De doodstraf discrimineert

In mei 1997 stond Kenneth Fults in de Amerikaanse staat Georgia terecht voor de moord op een blanke vrouw. Hij bekende en werd ter dood veroordeeld.

Update:
De Amerikaanse staat Georgia heeft de 47-jarige Kenneth Fults op 12 april geëxecuteerd. Fults kreeg een dodelijke injectie toegediend in het Georgia Diagnostic and Classification Center in Jackson.

Fults is een Afro-Amerikaanse man van eind veertig. Hij is zwakbegaafd en begreep niet altijd de gevolgen van zijn uitspraken tijdens zijn rechtszaak, nu bijna twintig jaar geleden. Veel steun van zijn advocaat kreeg Fults niet. Juryleden verklaarden onder ede dat de advocaat weinig moeite deed om een doodvonnis te voorkomen en dat hij herhaaldelijk in slaap viel. Hij had ten minste verzachtende omstandigheden kunnen opvoeren voor zijn cliënt, zoals verwaarlozing door zijn moeder die zestien was toen hij werd geboren en aan cocaïne verslaafd raakte. Of dat Fults met een IQ van 72 verstandelijk beperkt is. Voor de juryleden was dit zeker van invloed geweest op hun oordeel. Een van hen zei later: ‘Ik geloof niet dat hij een eerlijk proces heeft gehad.’

Racisme

‘Toen hij schuld bekende, wist ik dat ik voor de doodstraf zou stemmen, want dat is wat een neger verdient’, verklaarde een van de juryleden, een blanke man, acht jaar later. ‘Ik weet niet of hij ooit iemand heeft gedood, maar die neger kreeg wat moest gebeuren.’ Hij koos voor het doodvonnis op basis van racistische motieven. Racisme speelt vaker een heimelijke rol bij het oordeel van een jury. Na het bestuderen van meer dan 2.000 moordzaken blijkt dat slechts in 1 procent van de zaken waarin dader en slachtoffer beide zwart zijn, de doodstraf wordt opgelegd. Is de dader zwart en het slachtoffer wit, dan hoort 22 procent een doodvonnis uitspreken. En is de dader wit en het slachtoffer zwart? Dan is dit percentage slechts 3 procent.

Het is opmerkelijk dat in de zaak tegen Fults het jurylid er openlijk voor uitkwam. Zijn bekentenis was een goede reden om de veroordeling van Fults nog eens onder de loep te nemen, maar het federaal Hof van Beroep weigerde na te gaan of racisme van invloed was op Fults’ veroordeling. Het doodvonnis bleef gehandhaafd.

Voor de besten en de slechtsten

Het recht op leven is vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Dat recht geldt voor iedereen. Voor de besten en de slechtsten onder ons. Het staat buiten kijf dat moordenaars bestraft moeten worden, maar de doodstraf is een wrede en onmenselijke straf. Discriminatie speelt vaak een rol bij het bepalen van een doodvonnis. Het treft vooral de meest kwetsbaren in de maatschappij – armen, etnische en religieuze minderheden en mensen met een geestelijke beperking. En blijkt achteraf dat een onschuldig mens is gedood, dan is dat niet terug te draaien. Daarom strijdt Amnesty tegen de doodstraf. Lees waarom in het vandaag verschenen Doodstrafrapport met de cijfers over 2015.