De codes op fragmenten van bommen die Israël in oktober 2023 gebruikte bij aanvallen op burgerdoelen in Gaza, zijn te herleiden tot Boeing, de Amerikaanse fabrikant van de bommen.
© Amnesty International

Gaza: Israël doodde 43 burgers met Amerikaanse bommen

Het Israëlische leger gebruikte Joint Direct Attack Munition (JDAM) van Amerikaanse makelij bij twee dodelijke, onwettige luchtaanvallen op bewoonde huizen in de bezette Gazastrook. Amnesty International heeft dit vastgesteld op basis van nieuw onderzoek. Het ging hier om óf directe aanvallen op burgers of burgerdoelen, óf om willekeurige aanvallen, wat zou kunnen neerkomen op oorlogsmisdrijven. Amnesty roept op om deze te onderzoeken.

Amnesty vond herkenbare fragmenten van Amerikaanse bommen in het puin van verwoeste huizen in Centraal-Gaza na twee aanvallen waarbij in totaal 43 burgers omkwamen – 19 kinderen, 14 vrouwen en 10 mannen. In beide gevallen vertelden overlevenden aan Amnesty International dat ze niet gewaarschuwd waren voor een op handen zijnde aanval.

Op 10 oktober kwamen bij een luchtaanval op het huis van de familie Al-Najjar in Deir al-Balah 24 mensen om het leven. Op 22 oktober werden 19 mensen gedood bij een luchtaanval op het huis van de familie Abu Mu’eileq in dezelfde stad. Beide huizen lagen ten zuiden van Wadi Gaza. Dit is het gebied waar het Israëlische leger op 13 oktober de bewoners van Noord-Gaza had opgedragen zich naartoe te verplaatsen.

Massamoord

‘In de VS gemaakte bommen wordt door Israëlische militairen gebruikt in onwettige aanvallen met dodelijke gevolgen voor burgers. Dat zou bij de regering Biden de alarmbellen moeten doen afgaan,’ zegt Agnès Callamard, secretaris-generaal van Amnesty International. ‘De in de VS gemaakte wapens hebben de massamoord op grote families mogelijk gemaakt.’

‘In het licht van het ongekend hoge aantal dodelijke slachtoffers onder de burgerbevolking en de omvang van de verwoestingen in Gaza, moeten de VS en andere regeringen onmiddellijk stoppen met het leveren van wapens aan Israël. Die worden zeer waarschijnlijk gebruikt om schendingen van het internationaal recht te begaan of het risico daarop te vergroten.’

Geen militaire doelen

In het licht van het bewijs van oorlogsmisdrijven en andere schendingen moeten de VS zich houden aan hun eigen wetten en beleid met betrekking tot de doorvoer en verkoop van wapens. Dit beleid is bedoeld om te voorkomen dat er wapens geleverd worden die schade aan burgerdoelen en schendingen van mensenrechten of het internationaal humanitair recht kunnen veroorzaken, of op een andere manier daartoe kunnen bijdragen.

Geen relevante verklaring

Amnesty International heeft geen enkele aanwijzing gevonden dat er militaire doelen waren op de locaties van de twee aanvallen, of dat de mensen in de gebouwen legitieme militaire doelen waren. Hierdoor lijkt het hier te gaan om directe aanvallen op burgers of op burgerdoelen. Zelfs als de aanvallen – waarover Israël nog geen informatie heeft verstrekt – bedoeld waren om militaire doelen te treffen, zou het gebruik van krachtige explosieven in zulke dichtbevolkte gebied kunnen betekenen dat deze aanvallen willekeurig waren. Daarom moeten ze worden onderzocht als oorlogsmisdrijven.

Bom van 2000 pond

De wapenexperts en analisten van Amnesty International onderzochten satellietbeelden en foto’s van de verwoeste locaties en van bomfragmenten. Gelet op de aanzienlijke schade aan het doelwit en de omliggende gebouwen, woog de bom die het huis van de familie Al-Najjar trof waarschijnlijk 2000 pond. De bom die het huis van de familie Abu Mu’eileq verwoestte woog waarschijnlijk minstens 1000 pond.

Bij beide aanvallen werd voor de bommen gebruik gemaakt van in de VS vervaardigde JDAM’s. Op de foto’s van de metalen fragmenten van de bommen is duidelijk te zien dat ze onderdeel waren van het frame rond het bomlichaam van een JDAM. Bovendien zijn de codes (70P862352) op de fragmenten te herleiden tot JDAM’s en Boeing, de fabrikant. Andere codes geven aan dat de JDAM die leden van de familie Al-Najjar doodde in 2017 werd gefabriceerd, terwijl de JDAM die leden van de familie Abu Mu’eileq om het leven bracht in 2018 werd gemaakt.

Wapenembargo

Amnesty interviewde zes overlevenden en familieleden van de slachtoffers van de aanvallen, en analyseerde ook satellietbeelden. Op 21 november stuurde Amnesty vragen over de twee aanvallen naar de woordvoerders van het Israëlische leger. Op het moment van publicatie is daar nog niet op gereageerd.

