De vlag kan uit voor mensenrechteneducatie

‘Mamma, waarom juich je nou?’, vroeg mijn dochter afgelopen zaterdag. ‘Omdat ik het afgelopen jaar hard heb gewerkt om die meneer, hij heet Paul, te laten zeggen wat hij nu zegt!’ Dochterlief wil toch iets meer duidelijkheid en vraagt kritisch door. ‘Maar jij maakt en geeft toch lessen over mensenrechten op scholen?’

Door: Kirsja Oudshoorn, Senior Medewerker Mensenrechteneducatie Amnesty International Nederland

Afgelopen zaterdag – zo drong het langzaam tot mij door – was toch echt een historisch moment voor Amnesty International Nederland. Na jarenlange lobby om mensenrechteneducatie, structureel, breed en expliciet in het curriculum verankerd te krijgen, hebben wij ein-de-lijk een mega succes geboekt! One small step for Amnesty, one giant leap for Dutch pupils.

Waar hebben we voor gestreden?

In 2015 hebben we in de lobby vooral op drie punten ingezet:

  • Mensenrechten-educatie is geen vak apart, maar behelst een schoolbrede benadering
  • Zorg voor een koppeling tussen burgerschap en mensenrechten, want het een kan niet zonder het ander.
  • Geef scholen een mensenrechtenkompas, want alle ad hoc maatschappelijke issues die nu over de schoolschutting worden gegooid, zijn ook mensenrechtenissues.

Burgerschap en mensenrechten

Maar wat houdt dat succes dan in? Paul Schnabel bood, als voorzitter van Onsonderwijs2032, zijn definitieve advies – over hoe het onderwijs van de toekomst eruit moet zien wil het bestendig zijn – aan staatssecretaris Dekker aan. In het advies staat onder andere, dat leerlingen een beperkt kerncurriculum aangeboden moeten krijgen, onder het motto: meer van minder. Deze vaste basis omvat Nederlands, Engels, rekenen, digitale geletterdheid, kennis van de wereld en burgerschap.

‘Burgerschap moet een prominentere positie krijgen binnen het onderwijs, moet duidelijker omschreven worden en de school moet echt benaderd worden als oefenplaats voor ‘democratische gezindheid en burgerschapsvaardigheden’, zo schrijft onderwijs2032 in zijn advies. Aardig, denk ik dan, maar zijn de mensenrechten uit het conceptadvies in dit definitieve advies overeind gebleven?! Met een rood hoofd lees ik al een pagina verder de verlossende tekst.

Burgerschap moet vier aspecten omvatten, waarvan het als tweede genoemde voor Amnesty het belangrijkst is: De betekenis van mensenrechten en kinderrechten voor het dagelijkse (samen)leven: kennis van de werking van mensenrechten en de wederkerigheid ervan: ze gelden overal voor iedereen, en dat is alleen mogelijk wanneer men elkaars rechten respecteert; opkomen voor het naleven van mensenrechten. Maar ook in de drie andere aspecten zitten overduidelijke aanknopingspunten, zoals vrijheid van meningsuiting, samenwerken en conflicten oplossen zonder geweld te gebruiken.

Impact

Dekker omarmt het advies volledig en in zijn beknopte samenvatting van het kerncurriculum noemt hij (echt waar!) ‘kennis van de betekenis van mensenrechten’. Het advies wordt breed gedragen, zowel binnen als buiten het onderwijs. Rest mij slechts één conclusie: dit is echt impact! Ik app mijn collega’s binnen Amnesty en het Platform Mensenrechteneducatie en ’s maandags op werk vlieg ik elke collega die ik tegenkom om de hals. Excuses hier nog voor.

We zijn nog niet klaar: in 2016 gaat de ‘ontwerpfase’ van start, waarin in het hele curriculum opnieuw gebouwd gaat worden om in 2017 verder uitgewerkt te worden in concrete leerlijnen. Dekker spreekt van een evolutie, niet van een revolutie. Hij wil het grondig en goed doen en dat kost tijd.

Nog twee jaar zal ik mij vol overgave storten op mijn lobbywerkzaamheden en daarna? Hopelijk werkloos bij Amnesty. Ik antwoord mijn dochter: ‘Ja, dat klopt, maar hopelijk hoeft Amnesty dat niet meer te doen. En ga ik zelf weer voor de klas staan om als échte juf mensenrechteneducatie te geven.’