Filipijnen: Dutertes oorlog tegen drugs gaat onverminderd door (update)
De Filipijnse autoriteiten geven toe dat de politie ten minste 6.600 mensen heeft doodgeschoten in de strijd tegen drugs. Dat blijkt echter het topje van de ijsberg: duizenden mensen zijn vermoord door onbekende gewapende personen met mogelijke links met de politie. Vooral mensen uit arme wijken lopen risico. En de agenten in kwestie gaan vrijuit.
Update
Op 11 juli 2019 nam de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties een resolutie aan om de zorgwekkende mensenrechtensituatie in de Filipijnen te onderzoeken en erover te rapporteren. ‘De resolutie maakt duidelijk dat de internationale gemeenschap niet wegkijkt nu buitengerechtelijke executies en andere ernstige mensenrechtenschendingen straffeloos gepleegd kunnen worden,’ zegt Nicholas Bequelin van Amnesty International. ‘We dringen er bij de Filipijnse autoriteiten op aan om samen te werken met het VN-Mensenrechtenkantoor dat het onderzoek leidt. Ook roepen we met klem op maatregelen te nemen om een einde te maken aan de wrede moorden.’ Over een jaar worden de bevindingen besproken tijdens de 44e zitting van de VN-Mensenrechtenraad.
Drie jaar geleden verklaarde de Filipijnse president Rodrigo Duterte ‘de oorlog tegen drugs’. In de praktijk houdt dit in dat de politie er niet voor schuwt om verdachten meteen neer te schieten. Er zijn onwettige ‘drugslijsten’ waar de namen op staan van mensen die iets met drugs te maken zouden hebben. Dit kunnen onder anderen gebruikers zijn, maar ook handelaren.
De lijsten kloppen vaak niet en de mensen die erop staan zijn vogelvrij: ze kunnen bezoek krijgen van de politie en zelfs worden neergeschoten. Dat blijkt uit Amnesty’s nieuwe rapport ‘They just kill’: Ongoing extrajudicial executions and other violations in the Philippines’ ‘war on drugs’, dat vandaag verschijnt.
Verwoeste levens
De anti-drugs-campagne van Duterte gaat onverminderd voort en verwoest levens en gemeenschappen. De VN moet onmiddellijk een onderzoek instellen naar de ernstige mensenrechtenschendingen en mogelijke misdaden tegen de menselijkheid die begaan worden als onderdeel van de ‘oorlog tegen drugs’ in de Filippijnen. President Duterte blijft die verdedigen. Hij vindt dat mensen die betrokken zijn bij drugs ‘criminelen’ zijn en dat het ‘gerechtvaardigd’ is hen te doden.
‘Het is niet veilig om arm te zijn’
Amnesty’s rapport is een update van een eerder onderzoek uit 2017. Toen bleek dat de politie voornamelijk arme mensen tot doelwit maakte en vaak zelf ‘bewijs’ bij mensen neerlegde. De politie zette ook huurmoordenaars in, stal goederen van de mensen die ze doodden, en rommelde met de gegevens in officiële rapporten.
‘Het is niet veilig om arm te zijn in de Filipijnen van president Duterte,’ zegt Amnesty’s Nicholas Bequelin. ‘Het enige wat nodig is om vermoord te worden is een onbewezen beschuldiging dat iemand drugs gebruikt, koopt of verhandelt. Overal waar we onderzoek deden waren gewone mensen doodsbang. Angst zit nu diep in de hele samenleving.’
Buy-bust
Bij alle politieoperaties die Amnesty onderzocht, verklaarde de politie dat ze had gehandeld vanwege het zogenaamde ‘buy-bust’-principe: er was een undercoveractie rond de pseudoverkoop van drugs gaande, de verdachten waren gewapend en vochten terug, en de politie “moest” wel dodelijk geweld inzetten. Familieleden en getuigen spreken dit tegen: in sommige gevallen had het slachtoffer niet eens een wapen of was te arm om er een te kopen. In andere gevallen werden de slachtoffers eerst als vermist opgegeven, om later – als het lichaam werd gevonden – door de politie als ‘buy-bust’-slachtoffer gemeld te worden.
Een Filipijnse forensisch expert vertelde Amnesty-onderzoekers dat de politierapporten over deze gevallen niet geloofwaardig zijn: ‘Het is zo consistent, het is een script. Echt, het rapport ziet eruit als een invuloefening.’
‘Ze doodden hem als een dier’
In de zaak van de 30-jarige Jovan Magtanong beweerde de politie dat Magtanong, vader van drie kinderen, hen had beschoten. De politie ontdekte toen een .38-geweer en zakjes met drugs in zijn huis. Maar getuigen vertelden dat Magtanong naast zijn kinderen aan het slapen was toen de politie aan zijn deur klopte, omdat ze op zoek waren naar een andere man. De familie verklaarde dat Magtanong geen geweer bezat en al een jaar geen drugs had gebruikt. ‘Ze doodden hem als een dier,’ zei een familielid.
Promotie voor de politiedaders
In het gebied Bulacan is het aantal onwettige moorden enorm toegenomen. Dit nadat hooggeplaatste politieagenten naar het gebied werden overgeplaatst. Politiecommandanten die voorheen werkzaam waren in Metro Manila – wat eerst het gebied met het hoogste aantal drugsgerelateerde moorden was – kregen promotie en zijn overgeplaatst naar Bulacan en de regio Luzon. ‘De transfers van hooggeplaatste politiemedewerkers naar gebieden waar de moorden dan toenemen is een zorgwekkend signaal van straffeloosheid,’ zegt Nicholas Bequelin.
Reactie Filippijnse autoriteiten
De woordvoerder van de Filippijnse overheid noemde Amnesty in een reactie op het rapport ‘koppig en onverbeterlijk’.