Amnesty roept de VN-Veiligheidsraad al lange tijd op om een uitgebreid wapenembargo op te leggen aan alle partijen in het conflict in Gaza en Israël. Amnesty International dringt er ook bij de aanklager van het Internationaal Strafhof op aan om vaart te zetten achter het in 2021 geopende onderzoek naar oorlogsmisdrijven en andere misdaden volgens internationaal recht, door alle partijen.

Leden van de familie Al-Najjar die omkwamen bij het Israëlische bombardement op 10 oktober 2023.
© Privéfoto/Amnesty International
Leden van de familie Al-Najjar die omkwamen bij het Israëlische bombardement op 10 oktober 2023.

De aanval op de familie Al-Najjar

Op 10 oktober om ongeveer 20.30 uur werden 21 leden van de familie Al-Najjar gedood door een Israëlische luchtaanval toen hun huis in Deir al-Balah werd gebombardeerd. Drie buren kwamen ook om het leven.

Suleiman Salman al-Najjar (48), eigenaar van een autowinkel en garage, vertelde Amnesty International dat zijn vrouw Susanne Subhi Asalam Najjar (40) samen met vier van hun kinderen was gedood: dochters Safa (17 maanden) en Farah (23) en zonen Yazan (14) en Nadim (20).

Hij zei: ‘Ik voelde me ziek en ging naar het Al-Aqsa Martelaren ziekenhuis, dat ongeveer twee kilometer verderop ligt. Ik heb nierproblemen en omdat de pijn erger werd, besloot ik naar het ziekenhuis te gaan om een injectie te halen voordat het te laat op de avond werd.’

‘In het ziekenhuis kreeg ik de injectie en toen ik in mijn auto terug naar huis reed, zag ik een vriend van me en stopte om hem te begroeten. Terwijl we in gesprek waren, hoorden we een grote explosie. Ik wist niet waar dat bombardement was en dacht niet dat het om mijn huis ging. Terwijl ik verder praatte met mijn vriend zei iemand tegen me dat mijn huis net was gebombardeerd.’

‘Ik was verbijsterd. Ik haastte me naar huis en zag de totale verwoesting. Ik kon mijn ogen niet geloven. Iedereen lag onder het puin. Het huis was volledig verpulverd. De lichamen waren aan flarden.’

‘Alleen het lichaam van mijn zoon Nadim werd heel teruggevonden. Van mijn dochtertje Safa vonden we alleen haar hand. Nu wonen mijn twee overlevende zonen en ik in een tent bij de ruïnes van ons huis. Onze levens werden in een oogwenk verwoest. Onze familie is verwoest. Iets wat ondenkbaar was, is nu onze realiteit.’

De buren van al-Najjar – Yousef Baker Abu Traya (29), Layla Said Ahmad al-A’awar (42) en haar zevenjarige dochter Jana Hani al-A’awar – werden ook gedood bij de aanval.

Een analyse van satellietbeelden bevestigt dat de locatie tussen 10 en 13 oktober 2023 werd verwoest.

Leden van de familie Abu Mu’eileq die omkwamen bij het Israëlische bombardement op 22 oktober 2023.
© Privéfoto/Amnesty International
Leden van de familie Abu Mu’eileq die omkwamen bij het Israëlische bombardement op 22 oktober 2023.

De aanval op de familie Abu Mu’eileq

Op 22 oktober rond 12 uur ’s middags werden drie huizen van de drie broers Abu Mu’eileq en hun gezinnen getroffen door een Israëlische luchtaanval ten noorden van Deir al-Balah. In totaal werden 18 leden van de familie Mu’eileq gedood – 12 kinderen en 6 vrouwen – evenals hun buurman Rajab Ghazi Mezyed.

Samaher Abu Mu’eileq, die de aanval overleefde, vertelde aan Amnesty International: ‘Eén minuut voordat het werd gebombardeerd had ik net het huis verlaten waar mijn schoonzussen en mijn neven en nichten zaten.’

‘Ik liep naar beneden en toen ik mijn voordeur opendeed, werd het huis van mijn broer ernaast gebombardeerd. Ik werd door de kracht van de explosie tegen de deur gesmeten en raakte gewond aan mijn gezicht en nek. Ik kan niet begrijpen waarom het huis werd gebombardeerd. Mijn schoonzussen en hun kinderen en mijn stiefmoeder werden gedood, allemaal vrouwen en kinderen. Anderen raakten gewond. Wat is de reden voor zo’n misdaad tegen burgers?’

De broer van Samaher, Bakir Abu Mu’eileq, een keel-, neus- en oorarts, verloor door de aanval zijn vrouw Islam Majid Abu Mu’eileq (34) en vier van hun kinderen – dochters Do’a (16) en Lama (11) en zonen Ghanem (14) en Mohamed (12).

Bakir Abu Mu’eileq werkte op het moment van de aanval in het ziekenhuis, dat vlak bij het huis ligt. Hij vertelde Amnesty International: ‘We zijn drie broers die zijn getrouwd met drie zussen. We leven met elkaar en zijn gericht op ons gezin en ons werk en hebben niks te maken met politiek. We zijn artsen en wetenschappers en richten ons op het leiden van een goed leven en het opbouwen van een goede toekomst voor onze kinderen.’

