EU-Libanondeal gevaar voor mensenrechten
De afgelopen maanden heeft de Libanese regering gepleit voor een migratiedeal tussen de EU en Libanon. Hierbij zou de EU volgens berichtgeving extra financiële steun verlenen aan de Libanese veiligheidsdiensten. Dit om te voorkomen dat mensen, onder wie Syrische vluchtelingen en Libanese staatsburgers, Europa bereiken. De deal zou ook programma’s uitbreiden, die ervoor zorgen dat vluchtelingen worden teruggestuurd naar zogenaamd ‘veilige gebieden’ in Syrië.
De Libanese autoriteiten en de Europese Unie moeten hun verplichtingen onder het internationaal recht nakomen. Ze mogen vluchtelingen niet met geweld naar Syrië terugsturen zolang niet aan de voorwaarden voor veilige, vrijwillige en waardige terugkeer is voldaan. Dat zeiden acht maatschappelijke organisaties, waaronder Amnesty International, vandaag in een toespraak bij de EU voorafgaand aan het bezoek aan Beiroet van Commissievoorzitter Ursula von Der Leyen.
Deze deal met Libanon is de laatste in een reeks overeenkomsten voor migratiesamenwerking waarover de EU heeft onderhandeld. Deze roepen de hulp van derde landen in op het gebied van grenscontrole, en zijn gemaakt om de verantwoordelijkheid voor mensen die op zoek zijn naar veiligheid af te schuiven.
Met de deals worden mensen blootgesteld aan mensenrechtenrisico’s. De deals ondermijnen de asielbescherming en het internationale beschermingssysteem als geheel. Ze onttrekken zich aan het publieke, parlementaire en rechterlijke toezicht in de EU en de partnerlanden. De deals missen consequent voldoende monitoring- en toezichtmechanismen om ervoor te zorgen dat de EU niet medeplichtig is aan mensenrechtenschendingen.
Patroon van verantwoordelijkheid afschuiven
Een schrijnend voorbeeld van een deal waar we de gevolgen tot op de dag van vandaag van zien, is de in 2016 gesloten EU-Turkijedeal. Op 8 april 2024 daagden Amnesty International, Stichting Bootvluchteling en Defense for Childeren de Nederlandse staat hierover voor de rechter. De organisaties willen dat Nederland verantwoordelijk wordt gehouden voor het schenden van Nederlandse, internationale en EU-wetgeving en voor de jarenlange, mensonterende omstandigheden op de Griekse eilanden, die ontstonden als gevolg van deze deal. Meer hierover lees je hier.
De EU-Turkijedeal had en heeft een directe impact op het leven van tienduizenden mensen, zonder dat er iemand verantwoordelijkheid neemt. Ook de Tunesië deal is een omstreden overeenkomst. Tunesië wordt geleid door de repressieve leider Kais Saied en is een land met een slechte mensenrechten reputatie. Dit alles weerhoudt de EU niet om samen te werken. De nieuwe plannen van de EU passen in dit patroon, waarbij mensenrechten niet meewegen in de deals die gesloten worden en de verantwoordelijkheid voor mensen op de vlucht wordt afgeschoven.
Syrië nog altijd niet veilig
Geen enkel deel van Syrië is veilig voor terugkeer. De Verenigde Naties blijven volhouden dat de omstandigheden in Syrië “niet bevorderlijk zijn voor een veilige en waardige terugkeer”. In april 2024 constateerde het Asielagentschap van de Europese Unie (EUAA) dat in de meeste gebieden van Syrië de mate waarin willekeurig geweld plaatsvindt hoog of substantieel is. Ook het risico op vervolging is nog altijd wijdverspreid.
