‘Dat ze je op een dag zouden doden’
Twee jaar geleden was ik in Mexico. ‘s Morgens vroeg kreeg ik een telefoontje, dat bevestigde waarvoor je ons zo vaak had gewaarschuwd: dat ze je op een dag zouden doden vanwege je strijd. Op dat moment wist ik dat we op zoek moesten gaan naar gerechtigheid, met net zoveel kracht en vastberadenheid als jij zou hebben gedaan. Wat ik niet wist, was hoe ik zoveel straffeloosheid moest aanpakken.
Ik pakte meteen mijn koffer, belde mijn broers en zussen en vertrok naar Honduras om de ellende die ik heb meegemaakt te delen met de mensen met wie je altijd optrok: de leden van de Consejo Cívico de Organizaciones Populares e Indígenas de Honduras (COPINH, een organisatie ter bescherming van inheemse bevolkingsgroepen), jouw strijdmakkers.
Een paar dagen eerder hadden we het uitgebreid besproken. Je vertelde mij over de mannen van Desarrollos Energéticos S.A. (DESA), die bedreigingen hadden geuit. Dat deden ze tijdens een van de protesten van de gemeenschap van Río Blanco tegen de Agua Zarca-dam die zij aanlegden. Je vertelde me hoe goed de workshop over alternatieve energie liep die de gemeenschap organiseerde. De workshop werd geleid door Gustavo Castro – de enige getuige van de moord op jou. Ik herinner me dat we een verklaring uitbrachten waarin we de investering afkeurden van de Nederlandse Financierings Maatschappij voor Ontwikkelingslanden (FMO), en hoe je me uitlegde dat hun geld de oorzaak was van al het geweld rond het project.
Ik was overweldigd door de vrees dat de staat, die jou vervolgde en als een crimineel behandelde, je dood onbestraft zou laten. Maar ik had me nooit kunnen voorstellen dat ze het zo opzichtig zouden doen of dat we zoveel tekortkomingen zouden tegenkomen in onze zoektocht naar de waarheid.
Mama, ik overdrijf niet wanneer ik zeg dat we er alles aan hebben gedaan om gerechtigheid te bereiken: openlijke veroordelingen, demonstraties, onafhankelijke onderzoeken, voortdurende verzoeken om deel te nemen aan het onderzoek en pogingen om de illegale vergunning – waardoor alles in gang werd gezet – in te laten trekken. En we hebben vorderingen gemaakt. Maar, verdomme! Ik ga hier tegen jou niet over liegen, de maffia die de eindverantwoordelijken voor jouw dood beschermt, is zo machtig.
Elk woord van jou en elke les die je me leerde, hebben me geholpen om me niet door verdriet te laten verzwelgen. Ik ben naar elke mogelijke plaats gereisd om mijn afschuw te uiten over jouw dood en om te vertellen dat je voortleeft in de strijd van de gemeenschappen die deze machtige krachten trotseren.
Vandaag wandel ik door Río Blanco met de absolute zekerheid dat dit grondgebied vrij zal blijven en dat we gerechtigheid zullen bereiken.
Bertha Zuniga Cáceres
Brief van Bertha Zuniga Cáceres aan haar moeder Berta Cáceres, die op 2 maart 2016 werd vermoord. Cáceres was leider en medeoprichter van COPINH, een organisatie ter bescherming van inheemse bevolkingsgroepen. Het was schokkend dat de moord op Cáceres weinig mensen verraste. Ze was al jaren het slachtoffer van intimidatie en bedreigingen, met als doel haar strijd voor de rechten van inheemse gemeenschappen te stoppen. Cáceres en COPINH keerden zich tegen de aanleg van de de Agua Zarca-dam door het bedrijf Desarrollos Energéticos S.A. (DESA). De aanleg ervan zou ten koste gaan van het grondgebied van de inheemse bevolking.
Juli 2021 werd David Castillo schuldig bevonden aan medeplichtigheid bij de moord op Berta Cáceres. Hij is de voormalig manager van het bedrijf Desarrollos Energéticos, en verantwoordelijk voor de aanleg van de omstreden Agua Zarca-dam. Berta Cáceres voerde actie tegen het project van Agua Zarca en de gevolgen die de waterkrachtcentrale zou hebben op het leefgebied van de inheemse Lenca-bevolking. Eerder al werden zeven mensen veroordeeld vanwege betrokkenheid bij de moord.
Na de moord op Berta Cáceres staakte de Nederlandse ontwikkelingsbank FMO – die voor 51 procent in handen is van de Nederlandse staat – haar deelname aan het waterkrachtproject in Honduras.