De deal is dood. Lange leve de #realdeal
Het einde van de EU-Turkijedeal is in zicht. De relatie tussen de EU en Turkije is de afgelopen maanden ernstig bekoeld en er gaan stemmen op om de toetredingsonderhandelingen af te breken. Visumliberalisatie zit er voorlopig ook niet in. Erdoğan is not amused. Hoe je het ook wendt of keert, dat alles betekent het naderende einde van de deal.
Tijd dus om de balans op te maken: cynische politiek heeft geleid tot de uitholling van universele mensenrechten. De meest kwetsbare mensen zijn daarvan het slachtoffer geworden. Het enige goede: er verdrinken nauwelijks nog mensen in de Egeïsche Zee.
De in maart gesloten EU-Turkijedeal reduceerde mensen immers tot handelswaar. De kern van de deal is namelijk het 1-voor-1 principe: voor elke Syriër die van Griekenland wordt teruggestuurd naar Turkije, biedt de EU één hervestigingsplek. Dus pas als iemand die zijn leven waagde op de Egeïsche Zee de deur wordt gewezen, is de EU bereid een vluchteling uit Turkije op te nemen.
Voor alle duidelijkheid: hervestiging is het overbrengen van kwetsbare vluchtelingen die in de regio onvoldoende bescherming krijgen. Bijkomend voordeel is dat opvanglanden worden ontlast. Het is een humanitair instrument met als doel om de verantwoordelijkheid voor vluchtelingen te delen, niet om de toestroom van wanhopige mensen in te dammen.
Turkije vangt nog altijd bijna 3 miljoen Syrische vluchtelingen op. De draagkracht van de samenleving staat onder grote druk. Het asielsysteem functioneert slecht. Dat betekent dat de omstandigheden van veel vluchtelingen onzeker en vaak ronduit erbarmelijk zijn. Vluchtelingen hebben recht op huisvesting, gezondheidszorg, onderwijs en toegang tot de arbeidsmarkt. Dat is nodig om een toekomst te kunnen opbouwen en niet afhankelijk te zijn van de overheid.
In plaats daarvan zijn vluchtelingen in Turkije het afgelopen jaar:
- Aan de grens beschoten
- Teruggestuurd naar het door oorlog verscheurde Syrië
- In de kinderarbeid terechtgekomen
- Uitgebuit als illegale werknemers
- Niet naar school geweest – bijna de helft van alle Syrische kinderen zit ‘thuis’
Nederlandse politici van onder andere PvdA en VVD hebben zich het afgelopen jaar in elke mogelijke bocht gewrongen om de cynische EU-Turkijedeal te verdedigen. Toen de mensenrechtensituatie in Turkije na de mislukte couppoging van 15 juli snel verslechterde, kozen zij ervoor een gematigde toon aan te slaan over de flagrante schending van fundamentele rechten.
En dan hebben we het nog niet over de mensonterende omstandigheden in de opvangkampen in Griekenland.
Je vraagt je af of het cynisme van sommige politici geen grenzen kent. Maar dat is misschien wat cynisch.
Waar het op neerkomt is het volgende.
We kunnen mensenrechten alleen beschermen als we dat doen met een rechte rug. Mensenrechten gelden altijd, overal en voor iedereen. Voor die bescherming van mensenrechten hebben we internationaal glasheldere afspraken gemaakt. Die deals staan nog steeds.
Neem het VN-Vluchtelingenverdrag. Uitgangspunt: ieder mens heeft recht op een veilig toevluchtsoord. Het verdrag biedt een helder juridisch kader om mensen die alles achter zich laten vanwege oorlog en vervolging te beschermen.
De EU-Turkijedeal was voor een aantal politici op de korte termijn de oplossing voor een politiek probleem. De problemen van vluchtelingen zijn sindsdien alleen maar groter geworden. Dat is niet wat we hebben afgesproken.
Dames en heren politici, we mogen kwetsbare vluchtelingen op onze drempel niet in de steek laten. Vergeet de Turkijedeal, we hebben al sinds 1951 een uitstekende deal voor vluchtelingen. Die deal heet het Vluchtelingenverdrag. Zullen we ons daar weer gewoon aan gaan houden?