Grote verzekeraars doen erg weinig tegen ernstige mensenrechtenschendingen
De negen grootste verzekeraars in Nederland investeren samen ruim 4 miljard euro in elf multinationals die direct betrokken zijn bij ernstige en langdurige mensenrechtenschendingen. Ook als ze al jaren op de hoogte zijn van onder meer vervuiling, landroof, geweld en zelfs moord, ondernemen de meeste verzekeraars geen of onvoldoende actie tegen de bedrijven. Dit blijkt uit nieuw onderzoek van de Eerlijke Verzekeringswijzer.
De verzekeraars geven daarmee onvoldoende gehoor aan de VN-richtlijnen voor bedrijven en mensenrechten (‘UN Guiding Principles’), die deze maand tien jaar bestaan. Achmea, Aegon, Allianz, ASR, Menzis, NN Group en VGZ konden niet aantonen dat ze voldoende actie ondernemen tegen de schendingen, zoals vereist volgens de richtlijnen. Slechts twee verzekeraars konden dat wel: Athora NL en CZ.
De Eerlijke Verzekeringswijzer selecteerde elf zaken waarin grote olie-, gas- en mijnbouwbedrijven als Shell, Total en Glencore, langdurig betrokken zijn bij ernstige mensenrechtenschendingen. Veel van deze misstanden vinden plaats in conflictgebieden als Myanmar, Zuid-Soedan of Nigeria. Alle negen verzekeraars beleggen in meerdere van deze bedrijven. De Eerlijke Verzekeringswijzer zocht uit hoe de verzekeraars reageren op de schendingen, en of zij zich daarbij houden aan de internationale normen voor beleggers. In 2018 deed de Eerlijke Verzekeringswijzer hier ook onderzoek naar.
Inzet verzekeraars onder de maat
‘De inzet van de verzekeraars is ook drie jaar na dato flink onder de maat,’ reageert Titus Bolten van Amnesty International namens de Eerlijke Verzekeringswijzer. ‘De verzekeraars beleggen volop in de elf bedrijven, maar de meesten doen onvoldoende hun best om verbeteringen af te dwingen. Geen van de verzekeraars stuurt voldoende aan op herstel of genoegdoening voor de slachtoffers. De VN-richtlijnen geven al tien jaar nauwkeurig aan welke stappen genomen moeten worden, maar in het beste geval volgen verzekeraars slechts enkele stappen op. Zo laten zij de mensenrechtenschendingen op hun beloop en verandert er niets in de situatie van de slachtoffers.’
De slachtoffers
De 16-jarige Papilou uit de Nigeriaanse Nigerdelta verloor in 2016 zijn 6-jarige broertje Godbless, die tijdens het spelen in een oliepoel viel die was veroorzaakt door een lekkende pijpleiding van Shell. Papilou verhuisde met zijn moeder en broers en zussen naar de stad, omdat het in hun dorp te ongezond was geworden. De grond is vervuild, alle vissen zijn dood en veel inwoners zijn ernstig ziek. Shell moet de olievervuiling opruimen, maar heeft dat tot nu toe in slechts een fractie van het gebied gedaan.
Deyis Margarita Carmona Tejada uit Colombia verloor haar zus, die in 1999 door gewelddadige milities werd ontvoerd en vermoord. In tien jaar tijd vermoordden de milities 3000 mensen in het noord-Colombiaanse departement César. Zij verdrijven er 50.000 boeren van hun land. Multinationals Drummond en Glencore-Prodenco ontkennen alle betrokkenheid, maar kunnen er hierdoor wel hun vervuilende steenkolenmijnen neerzetten. Deyis is nu president van een organisatie die opkomt voor de boerengemeenschappen: ‘Wij ontvangen talloze bedreigingen omdat wij ons land terugeisen.’
Vrijwillige richtlijnen werken niet, wetgeving is nodig
Dat institutionele beleggers en andere bedrijven zich vaak niet houden aan de (vrijwillige) internationale richtlijnen voor mensenrechten, is een wereldwijd erkend probleem. In steeds meer landen komt er daarom nationale wetgeving om hen juridisch verantwoordelijk te kunnen houden. Ook de Europese Unie werkt aan wetgeving, maar dat kan nog jaren duren. Titus Bolten: ‘Die tijd hebben de slachtoffers niet. Hun fundamentele rechten, zoals het recht op water, of het recht op een adequate leefomgeving, zijn of worden nog steeds stelselmatig geschonden, terwijl ze nergens terecht kunnen. Ze ontvangen geen compensatie voor geroofd of vervuild land, geen genoegdoening voor het verlies van naasten of geliefden. In Nederland ligt een initiatiefwet klaar, om te zorgen dat Nederlandse beleggers en andere bedrijven hun verantwoordelijkheid nemen. Na tien jaar inzet op vrijwilligheid bij het volgen van de richtlijnen, blijkt ook uit dit onderzoek dat zo’n wet hard nodig is.’
Athora NL en CZ doen het goed; Allianz weigert medewerking
Van de negen verzekeraars doet alleen Athora NL het goed (score: 8). CZ scoort een ruime voldoende (7). De zes andere verzekeraars halen geen voldoendes: NN Group en Achmea blijven steken op een 5, Aegon en Menzis komen niet verder dan een 4, ASR en VGZ halen hele dikke onvoldoendes (3 resp. 2). Allianz, een Duitse verzekeraar met 1,3 miljoen klanten in Nederland, wilde als enige niet meewerken aan het onderzoek. Dat terwijl deze verzekeraar maar liefst 2,7 miljard euro investeert in tien van de elf geselecteerde bedrijven. Allianz gaf geen inzicht in de wijze waarop ze op de schendingen reageert, en krijgt daarom de laagste score (1). Transparantie is een belangrijk onderdeel van de internationale richtlijnen voor bedrijven.
De Eerlijke Verzekeringswijzer
De Eerlijke Verzekeringswijzer, opgericht in 2013, maakt deel uit van de Eerlijke Geldwijzer, een samenwerkingsverband van Amnesty International, Milieudefensie, Oxfam Novib, PAX en World Animal Protection. Op https://eerlijkegeldwijzer.nl/verzekeringswijzer/ kunnen geïnteresseerden de scores van de verzekeraars voor hun beleggingsbeleid op 21 maatschappelijke thema’s zien en vergelijken.