Herdenking voor Duniya
‘Zo kan het niet langer.’ ‘Er moet iets gebeuren.’ ‘Dit moet stoppen.’ ‘We moeten die lui gewoon aanpakken.’ ‘Ik vind het een schande, ik vind dat het kei- en keihard moet worden aangepakt.’
Waar gaat dit over? Wapenleveranties aan Saoedi-Arabië? Gifgasaanvallen in Syrië? Cyberpesten onder minderjarigen?
Nee. Dit zeiden CDA’er Martijn van Helvert en VVD’er Han ten Broeke tijdens een overleg in de Tweede Kamer over ‘search and rescue’-missies van ngo’s op de Middellandse Zee. Zoals Artsen zonder Grenzen, die vrijwel dagelijks mensen redt van de verdrinkingsdood. Het CDA en de VVD vinden dat maar lastig. Reddingsmissies werken namelijk, zo is hun overtuiging, mensensmokkel in de hand. Volgens Van Helvert is het niet ondenkbaar dat die ‘actiegroepen’ zelfs samenwerken met smokkelaars, maar een onderzoek daarnaar hoeven we niet af te wachten, aldus Ten Broeke. Aanpakken dus, vinden de heren, ‘desnoods met onorthodoxe middelen’.
Want uiteindelijk gaat het er deze partijen toch vooral om dat voorkomen wordt dat deze mensen naar Europa komen. In 2016 kwamen ruim 180.000 migranten aan in Italië, meestal vanuit Libië. Dat is een grote last voor Italië, zeker als hulp uit de rest van Europa goeddeels uitblijft. Zo’n 40 procent had recht op bescherming en kreeg asiel. Het door sommige politici geschetste beeld van gelukszoekers of economische migranten doet dus geen recht aan de werkelijkheid. De mensen die geen asiel krijgen moeten terug, en daar zit het probleem, want herkomstlanden werken niet echt mee.
Streven naar betere controle van de buitengrenzen en het inperken van migratiestromen is begrijpelijk en legitiem. En de trend dat smokkelaars mensen in nauwelijks zeewaardige schepen op zee dumpen is misdadig – de gevaarlijke route tussen Libië en Italië eiste vorig jaar zo’n 4.500 levens, meer dan ooit. Maar ngo’s in het verdachtenbankje drukken en dreigen met het criminaliseren van humanitaire hulp, is niet de oplossing. Net zo min als bootjes terugslepen naar Libië, trouwens. Dat vind ik nou een schande.
Wat moet Nederland dan doen? Erkennen dat het afsluiten van de Middellandse Zee door het ondermijnen van smokkelnetwerken geen haalbare kaart is – sla dit rapport van Clingendael er maar eens op na. Inzetten op het garanderen van de rechten van migranten en vluchtelingen in Libië en het drastisch verbeteren van de omstandigheden in detentiecentra. De mogelijkheden voor veilige toegang tot Europa voor mensen die bescherming zoeken flink uitbreiden, bijvoorbeeld door het verstrekken van humanitaire visa. De reddingscapaciteit op zee op peil houden. En zich aan afspraken houden voor hervestiging en herverdeling van asielzoekers in Europa.
Laten we ondertussen niet uit het oog verliezen om wie het gaat.
Om Duniya uit Ethiopië, bijvoorbeeld. Duniya kwam, samen met haar dochter van twee maanden, om bij de ramp op 9 april 2016 nabij de Libische kust. Naar schatting verdronken toen 450 vrouwen, mannen en kinderen. Ze waren op de vlucht vanuit onder meer Somalië, Soedan en Ethiopië – landen die niet bekend staan om hun goede mensenrechtenreputatie. Veel hoorde je er niet over. De meeste doden op zee blijven anoniem. Daarom staan we op zondag 16 april stil bij hen die het afgelopen jaar omkwamen. Een herdenking voor Duniya, en alle anderen wier naam we niet kennen.