Leden van het Catatumbo Comité voor sociale integratie (CISCA) in Norte de Santander, Colombia
© Duncan Tucker/Amnesty International

Colombia: falend beleid beschermt verdedigers mensenrechten in de praktijk onvoldoende

De Colombiaanse regering faalt bij het beschermen van mensenrechtenverdedigers. Als gevolg daarvan worden mensen die opkomen voor land- en milieurechten bedreigd, aangevallen en vermoord.

In het rapport Why do they want to kill us? The lack of a safe space to defend human rights in Colombia worden de oorzaken beschreven van het geweld tegen gemeenschapsleiders in gebieden die strategisch belangrijk zijn en over veel natuurlijke hulpbronnen beschikken. Ook staat daarin een analyse van het tekortschieten van de beschermende maatregelen die de regering nam sinds het vredesakkoord in 2016 met de guerrillabeweging FARC.

Vredesakkoord brengt geen bescherming

‘Jarenlang was Colombia een van de gevaarlijkste landen voor mensen die mensenrechten, landrechten en natuurlijke hulpbronnen verdedigen. Sinds het vredesakkoord werd getekend, is het alleen maar bergafwaarts gegaan,’ zegt Erika Guevara-Rosas van Amnesty International. ‘Mensenrechtenverdedigers zullen gedood blijven worden totdat de regering een oplossing vindt voor structurele problemen als de grote ongelijkheid, marginalisatie van gemeenschappen, landconflicten, het vervangen van illegale gewassen en het uitblijven van gerechtigheid.’

Papieren tijger

Op papier lijkt de bescherming van activisten goed geregeld. Ten minste veertien maatregelen zouden collectieve bescherming aan mensenrechtenverdedigers moeten geven. Maar de instituties die de ’maatregelen moeten uitvoeren, werken niet effectief. Zo levert de Nationale Beschermingseenheid vooral bewakers, mobiele telefoons en gepantserde voertuigen aan mensen in stedelijke gebieden en niet aan mensenrechtenverdedigers op het platteland, die de bescherming het hardst nodig hebben.

Geen collectieve bescherming

Het systeem waarmee de activisten vroegtijdig worden gewaarschuwd, is bedoeld om collectieve bescherming te bieden. Het  heeft echter weinig effect omdat er geen consequenties aan zijn verbonden voor overheidsinstanties die zich niet aan de maatregelen houden. De reeks maatregelen die de Colombiaanse autoriteiten hebben genomen om risico’s te voorkomen, bedreigingen tegen te gaan en de kwetsbaarheid van groepen en gemeenschappen te minimaliseren (bekend als de Collectieve Beschermingsroute), worden ook niet effectief uitgevoerd.

Speciale aandacht voor vier gemeenschappen

In het rapport krijgen vier gemeenschappen die grote risico’s lopen, extra aandacht: het Proces van zwarte gemeenschappen (PCN) in Buenventura, Valle del Cauca, het Catatumbo Comité voor sociale integratie (CISCA) in Norte de Santander, de Kubeo Sikuani inheemse voorouderlijke nederzetting (ASEINPOME) in Meta en de Vereniging voor de duurzame geïntegreerde ontwikkeling van de Perla Amazónica (ADISPA) in Putumayo.

Vertegenwoordigers van deze gemeenschappen vertelden Amnesty over de bedreigingen en aanvallen waarvan ze slachtoffer werden omdat ze opkwamen voor hun grond en het milieu. Zo vertelden leden van CISCA dat ze gestigmatiseerd, lastiggevallen en aangevallen worden omdat ze in een gebied wonen met een van de hoogste coca-producties van het land. Ook worden ze ervan beschuldigd de gewapende groeperingen te steunen die in het gebied opereren.

Door de coronapandemie lopen de mensenrechtenverdedigers extra gevaar, omdat de autoriteiten hun bescherming hebben teruggeschroefd.

Structurele problemen niet aangepakt

‘Hoewel Colombia in theorie een van de meest uitgebreide beschermingssystemen in de regio heeft, is de bescherming niet effectief,’ zegt Guevara-Rosas. ‘Het aantal beschermende maatregelen is zo uitgebreid en zo complex dat veel mensenrechtenverdedigers simpelweg niet weten hoe ze de maatregelen moeten gebruiken of dat ze juist niet bereiken wat een specifieke gemeenschap nodig heeft. De Colombiaanse autoriteiten moeten naar de bedreigde gemeenschapen luisteren als ze werkelijk bescherming willen bieden.’

Amnesty is een campagne begonnen richting de regering van Colombia, die ervoor moet zorgen dat mensenrechtenverdedigers hun werk veilig en met overheidsbescherming kunnen uitvoeren.

Achtergrond

President Duque verklaarde dat onder zijn bewind het aantal gedode gemeenschapsleiders met 25 procent is gedaald. Maar cijfers uit betrouwbare bronnen die Amnesty bestudeerde, suggereren het tegendeel. Eind 2017 meldden Somos Defensores, het kantoor van de Ombudspersoon en het VN-kantoor voor mensenrechten in Colombia (OUNHR) tussen de 96 en 126 moorden op mensenrechtenverdedigers. Een jaar later lag dit aantal tussen de 115 en 178 en in 2019 werden tussen de 108 en 118 moorden op activisten gedocumenteerd en moeten 10 tot 31 moorden nog worden geverifieerd. Op 20 september 2020 had het OUNHR informatie ontvangen over 97 gedode mensenrechtenverdedigers, van wie er vooralsnog 45 geverifieerd konden worden. Het Somos Defensores Program telde 95 moorden op mensenrechtenverdedigers tot 30 juni 2020.

 

Lees meer over de mensenrechtensituatie in Colombia.

The government has forgotten the Indigenous Peoples of Colombia (5 augustus 2020)

Colombia’s social leaders are still being killed during the quarantine (22 juli 2020)

Colombia’s coca farmers want viable alternatives, not militarization (10 maart 2020)

Afro-Colombian women are risking their lives to defend their communities (9 januari 2020)

 

Meer over dit onderwerp