Ethiopië: Tigray People’s Liberation Front maakt zich schuldig aan verkrachting en andere oorlogsmisdaden
Uit onderzoek van Amnesty International blijkt dat strijders van het Tigray People’s Liberation Front (TPLF) zich tijdens hun aanvallen in Amhara (Ethiopië) in augustus 2021 schuldig hebben gemaakt aan groepsverkrachting, fysiek geweld en plunderingen.
Groepsverkrachting een fysiek geweld
Het TPLF nam in augustus jl. de macht over in de stad Nifas Mewcha in de Amhara-regio. Regionale overheidsbeambten vertelden aan Amnesty dat meer dan 70 vrouwen bij de autoriteiten hadden gemeld dat zij door TPLF-strijders verkracht waren in deze periode.
Zestien vrouwen uit Nifas Mewcha vertelden aan Amnesty International dat TPLF-strijders hen onder bedreiging van een vuurwapen hadden verkracht. Veertien van de zestien vrouwen die Amnesty sprak gaf aan slachtoffer te zijn van een groepsverkrachting.
De 28-jarige Hamelmal beschreef hoe TPLF-strijders haar verkrachten, terwijl haar dochter alles zag: ‘Ik heb kinderen. Ik was bang dat ze mijn dochters zouden vermoorden. Ik zei “vermoord mijn kinderen niet, doe met mij wat je maar wilt.” De jongste dochter sliep nog, maar de oudere, tienjarige dochter was wakker en zag wat er gebeurde. Ik heb de kracht niet om te vertellen wat zij zag.”
Mensonterend verbaal geweld en diefstal
TPLF-strijders gebruikten ook verbale vernederingen zoals ‘Amhara-ezel’ of ‘hebzuchtige Amhara’. In enkele gevallen zeiden ze dat ze hen verkrachtten uit wraak voor de verkrachting van Tigray-vrouwen door Ethiopische overheidstroepen.
Na het verkrachten van de vrouwen plunderden TPLF-strijders hun huizen. Ze namen eten, sierraden, contant geld en mobiele telefoons mee.
Meskerem, die kollo [een lokaal gerecht] verkoopt, vertelde aan Amnesty: ‘Vier soldaten kwamen naar mijn restaurant en aten en dronken wat er maar beschikbaar was. Daarna verkrachten twee strijders mij en pakten mijn ring en ketting af.’
Gezondheidsproblemen
Vijftien van de zestien verkrachtingsslachtoffers die Amnesty sprak, hadden fysieke en psychische problemen na de aanvallen, zoals rugpijn, bloed in de urine, moeite met lopen, angsten en depressie.
Aangezien TPLF-strijders het lokale ziekenhuis en de gezondheidspost hadden beschadigd, konden slachtoffers daar niet terecht voor post-verkrachtingszorg, waaronder nood-anticonceptie, medicatie tegen HIV of andere soa’s, of geestelijke gezondheidsbehandelingen. De NGO die normaal dit soort zorg levert kan het gebied niet in vanwege veiligheidsrisico’s die zijn ontstaan na vijandige publieke verklaringen van de overheid tegen internationale humanitaire organisaties.
Oproep Amnesty
Agnès Callamard, secretaris-generaal van Amnesty International: ‘Overlevenden vertelden over afschuwelijke handelingen van TPLF-strijders die neerkomen op oorlogsmisdaden en mogelijk op misdaden tegen te menselijkheid. Ze druisen in tegen elke moraal of elk greintje menselijkheid.’
De Ethiopische overheid moet ervoor zorgen dat beschuldigingen van seksueel geweld direct, effectief, onafhankelijk en onpartijdig worden onderzocht. Ze moet verdachten een eerlijk proces geven en er moet compensatie voor de slachtoffers komen.