Cambodja: volop marteling en corruptie in ‘war on drugs’
De Cambodjaanse regering voert al drie jaar oorlog tegen drugs. Dat leidde tot een enorme toename van mensenrechtenschendingen, maar niet tot minder drugsgebruik. De gevangenissen zitten overvol door dit beleid, wat door de coronacrisis een nog groter gezondheidsprobleem vormt dan voorheen. Dat blijkt uit een nieuw Amnesty-rapport.
Het rapport Substance abuses: The human cost of Cambodia’s anti-drug campaign dat Amnesty International vandaag uitbrengt, beschrijft de misstanden. De Cambodjaanse autoriteiten hebben het gemunt op arme en gemarginaliseerde bevolkingsgroepen, verrichten willekeurige arrestaties en martelen en mishandelen verdachten stelselmatig. Mensen die zich niet vrij kunnen kopen, sturen zij naar overvolle gevangenissen en zogenaamde rehabilitatiecentra, waar ze geen gezondheidszorg krijgen en worden mishandeld.
Drugsverslaafden arresteren
De Cambodjaanse premier Hun Sen lanceerde zijn anti-drugsbeleid in januari 2017. Enkele weken daarvoor had hij de Filippijnse president Rodrigo Duterte op bezoek, met wie hij afsprak samen de strijd tegen drugs aan te gaan. Volgens regeringsvertegenwoordigers is het beleid erop gericht het drugsgebruik en daaraan gerelateerde problemen in Cambodja te verminderen, onder meer door op grote schaal drugsgebruikers te arresteren.
De campagne zou zes maanden duren, maar loopt nog steeds. In maart van dit jaar riep de minister van Binnenlandse Zaken Sar Kheng, nog op ook ‘drugsverslaafden en dealers die slechts op kleine schaal drugs gebruiken en verhandelen’ te berechten.
Armen de dupe
Net als bij de zogenaamde ‘war on drugs’ in de Filipijnen, worden bij het Cambodjaanse drugsbeleid op grote schaal mensenrechten geschonden, vooral van arme en gemarginaliseerde groepen – of die nu wel of niet drugs gebruiken.
‘Krenkende maatregelen om drugsgebruikers te straffen zijn niet alleen verkeerd, ze zijn ook ineffectief. De Cambodjaanse autoriteiten moeten nodig kennisnemen van het wijdverbreide wetenschappelijk bewijs dat het alles en iedereen bestraffen alleen maar leidt tot meer sociale schade’, zegt Nicholas Bequelin van Amnesty International.
Agent bepaalt je lot
Amnesty-onderzoekers spraken met tientallen slachtoffers van het drugsbeleid. Zij beschreven een tweesporenbeleid. Sommigen van hen werden zonder aanklacht willekeurig opgepakt en opgesloten in drugsdetentiecentra. Anderen werden, na oneerlijke processen, veroordeeld door de rechter en naar de gevangenis gestuurd. Wie welke behandeling krijgt, hangt vaak af van de agent die hij of zij treft. Omkoping speelt daarbij soms ook een rol.
Die willekeur blijkt ook uit het verhaal van de 38-jarige Sopheap. Zij begon begin 2017 af en toe methamfetamine te gebruiken. In oktober 2017 werd ze tijdens drugsinvallen samen met twee buren gearresteerd. ‘Toen de politie binnenviel, hadden we geen drugs meer. Het enige dat ze aantroffen waren een fles, een aansteker en wat andere attributen’, vertelde ze. ‘Ze zeiden dat ze ons naar een rehabilitatiecentrum zouden sturen, maar ze stuurden ons naar de rechtbank, en toen naar de gevangenis.’
Veel mensen vertelden dat ze werden opgepakt tijdens politie-invallen in arme wijken of ‘stadsverfraaiingsschoonmaakoperaties’. Vooral arme, thuisloze en drugsafhankelijke mensen worden daarbij gearresteerd.
Inhumane gevangenisomstandigheden
In maart 2020 zaten in Cambodja meer dan 38.990 mensen in de gevangenis. Dat is 78 procent meer dan aan het begin van de anti-drugscampagne. In de grootste gevangenis, CC1 in Phnom Penh, zitten bijna vijf keer zoveel gevangenen als waarvoor hij bedoeld is. Hoewel er van de drugsdetentiecentra geen cijfers zijn, blijkt uit de getuigenissen dat die net zo overvol zijn.
Vorige maand publiceerde Amnesty exclusief beeldmateriaal uit een Cambodjaanse cel, waarop duidelijk te zien is dat het veel te vol is en er onmenselijke omstandigheden heersen. Een woordvoerder van het gevangeniswezen reageerde daarop: ‘iedere dag is een tikkende tijdbom’ wat betreft de kans dat er corona uitbreekt.
Toch hebben de autoriteiten er nog steeds niets aan gedaan om het aantal gevangenen te verminderen. Dat terwijl buurlanden als Thailand, Myanmar en Indonesië tienduizenden gevangenen hebben vrijgelaten, inclusief mensen die vastzaten voor drugsmisdrijven.
Marteling in detentiecentra
De drugsdetentiecentra beweren drugsverslaafden te behandelen, maar in de praktijk worden ze er mishandeld. Alle geïnterviewden vertelden over marteling of mishandeling door personeel of door hen aangewezen ‘kamerleiders’.
Amnesty hoorde meerdere getuigenissen over mensen die daarbij zouden zijn omgekomen. Zo vertelde een voormalige kamerleider dat hij zag hoe een gevangene werd ‘vastgeketend aan handen en voeten zodat hij niet meer kon bewegen. De leider van het gebouw sloeg hem totdat hij overleed.’
Stop met het bestraffen van drugsverslaafden
De harde aanpak van drugsverslaafden door de Cambodjaanse autoriteiten heeft niet geleid tot een afname van het drugsgebruik en gerelateerde problemen. Het heeft er juist toe geleid dat de armste en kwetsbaarste inwoners in een nog ernstigere gezondheids- en mensenrechtencrisis zijn beland.
Alle drugsdetentiecentra moeten onmiddellijk worden gesloten. Iedereen die er vastzit, moet meteen worden vrijgelaten en toegang krijgen tot voldoende medische en sociale zorg.
De autoriteiten moeten daarnaast een nieuw drugsbeleid introduceren, dat niet gericht is op het verbieden van drugsgebruik en dat de rechten beschermt van drugsgebruikers en gemeenschappen die daar hinder van ondervinden. In 2019 beloofden de autoriteiten de VN Mensenrechtenraad om dergelijke maatregelen te zullen treffen.
Lees het rapport Substance abuses: The human cost of Cambodia’s anti-drug campaign