‘We begrijpen niet waarom onze huizen zijn gebombardeerd. We hebben nooit eerder problemen gehad. Hetzelfde geldt voor onze buren. Niemand hier heeft wapens of doet aan politiek. Onze levens en onze families werden volledig verwoest, weggevaagd. Waarom?’

‘De lichamen waren aan flarden. We konden alleen stukjes vinden. Slechts vijf van de lichamen werden min of meer heel teruggevonden, omdat ze verder weg [van de plaats van de ontploffing] waren geslingerd. We zijn in shock. Welke toekomst is er nu voor mijn dochters die het overleefd hebben? Waarom zoveel onrecht? Waarom?’

Analyse van satellietbeelden van 22 oktober 2023 laat zien dat er op die dag op die locatie schade is ontstaan aan gebouwen.

Voorzorgsmaatregelen

Partijen in een gewapend conflict moeten te allen tijde onderscheid maken tussen burgers en burgerdoelen enerzijds en strijders en militaire doelen anderzijds. Rechtstreekse aanvallen op burgers en burgerdoelen zijn verboden, evenals willekeurige aanvallen.

Bij het aanvallen van een militair doel is het Israëlische leger verplicht alle mogelijke voorzorgsmaatregelen te treffen om het doden en verwonden van burgers en schade aan burgerdoelen te voorkomen, en in ieder geval tot een minimum te beperken. Dergelijke voorzorgsmaatregelen omvatten al het mogelijke om te verifiëren of een doelwit een militair doel is; aanvalsmiddelen en -methoden kiezen die de schade voor burgers minimaliseren; beoordelen of een aanval buiten proportie zou zijn; waar mogelijk burgers van tevoren effectief waarschuwen; en een aanval annuleren als duidelijk wordt dat deze onwettig zou zijn.

Willekeurige aanvallen zijn oorlogsmisdrijven

Willekeurige aanvallen die burgers doden of verwonden zijn oorlogsmisdrijven. Een langdurig patroon van roekeloze aanvallen die burgerdoelen treffen – dat Amnesty International heeft gedocumenteerd tijdens de voortdurende aanvallen van Israël, maar ook tijdens de conflicten van 2008-9, 2014 en 2021 – kan neerkomen op gerichte aanvallen op burgers en burgerdoelen, wat ook oorlogsmisdrijven zijn.

De extreem hoge bevolkingsdichtheid in de belegerde Gazastrook brengt extra uitdagingen met zich mee voor alle partijen die bij het conflict betrokken zijn. Hamas en andere gewapende groepen zijn volgens het internationaal humanitair recht verplicht om alle mogelijke voorzorgsmaatregelen te nemen om burgers die onder hun gezag staan te beschermen tegen de gevolgen van aanvallen. Dit houdt onder meer in dat er geen militaire doelen moeten zijn in of nabij dichtbevolkte gebied. Bij de onderzochte aanvallen heeft Amnesty International geen aanwijzingen gevonden dat Hamas menselijke schilden gebruikte, of zelfs maar dat er strijders aanwezig waren op de locaties waar de aanvallen plaatsvonden.

Hoe dan ook: zelfs als gewapende groeperingen hun verplichtingen niet nakomen, blijft Israël gebonden aan het internationaal humanitair recht, inclusief het verbod op willekeurige en disproportionele aanvallen.

Conventies van Genève

Alle staten hebben de verplichting om ervoor te zorgen dat de regels van het internationaal humanitair recht worden nageleefd, ook door andere staten. Het commentaar van het Rode Kruis (2020) op artikel 1 van de Conventies van Genève luidt: “Financiële, materiële of andere steun in de wetenschap dat die steun zal worden gebruikt om schendingen van het humanitair recht te begaan, zou daarom in strijd zijn met artikel 1.” In de huidige omstandigheden schenden wapenleveranties van de VS aan Israël de verplichtingen van de VS onder de Conventies van Genève.

Bovendien kunnen de VS medeverantwoordelijk zijn voor ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht door Israël met door de VS geleverde wapens, omdat alle staten de plicht hebben niet bewust bij te dragen aan internationaal onrechtmatige daden van andere staten. De regels over staatsverantwoordelijkheid zijn regels van het internationaal recht. Ze zijn terug te vinden in de artikelen van de International Law Commission (ILC) over de verantwoordelijkheid van staten voor internationaal onrechtmatige daden (Articles on State Responsibility).

Volgens artikel 16 van de Articles on State Responsibility kan een staat verantwoordelijk worden geacht voor hulp bij, of medeplichtigheid aan, een schending van het internationaal humanitair recht wanneer de hulpverlenende staat hulpverleent en “dit doet met kennis van de  omstandigheden van de internationaal onrechtmatige daad”, en wanneer de daad van dien aard is dat deze onrechtmatig zou zijn geweest als deze door de hulpverlenende staat zelf zou zijn begaan.

Achtergrond

Lees het uitgebreide Engelstalige nieuwsbericht.

Meer over dit onderwerp