Een tragisch Palestijns gelijk

Palestina trad eerder deze maand toe tot het Internationaal Strafhof. De aanklager opende afgelopen vrijdag een vooronderzoek.

Het Palestijnse lidmaatschap vloeit voort uit de erkenning van Palestina als staat met waarnemersstatus door de Algemene Vergadering van de VN in 2012. Een goede juridische reden tegen Palestijnse aansluiting bij het Hof is er eigenlijk niet, ondanks soms luide protesten uit Jeruzalem en menige Atlantische hoofdstad. Het voornaamste politieke bezwaar is dat deze stap het vredesproces dwarsboomt. Aangezien er in werkelijkheid geen vredesproces is, is dat geen overtuigend argument. Zou het er wel zijn, dan was nog maar de vraag of deze Palestijnse stap een dwarsboom zou zijn.

Overigens, veel heil voor wie ook zal deze deelname aan het Strafhof waarschijnlijk niet brengen, want dit lijken mij nu zo’n beetje de mogelijke scenario’s.

Afrikaanse toestanden in Palestijnse kringen

Nu de Palestijnse regering het Hof rechtsmacht heeft verleend over bezet Palestijns gebied vanaf 13 juni 2014, zal zij verwachten dat binnenkort de aanklager Israëlische verdachten van oorlogsmisdrijven afgelopen zomer begaan tijdens operatie Protective Edge naar Den Haag sleept. Mocht de aanklager tot de conclusie komen dat daarvoor onvoldoende aanleiding is, dan dreigen Afrikaanse toestanden in Palestijnse kringen. Oorspronkelijk enthousiasme voor het Strafhof slaat om in een ogenschijnlijk diepe overtuiging dat de Haagse internationale strafrechters slechts dienaren van Westers neokolonialisme zijn. In Moskou en Beijing zal instemmend worden geknikt; in Nairobi en Khartoem gegniffeld, of gebulderd van het lachen.

Hoongelach in Nairobi en Khartoem

Een tweede scenario: de aanklager meent dat er vervolgbare oorlogsmisdrijven zijn begaan. Dan zijn er interessante complicaties. Ten eerste zal waarschijnlijk een aantal Europese lidstaten bij het Strafhof (net als de niet-lidstaten VS en Israël) niet meewerken aan de opsporing van Israëlische verdachten, getuigen en bewijs. Waarschijnlijk onder aanroeping van het vredesproces. Dat leidt ertoe dat het regime van justitiële samenwerking met het Hof waaraan lidstaten gehouden zijn verder wordt uitgehold. Het is precies dit regime dat in menig Afrikaanse zaak bij het Strafhof onder druk staat. Zonder justitiële medewerking van zijn lidstaten is het Strafhof een machteloos orgaan. Bovendien, openlijke non-coöperatie in de ene zaak ondermijnt ook het gezag van het Hof in andere zaken. Ze blijven lachen in Nairobi en Khartoem.

In een aannemelijke variant van dit scenario worden bovendien niet alleen Israëlische maar ook Palestijnse oorlogsmisdrijven voor het Hof vervolgd. Dat kan aan Palestijnse zijde tot immense verontwaardiging leiden, gespeeld of niet, want daar geldt de mantra dat vanwege de krachtsverschillen tussen de partijen en de aard van het conflict, waarin Palestijnen een bevrijdingsstrijd voeren tegen een bezetting, Palestijns geweld nooit met Israëlische misdrijven op één lijn kan worden gesteld. (Kijk maar naar de Palestijnse reacties op het rapport-Goldstone uit 2009. Voor Palestijns geweld is er blijkbaar altijd een excuus of rechtvaardiging. In Israëlische ogen geldt ook zoiets, maar dan andersom: Palestijns geweld is terrorisme en Israëlisch geweld altijd gerechtvaardigde zelfverdediging.) In ieder geval kan de lust tot justitiële samenwerking met het Hof in dit scenario ook Palestijnse autoriteiten snel vergaan.

Onvoorspelbaar

Nog een variant. De aanklager kan tot de conclusie komen dat sommige Palestijnse groepen voor het Strafhof vervolgbare misdrijven hebben begaan, maar andere niet. ’t Is moeilijk te voorspellen wat dat voor gevolgen heeft voor de onderlinge Palestijnse verhoudingen en voor Palestijnse samenwerking met het Hof.

Binnen elk scenario is het goed mogelijk dat enkele staten via de Veiligheidsraad proberen het Hof onderzoeken en vervolgingen tijdelijk te laten staken. En in de Veiligheidsraad is ‘tijdelijk’ een rekkelijk begrip.

Nu Palestina door de Algemene Vergadering als staat erkend is en universeel lidmaatschap van het Internationaal Strafhof nog steeds de doelstelling van de lidstaten van het Hof is, is de aansluiting van Palestina geen tragische vergissing, zoals sommige politici en analisten menen, maar eerder een tragisch gelijk. Voor het Israëlisch-Palestijns conflict zal dit politiek volstrekt logische lidmaatschap weinig soelaas bieden en het Hof kan er behoorlijke politieke averij door oplopen. Maar dat valt het Hof niet aan te rekenen. Wel onwillige lidstaten die, net als de niet-lidstaten VS en Israël, deze toetreding wilden verhinderen. Zij hebben weinig politiek krediet om straks de onwelkome Palestijnse autoriteiten tot medewerking met het Hof te bewegen voor zo ver een toekomstig onderzoek van de aanklager zich ook op Palestijnse misdrijven richt. In Nairobi en Khartoem zal nog lang gelachen worden.

Lees hier de positie van Amnesty International en hier de recente aankondiging van het vooronderzoek door de Aanklager bij het Internationaal Strafhof.