Europees Hof: Turkije moet gewetensgevangene Osman Kavala onmiddellijk vrijlaten
In een nieuwe uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens wordt Turkije vandaag veroordeeld omdat het een eerdere uitspraak van het Hof in 2019 niet heeft uitgevoerd. Toen eiste het Hof de onmiddellijke vrijlating van Osman Kavala.
Het Hof is van oordeel ‘dat de door Turkije aangegeven maatregelen het niet toelaten te concluderen dat de staat “te goeder trouw” handelde, op een manier die verenigbaar is met de “uitkomsten en de geest” van het Kavala-arrest’.
Beschamend voor autoriteiten
‘Deze uitspraak is beschamend voor de Turkse autoriteiten’, zegt Julia Hall van Amnesty International. ‘Bijna 3 jaar lang hebben ze geweigerd om het arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens uit 2019 uit te voeren en Osman Kavala vrij te laten. De uitspraak van vandaag legt opnieuw bloot dat de regering zich niet aan een wettelijk bindende verplichting houdt.’
‘De zaak van Kavala is symbolisch voor de onderdrukking van maatschappelijke organisaties en de afnemende bescherming van de mensenrechten in Turkije. Als Turkije volhardt in zijn weigering om Osman Kavala vrij te laten, zal het zichzelf verder verlagen als lid van de Raad van Europa. De Raad van Europa, haar lidstaten en de Europese Unie moeten er bij Turkije op aandringen om Osman Kavala en de vele anderen die onder vergelijkbare omstandigheden worden vastgehouden, eindelijk vrij te laten.’
Levenslange gevangenisstraf
Op 25 april 2022 werd Osman Kavala tot een levenslange gevangenisstraf veroordeeld, naar verluid vanwege ‘een poging om met geweld de regering af te zetten’. Zeven andere verdachten kregen 18 jaar cel opgelegd vanwege medeplichtigheid. Tenzij het Hof van Beroep het vonnis vernietigt, zal Osman Kavala de rest van zijn leven in de gevangenis doorbrengen. Kavala zit al 4,5 jaar gevangen vanwege zijn maatschappelijk activisme.
Achtergrond
In 2019 oordeelde het Europees Hof voor de Rechten van de Mens dat Kavala’s recht op vrijheid was geschonden en dat de Turkse regering hem het zwijgen wilde opleggen. Het vonnis riep op tot zijn onmiddellijke vrijlating. De Turkse autoriteiten gaven geen gehoor aan de uitspraak, maar vervolgden Kavala juist op basis van belachelijke beschuldigingen waarvoor geen enkel bewijs is.
Het Comité van Ministers van de Raad van Europa houdt toezicht op de uitvoering van de uitspraken van het Europese Hof. In februari 2022 begon dat Comité inbreukprocedures tegen Turkije wegens het niet uitvoeren van de uitspraak van het Hof. Dit moet het Comité doen volgens het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Slechts één keer eerder werd er een inbreukprocedure gestart vanwege het niet uitvoeren van arresten van het Hof. Dat was in de zaak Ilgar Mammadov v Azerbeidzjan..
In juni verklaarde Amnesty International dat Osman Kavala en zes medebeklaagden gewetensgevangenen zijn nadat zij op 25 april 2022 onterecht werden veroordeeld in het Gezi-proces.