Sinds 2020 maakt Syrië de ergste escalatie van het geweld mee. Alleen al in de afgelopen twee maanden hebben zowel de VN-onderzoekscommissie voor Syrië als het Bureau van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de VN (OHCHR) rapporten uitgebracht waarin werd herhaald dat Syrië onveilig blijft voor terugkeer. Mensen die terugkeren, lopen een verhoogd risico om een doelwit te worden Mensenrechtenorganisaties, waaronder Amnesty International, Human Rights Watch en het Syrian Network for Human Rights, blijven documenteren hoe Syrische veiligheidstroepen en aan de regering gelieerde milities vluchtelingen die terugkeren willekeurig vasthouden, martelen, laten verdwijnen en doden. Deze schendingen zijn vaak een direct gevolg van de vermeende banden met de oppositie. Alleen omdat deze mensen het land verlaten hadden, en hun toevlucht ergens anders zochten, zijn ze doelwit.
Non-refoulement
Door deze omstandigheden dreigt de EU-steun, gericht op het mogelijk maken of stimuleren van terugkeer naar Syrië, te resulteren in gedwongen terugkeer van vluchtelingen. Hierdoor worden Libanon en de EU medeplichtig aan schendingen van non-refoulement, dat staten verplicht mensen niet onder dwang terug te sturen naar landen waar zij het risico lopen op vervolging of andere ernstige schendingen van de mensenrechten.
Bovendien deporteren de Libanese autoriteiten sinds 2019 Syrische vluchtelingen na een snelle berechting door een militaire rechtbank naar Syrië, onder meer via gedwongen terugkeer aan de grens. Dit is in strijd met het beginsel van non-refoulement.
Levensgevaarlijke routes
Hierdoor zou de steun van de EU aan Libanese veiligheidsagentschappen (met als doel de migratie naar Europa te beperken) ertoe kunnen leiden dat Syriërs nog langere en gevaarlijkere routes nemen om de Europese kusten te bereiken, om gedwongen deportatie naar Syrië te voorkomen. Hierdoor worden ze afhankelijk van smokkelaars en zijn ze kwetsbaar voor mensenhandel.
Economische crisis
Libanon blijft het land dat het grootste aantal vluchtelingen per hoofd van de bevolking opvangt. Naar schatting wonen er momenteel 1,5 miljoen Syrische vluchtelingen in het land.
Te midden van een acute economische crisis met meer dan 80 procent van de bevolking onder de armoedegrens, heeft het land moeite om vluchtelingen te helpen. Donorlanden, waaronder landen uit de EU, hebben hun financiering voor vluchtelingenprogrammering dramatisch verlaagd. Bovendien werden in 2023 slechts 2.800 Syriërs vanuit Libanon naar de EU hervestigd.
Dit komt neer op slechts 1% van het totale aantal Syriërs dat in het land woont en hervestiging nodig had.
De Libanese vluchtelingenbevolking is nog meer onder druk gezet sinds het recente opschorten van de financiering aan de UNRWA (United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees) . Deze organisatie biedt hulp aan 250.000 Palestijnen in Libanon.
Bescherming centraal
Er had al lang meer EU-steun geboden moeten worden aan Libanon zodat het land beter tegemoet kon komen aan de behoeften van vluchtelingen. Een goed geregelde samenwerking met partnerlanden – gebaseerd op de mensenrechten en de rechtsstaat – zou inclusieve groei en duurzame ontwikkeling kunnen opleveren en strategische partnerschappen kunnen bevorderen.
Dit soort partnerschappen moeten onder meer risico’s en inschattingen op het gebied van de mensenrechten omvatten. Evenals onafhankelijk toezicht en clausules om de samenwerking op te schorten als er mensenrechtenschendingen volgen.
Elk migratiepartnerschap tussen de EU en Libanon moet gericht zijn op het beschermen van Syrische vluchtelingen in Libanon, onder meer door het stopzetten van uitzettingen.
Verder is aanvullende EU financiering nodig ter ondersteuning van vluchtelingen- en Libanese gastgemeenschappen en moeten meer Syrische vluchtelingen, die nu verblijven in Libanon, in Europa terecht kunnen. Illegale pushbacks van EU-landen naar Libanon mogen niet meer voorkomen.
Ten slotte moeten de EU en de lidstaten ervoor zorgen dat zij adequate steun verlenen aan de UNRWA.
Meer lezen over migratiedeals:
Mensenrechtenschendingen door migratie- en asielpact