld beëindigen en organisaties zonder intimidatie hun werk laten doen.
Deze oproep doet Amnesty International nadat de Israëlische strijdkrachten de kantoren van zeven Palestijnse maatschappelijke organisaties op de Westelijke Jordaanoever van de Bezette Palestijnse Gebieden hadden gesloten.
Zeven ngo’s gesloten
Israëlische strijdkrachten namen dossiers en apparatuur in beslag na invallen bij de kantoren van Addameer, Al-Haq, Defence for Children International-Palestine (DCIP), de Vakbond van Agrarische Werkcomités, het Bisan Centrum voor Onderzoek en Ontwikkeling, Gezondheidswerkerscomités en de Palestijnse Vrouwencomités. Ze gaven ook orders om de deuren te sluiten.
‘Aanval op ngo’s moet veroordeeld worden’
‘Deze organisaties hebben enorm bijgedragen aan de mensenrechten in de Bezette Palestijnse Gebieden en daarbuiten, maar het Israëlische leger heeft hier nu een einde aan gemaakt’, zegt Amna Guellali van Amnesty International. ‘Amnesty is solidair met haar Palestijnse partners en roept alle regeringen op om de aanval van het Israëlische leger op het Palestijnse maatschappelijk middenveld te veroordelen. De internationale gemeenschap moet niet alleen samenwerken om de kantoren van deze zeven organisaties te laten heropenen, maar ook om gehoor te geven aan hun oproep om het onderzoek van het Internationaal Strafhof naar de Palestijnse situatie te steunen.’
‘Het leger is er niet in geslaagd ons het zwijgen op te leggen’, zegt Khaled Quzmar, directeur van DCIP. ‘Het leger gebruikt militair recht tegen de mensenrechten. De invallen laten zien dat Israël het standpunt van de Europese Unie en de internationale gemeenschap verwerpt, en liever investeert in het voortzetten van de bezetting en de mensenrechtenschendingen die het veroorzaakt.’
Regels alleen tegen Palestijnen gebruikt
Amnesty onderzocht de militaire bevelen die op de kantoordeuren van drie van de organisaties waren geplaatst. In alle gevallen was het bevel om de kantoren te sluiten op basis van de Defensie (Nood) Regelgeving. Die werd in 1945 door de Britten uitgevaardigd om het verzet tegen hun heerschappij tegen te gaan en werd nooit ingetrokken. Sinds 1967 hebben de Israëlische militaire autoriteiten deze regels gebruikt om honderden Palestijnse huizen te slopen, inwoners te deporteren en tienduizenden Palestijnen uit de Palestijnse Bezette Gebieden in administratieve detentie vast te houden.
Amnesty’s oproep
Deze praktijken, die neerkomen op ernstige schendingen van het Vierde Verdrag van Genève en in strijd zijn met talrijke mensenrechtenverdragen waarbij Israël partij is, maken deel uit van het apartheidssysteem dat de Palestijnen onderdrukt.
‘Amnesty International roept alle staten op om te erkennen dat Israël internationaal erkende misdrijven begaat, waaronder die van apartheid, tegen Palestijnen in Israël en de Bezette Palestijnse Gebieden’, zegt Amna Guellali.
Achtergrond
Op 19 oktober 2021 vaardigde het Israëlische ministerie van Defensie een militair bevel uit waarin zes Palestijnse maatschappelijke organisaties worden aangemerkt als ‘terroristische’ entiteiten (de Gezondheidswerkerscomités werden apart benaderd). Dit stelde de Israëlische autoriteiten in staat om hun kantoren te sluiten, hun bezittingen in beslag te nemen en hun personeel te arresteren of op te sluiten. De order verbood ook publiekelijk steun te betuigen voor de activiteiten van de ngo’s of de organisaties te financieren. Deze militaire order tot sluiting van de ngo’s is breed veroordeeld, onder meer door internationale ngo’s, Europese en andere overheidsinstanties en VN-experts.
In oktober 2021 verzamelde mensenrechtenorganisatie Front Line Defenders (FLD) gegevens die het Citizen Lab en Amnesty’s Security Lab beoordeelden. Die bevestigden dat zes apparaten van zes Palestijnse mensenrechtenverdedigers in deze organisaties zijn gehackt met Pegasus-spyware dat is ontwikkeld door het Israëlische cybersurveillancebedrijf NSO Group.
Op 18 oktober 2021 deelde de Israëlische minister van Binnenlandse Zaken aan de Frans-Palestijnse advocaat Salah Hammouri mee dat hij niet langer in Jeruzalem mocht verblijven en dat hij zou worden uitgezet wegens de vermeende ‘schending van de trouw aan de staat Israël’. Hammouri werkt samen met de Palestijnse organisatie Addameer die opkomt voor de rechten van gevangenen. Hij zit sinds 7 maart 2022 in administratieve detentie, zonder aanklacht of proces. Amnesty International heeft om zijn vrijlating gevraagd.