DRC: Staat van beleg gebruikt om kritiek te smoren
In mei 2021 riepen de autoriteiten van de Democratische Republiek Congo (DRC) in de provincies Noord-Kivu en Ituri de staat van beleg uit. Ze gebruiken de staat van beleg om kritiek te smoren. Sindsdien doodden veiligheidstroepen twee mensenrechtenactivisten. Tientallen activisten werden opgepakt op grond van verzonnen aanklachten. Dat blijkt uit een rapport dat Amnesty International vandaag uitbrengt.
In het rapport Justice and freedoms under siege in North Kivu and Ituri laat Amnesty International zien dat leger en politie verstrekkende macht hebben. Ze gebruiken die om mensen die zij als kritisch op de staat van beleg beschouwen tot zwijgen te brengen. Het gaat dan bijvoorbeeld om parlementsleden, activisten die zich inzetten voor meer democratie en mensenrechtenverdedigers. De autoriteiten zetten militaire rechtbanken in om via oneerlijke processen critici van de overheid te vervolgen.
Veel meer burgerdoden
President Tshisekedi beweerde dat hij de staat van beleg uitriep om gewapende groeperingen te bestrijden en burgers te beschermen. Het afgelopen jaar is het aantal burgerdoden als gevolg van het conflict in de regio echter meer dan verdubbeld. Volgens de Verenigde Naties vielen er tussen juni 2020 en maart 2021 559 burgerdoden in Noord-Kivu en Ituri, tussen juni 2021 en maart 2022 ten minste 1.261.
Critici vervolgd
De militaire autoriteiten in de regio bestempelden mensenrechtenverdedigers of parlementsleden die de maatregelen bekritiseerden als ‘staatsvijanden’ en arresteerden en vervolgden hen. Ten minste twee van hen werden zelfs gedood. Zo overleed de 22-jarige Mumbere Ushindi aan de schotwonden die hij opliep toen de politie op hem schoot tijdens een demonstratie.
Vier leden van het provinciale parlement en één nationaal parlementslid werden gearresteerd en vervolgd omdat ze kritiek leverden op de verslechterende veiligheidssituatie en machtsmisbruik door leger en politie.
Ook werden journalisten aangevallen, zonder dat de autoriteiten daarnaar onderzoek instelden. Volgens de organisatie Journalistes En Danger (JED) werden sinds het uitroepen van de staat van beleg ten minste drie journalisten in de regio gedood.
Oneerlijke rechtspraak door militaire rechtbanken
President Tshisekedi besloot militaire rechtbanken recht te laten spreken over burgers, wat volgens internationaal recht niet mag. Het recht op een eerlijk proces werd verder geschonden doordat de militaire rechtbanken niet genoeg capaciteit hebben om de enorme toename van rechtszaken te behandelen. Veel mensen verblijven daardoor in voorarrest. Ook verslechterden de omstandigheden in gevangenschap nog meer.
Tientallen mensenrechtenverdedigers werden in april van dit jaar veroordeeld tot 1 jaar gevangenisstraf voor het ‘aanzetten tot het niet gehoorzamen aan de wet’. Zij waren in november 2021 gearresteerd omdat ze demonstreerden voor een evaluatie van de staat van beleg. Volgens hen had die de veiligheid van burgers niet vergroot. Zeker acht van deze veroordeelden werden ziek door de slechte omstandigheden in de gevangenis en mishandeling.
Amnesty’s oproep
Amnesty International roept president Felix Tshisekedi op alle inperkingen van de mensenrechten op te heffen. Hij moet voorkomen dat de staat van beleg permanent wordt door een planning uit te brengen waarin staat wanneer de beperkingen eindigen. Ook moeten de Congolese autoriteiten alle willekeurig gearresteerden onmiddellijk vrijlaten.
Grondstofrijke conflictregio
Noord-Kivu en Ituri liggen in het Oosten van de DRC. De regio is rijk aan grondstoffen als goud, coltan, tin, wolframiet, wolfraam, olie en hout. Sinds de jaren ’90 van de twintigste eeuw gaat de regio gebukt onder gewapende conflicten. De afgelopen jaren is het geweld toegenomen. Tussen 2017 en april 2022 werden er volgens de Kivu Security Tracker 7.380 burgers gedood.
Staat van beleg
Op 3 mei 2021 kondigde de president van de DRC de staat van beleg af, met het excuus daarmee burgers te beschermen. Alle lokale autoriteiten en rechtbanken werden vervangen door militairen en politie. Zij kregen bevoegdheden om de vrijheid van meningsuiting, van vreedzame samenkomst, van vereniging en de bewegingsvrijheid zover in te perken als zij nodig achten.
De staat van beleg zou aanvankelijk dertig dagen duren. Op verzoek van de regering zou die door het parlement telkens voor een periode van twee weken kunnen worden verlengd. Inmiddels hebben er 22 verlengingen plaatsgevonden. De staat van beleg is daardoor een jaar later nog steeds van kracht.
Lees het rapport Justice and freedoms under siege in North Kivu and Ituri