China: 5 jaar cel voor Tibetaanse taalactivist
De Tibetaanse taalactivist Tashi Wangchuk is vorige week door een gerechtshof in China tot vijf jaar gevangenisstraf veroordeeld wegens ‘aanzetten tot separatisme’. Het belangrijkste bewijsmateriaal was een korte documentaire over Wangchuks campagne voor Tibetaans taalonderwijs in scholen.
In A Tibetan’s Journey for Justice, geproduceerd door de New York Times, zoekt Wangchuk juridische hulp, omdat hij een rechtszaak wil beginnen tegen de lokale overheid vanwege het gebrek aan Tibetaanse taallessen. De aanklagers zagen in de beelden een poging van Wangchuk om de Chinese overheid in een kwaad daglicht te stellen.
Wangchuk zat al twee jaar vast en mag zijn familie niet zien. Voor zijn arrestatie zei hij dat hij zich zorgen maakte over het feit dat veel Tibetaanse kinderen hun eigen taal niet vloeiend kunnen spreken. Dat draagt bij aan het langzame verdwijnen van de Tibetaanse cultuur.
Absurde aanklacht
‘De veroordeling van Tashi Wangchuk is zeer onrechtvaardig,’ zegt Joshua Rosenzweig, onderzoeksdirecteur Oost-Azië bij Amnesty International. ‘Hij wordt wreed gestraft, alleen maar omdat hij op vreedzame wijze de aandacht vestigt op de systematische aantasting van de Tibetaanse cultuur. Om vreedzaam activisme voor de Tibetaanse taal “aanzetten tot separatisme te noemen” is meer dan absurd.’
Komende augustus buigt een panel van onafhankelijke experts van de Verenigde Naties zich over China’s gedragingen op het gebied van etnische discriminatie.