Gebrekkige corona-wetten in de Golfstaten zijn een aantasting van de vrije meningsuiting
De Golfstaten, en met name Bahrein, Koeweit, Oman, Saudi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten, gebruiken de coronapandemie als dekmantel om de vrijheid van meningsuiting verder te onderdrukken.
In al deze landen worden wetten misbruikt om ‘nepnieuws’ strafbaar te stellen. Mensen die berichten op sociale media plaatsen over de pandemie of over de reactie van de overheid daarop, worden gearresteerd en vervolgd. ‘De Golfstaten kunnen niet verantwoorden waarom deze maatregelen noodzakelijk en proportioneel zijn voor het beschermen van de volksgezondheid,’ zegt Lynn Maalouf van Amnesty International. ‘Mensen worden lastiggevallen en geïntimideerd omdat ze online over de pandemie discussiëren. Dat is een duidelijke inbreuk op hun recht op vrije meningsuiting.
Bescherming bevolking minder belangrijk
De Golfstaten kiezen ervoor om alle middelen te gebruiken om elk openbaar debat, in dit geval over de pandemie, te smoren. Ze maken zich duidelijk meer zorgen over het feit dat ze onder de loep worden genomen dan over het beschermen van de volksgezondheid. Toegang tot informatie is essentieel om mensen op de hoogte te houden over hoe zij zich tegen het coronavirus kunnen beschermen.
Amnesty controleerde officiële verklaringen die via sociale mediakanalen van de regeringen openbaar werden gemaakt en commentaren van overheidsbronnen voor berichtgeving in de gecontroleerde binnenlandse pers in de periode vanaf maart 2020 tot nu.
Amnesty’s oproep
Amnesty roept de Golfstaten op om aan deze ongerechtvaardigde praktijk een einde te maken en ervoor te zorgen dat mensen zich kunnen uiten zonder angst voor represailles. Ook moeten deze staten zich er meer voor inspannen om betrouwbare, toegankelijke en feitelijke informatie verstrekken over het coronavirus. Dat is cruciaal om valse en misleidende informatie tegen te gaan.
Achtergrond
Het recht op vrijheid van meningsuiting wordt door internationale mensenrechtenwetgeving beschermd, zoals in artikel 19 van het Internationaal Verdrag inzake Burger- en Politieke Rechten en van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Bahrein en Koeweit zijn tot dit BuPo-verdrag toegetreden. Oman, Saudi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten behoren tot de 7 procent van de lidstaten van de Verenigde Naties die geen partij zijn bij het BuPo-verdrag.
Alle Golfstaten hebben zeer breed geformuleerde wetten voor de ‘openbare veiligheid’, die vaak worden gebruikt om onwelgevallige uitingen te bestraffen. De afgelopen jaren hebben de Golfstaten nieuwe onderdrukkende wetten aangenomen voor terrorismebestrijding of cyberbeveiliging. Ook veel bepalingen in hun oudere strafwetgeving zijn onverenigbaar met het recht op vrijheid van meningsuiting en worden nog steeds gebruikt om online critici het zwijgen op te leggen.
Algemene verbodsbepalingen over de verspreiding van informatie die zijn gebaseerd op vage en dubbelzinnige begrippen als ‘nepnieuws’ of het ‘verspreiden van verkeerde informatie’ zijn in strijd met internationale mensenrechtenwetgeving. Internationaal recht staat geen algemeen verbod toe op het uiten van een onjuiste mening of een onjuiste interpretatie van gebeurtenissen.