Gebruik Taser door de Nederlandse politie onaanvaardbaar
Sinds 1 februari 2017 experimenteert de Nederlandse politie met de Taser in het dagelijkse politiewerk. De manier waarop zij dit stroomstootwapen gebruikt, brengt onaanvaardbare gezondheidsrisico’s met zich mee. Dat blijkt uit het vandaag door Amnesty International gepubliceerde rapport Een mislukt experiment: De Taser-pilot van de Nederlandse politie.
Uit het rapport blijkt dat agenten de Taser regelmatig gebruiken in situaties waarin geen sprake is van een bedreiging van het leven of risico op ernstig letsel. Zo zijn mensen getaserd die al waren geboeid, of in een politiecel of separeerruimte van een GGZ-instelling verbleven. Sommigen kregen zelfs meerdere stroomstoten toegediend, wat grote gezondheidsrisico’s met zich meebrengt.
Amnesty wees bij aanvang van het Taser-experiment de autoriteiten op hun verantwoordelijkheid om de risico’s van misbruik en oneigenlijk gebruik te ondervangen. Uit de wijze waarop de Taser in de praktijk wordt gebruikt, blijkt dat de politie en minister hierin ernstig tekort zijn geschoten. Daarom roept Amnesty de autoriteiten het experiment met het stroomstootwapen onmiddellijk te stoppen.
Niet gebruikt als alternatief voor vuurwapen
Toen de Taser werd aangekondigd, werd onder meer gezegd dat het een alternatief is voor het vuurwapen. Maar in de praktijk wordt het wapen voornamelijk gebruikt in situaties waarin voorheen geen vuurwapen zou (mogen) worden ingezet. Bovendien werd tijdens het experiment de Taser in maar liefst 80 procent van de gevallen ingezet tegen ongewapende mensen.
Gezondheidsrisico’s waren bekend
Tijdens de tweedaagse training werden agenten nauwelijks geïnformeerd over de risico’s die het stroomstootwapen met zich meebrengt. Toch waren die risico’s allang bekend: de fabrikant besteedt er in de documentatie uitgebreid aandacht aan. Zo wijst deze expliciet op de verhoogde gezondheidsrisico’s als ernstig verwarde personen worden getaserd of wanneer mensen meerdere stroomstoten achter elkaar krijgen toegediend. Desondanks is het voorgekomen dat mensen vijf, zes en zelfs zeven stroomstoten kregen toegediend. Er is weliswaar een extra trainingsdag toegezegd, maar omdat de regels voor het Taser-gebruik niet zijn gewijzigd, biedt dat onvoldoende garanties voor oneigenlijk gebruik.
Drive-stun mode
De Taser is bedoeld om een gevaarlijk persoon op afstand tijdelijk uit te schakelen. In de praktijk blijkt het wapen in 44 procent van de gevallen echter direct op het lichaam te worden gebruikt, in drive-stun mode. Dan wordt de Taser gebruikt met als enig doel om iemand pijn te doen en zo medewerking af te dwingen. Taseren direct op het lichaam lijdt niet tot tijdelijke spierverlamming.
‘Het herhaaldelijk toedienen van een stroomstoot in de drive-stun mode van iemand die al onder controle is, kan ik niet anders zien dan een schending van een van de meest fundamentele mensenrechten, namelijk het verbod op wrede, onmenselijke en vernederende behandeling’, zegt Gerbrig Klos, specialist Mensenrechten en Politie bij Amnesty Nederland.
Onmiddellijke opschorting
Per 1 februari dit jaar is weliswaar de evaluatiefase van het Taser-experiment beëindigd, maar de verschillende politieteams mogen het stroomstootwapen blijven gebruiken. Amnesty vindt dat onaanvaardbaar in het licht van de bevindingen uit haar rapport en vraagt daarom om onmiddellijke opschorting van het gebruik van de Taser.