Ethiopië: Bloedbad door Eritrese troepen lijkt misdaad tegen de menselijkheid
Eritrese troepen die in de Ethiopische staat Tigray vochten, doodden op 28 en 29 november 2020 systematisch honderden ongewapende burgers in de noordelijke stad Axum. Ze openden het vuur op willekeurige voorbijgangers en voerden huis-aan-huis invallen uit in een bloedbad dat lijkt te wijzen op misdaden tegen de menselijkheid, zo blijkt uit een vandaag verschenen Amnesty-rapport.
Amnesty International sprak met 41 overlevenden en getuigen die recent waren aangekomen als vluchtelingen in Oost-Soedan en voerde telefonische interviews met mensen in Axum zelf. De ooggetuigen beschreven buitengerechtelijke executies, willekeurige beschietingen en wijdverbreide plunderingen nadat Ethiopische en Eritrese troepen een offensief hadden geleid om de controle over de stad over te nemen tijdens het conflict met het Tigray People’s Liberation Front (TPLF) half november.
Analyse van satellietbeelden door Amnesty’s Crisis Evidence Lab bevestigt die verklaringen over willekeurige beschietingen en massale plunderingen. Ook werden waarschijnlijke massagraven geïdentificeerd.
Systematisch doden
‘Het bewijs is overtuigend en leidt tot een huiveringwekkende conclusie’, zegt Deprose Muchena van Amnesty International. ‘Ethiopische en Eritrese troepen pleegden meerdere oorlogsmisdaden in hun offensief om de controle over Axum te herwinnen. Eritrese troepen sloegen op hol en doodden systematisch honderden burgers in koelen bloede, wat kan duiden op misdaden tegen de menselijkheid.’
De massamoorden vonden plaats net voor de jaarlijkse viering van Axum Tsion Mariam op 30 november, een groot Ethiopisch orthodox-christelijk feest. De herinnering aan het bloedbad zal vanaf nu een schaduw werpen over een jaarlijks feest dat normaal gesproken veel pelgrims en toeristen naar de heilige stad trekt.
Grootschalig militair offensief
Op 19 november 2020 namen Ethiopische en Eritrese strijdkrachten de controle over Axum over tijdens een grootschalig offensief, waarbij vele burgers werden gedood of moesten vluchten. In de negen dagen die volgden, was het Eritrese leger betrokken bij wijdverbreide plunderingen van burgerbezit en buitengerechtelijke executies.
Getuigen konden de Eritrese strijdkrachten gemakkelijk identificeren. Ze reden in voertuigen met Eritrese kentekenplaten, droegen opvallende camouflage en schoeisel van het Eritrese leger en spraken Arabisch of een dialect van Tigrinya dat in Ethiopië niet wordt gesproken. Sommigen droegen de rituele gezichtslittekens van de Ben Amir, een etnische groep die niet in Ethiopië woont. Enkele soldaten maakten geen geheim van hun identiteit; ze vertelden de bewoners openlijk dat ze Eritrees waren.
Willekeurig doden
Volgens getuigen hebben de Eritrese troepen op 28 en 29 november het ergste geweld ontketend. De aanval kwam direct nadat een kleine groep pro-TPLF-militieleden in de ochtend van 28 november een soldatenbasis had aangevallen. De militieleden waren gewapend met geweren en werden ondersteund door bewoners die met geïmproviseerde wapens zwaaiden, zoals stokken, messen en stenen.
Een 22-jarige man die voedsel wilde brengen aan de militie zei tegen Amnesty International: ‘De Eritrese soldaten waren opgeleid, maar de jonge bewoners wisten niet eens hoe ze moesten schieten … veel van de [lokale] strijders begonnen weg te rennen en lieten hun wapens vallen. De Eritrese soldaten kwamen de stad binnen en begonnen willekeurig te doden.’
Volgens bewoners droegen de slachtoffers geen wapens en werden velen neergeschoten terwijl ze probeerden te vluchten. Een ooggetuige die zich wist te verschuilen, zag een groep van zes Eritrese soldaten een buurman doden met een op een voertuig gemonteerd machinegeweer: ‘Hij stond stil. Ik denk dat hij in de war was. Ze waren waarschijnlijk maar 10 meter van hem verwijderd. Ze schoten hem door zijn hoofd.’
Bezaaid met lijken
Een 21-jarige mannelijke bewoner verklaarde: ‘Ik zag veel mensen dood op straat liggen. Zelfs de familie van mijn oom, zes van zijn familieleden kwamen om. Er zijn zoveel mensen vermoord.’ De straten en pleinen van Axum lagen bezaaid met lijken. Eritrese soldaten schoten op iedereen die de lichamen van de doden probeerde te verplaatsen.
Geïnterviewden noemden tientallen bekenden die werden vermoord, Amnesty International heeft de namen verzameld van meer dan 240 slachtoffers. De organisatie heeft het totale dodental niet onafhankelijk kunnen verifiëren, maar consistente getuigenverklaringen en ondersteunend bewijs maken het aannemelijk dat honderden inwoners zijn omgekomen.
De doden begraven
Het hele proces van het verzamelen en begraven van de lichamen duurde enkele dagen. Inwoners schatten dat honderden mensen zijn begraven in de nasleep van het bloedbad, velen werden tegelijk begraven. Satellietbeelden met hoge resolutie van 13 december tonen omgewoelde aarde wat kan duiden op verse graven rond twee kerken in de stad.
‘Er moet dringend een door de VN geleid onderzoek komen naar de ernstige mensenrechtenschendingen in Axum. Degenen die verdacht worden van oorlogsmisdaden of misdaden tegen de menselijkheid moeten worden vervolgd in een eerlijk proces en slachtoffers en hun families moeten volledig schadeloos worden gesteld’, zegt Deprose Muchena. ‘We herhalen onze oproep aan de Ethiopische regering om humanitaire, mensenrechten- en mediaorganisaties volledige en onbelemmerde toegang te verlenen tot Tigray.
Lees hier het hele rapport inzake het bloedbad in Axum: The Massacre of Axum – AFR 25.3730.2021
Lees hier over het bloedblad in Mai-Kadra in Tigray dat Amnesty eerder analyseerde.