President Rodrigo Duterte van de Filipijnen
© Getty Images

Filipijnen: gevaarlijke antiterreurwet zet mensenrechten verder onder druk

In de Filipijnen heeft president Duterte een nieuwe antiterreurwet ondertekend. Daarmee kunnen mensen die alleen maar milde kritiek uiten op de regering bestempeld worden als terrorist.

‘De regering heeft een nieuw wapen in handen om vermeende vijanden van de staat te achtervolgen,’ zegt Nicholas Bequelin van Amnesty International. ‘Een wet die ‘terrorisme’ zo vaag definieert kan de aanvallen op mensenrechtenverdedigers alleen maar verergeren. Met het goedkeuren van deze wet krijgt de regering van Duterte ongekend veel ongecontroleerde macht.’

Mensenrechten verder onder druk

Wetgeving die bedoeld is om terrorisme tegen te gaan, moet internationale mensenrechtenwetgeving en humanitair recht respecteren en fundamentele vrijheden beschermen. Dat is hier niet het geval. De invoering van de antiterrorismewet is het meest recente voorbeeld van de verslechtering van de mensenrechtensituatie in de Filipijnen. Dit toont eens te meer dat de Verenigde Naties een formeel onderzoek zouden moeten instellen naar de aanhoudende wijdverbreide en systematische schendingen in het land.

Achtergrond

Op 3 juli 2020 zette president Duterte zijn handtekening onder de ‘antiterrorismewet van 2020’. De wet vervangt de ‘veiligheidswet van 2007’. Amnesty riep de Filipijnse regering op de wet in te trekken omdat er gevaarlijke bepalingen in staan die de mensenrechten verder ondermijnen.

Definitie van terrorisme

De wet definieert terrorisme als volgt.

  • Zich bezighouden met handelingen die bedoeld zijn om iemand te doden of ernstig lichamelijk letsel toe te brengen of die iemands leven in gevaar brengen;
  • Zich bezighouden met handelingen die gericht zijn op het beschadigen of vernietigen  van een  regerings- of openbare voorziening, een openbare plaats of privé-eigendom;
  • Zich bezighouden met handelingen die bedoeld zijn om belangrijke infrastructuur te verstoren, beschadigen of vernietigen;
  • Het ontwikkelen, produceren, bezitten, verwerven, vervoeren, leveren of gebruiken van wapens; en
  • Het laten ontsnappen van gevaarlijke stoffen of het veroorzaken van brand, overstromingen of explosies als het doel daarvan is het publiek te intimideren, angst te creëren, de regering of een andere internationale organisatie te provoceren of beïnvloeden door middel van intimidatie, fundamentele politieke, economische of sociale structuren in het land ernstig te destabiliseren of vernietigen, of de openbare veiligheid ernstig te ondermijnen.

Volgens de wet kunnen mensen een levenslange gevangenisstraf krijgen als zij een misdrijf voorstellen, aanmoedigen, met anderen beramen en meedoen aan de planning, de opleiding voor het plegen van een misdrijf en het faciliteren ervan. Die straf geldt ook voor mensen die ‘terroristen’ steunen en voor degenen die leden voor een ‘terroristische organisatie’ werven.

Mensen die dreigen met ‘terrorisme’, anderen aansporen tot ‘terrorisme’ of zich vrijwillig aansluiten bij een ‘terroristische organisatie’ kunnen 12 jaar gevangenisstraf krijgen.