Myanmar: burgers slachtoffer van conflicten in oostelijke staten
Het leger van Myanmar heeft zich de afgelopen maanden herhaaldelijk schuldig gemaakt aan systematische schendingen van de mensenrechten. Het gaat onder meer om het onwettig doden, willekeurig vastzetten en gedwongen verplaatsen van burgers in twee oostelijke staten in het land. Dat maakt Amnesty International vandaag bekend in een nieuw rapport.
- De militaire aanslagen in de staten Kayin en Kayah zijn oorlogsmisdrijven en waarschijnlijk misdrijven tegen de menselijkheid.
- Meer dan 150.000 mensen zijn ontheemd, hele dorpen zijn leeg en platgebrand.
- Amnesty International interviewde bijna honderd mensen en bezocht het grensgebied.
Uit het rapport “Bullets rained from the sky”: War crimes and displacement in eastern Myanmar blijkt dat het leger van Myanmar Karen- en Karenni-burgers collectief heeft gestraft met wijdverspreide lucht- en grondaanvallen, willekeurige arrestaties die vaak eindigden in marteling of buitengerechtelijke executie, en het systematisch plunderen en afbranden van dorpen.
De militaire staatsgreep van 1 februari 2021 deed het geweld in de staten Kayin en Kayah weer oplaaien. Het geweld escaleerde tussen december 2021 en maart 2022. Honderden burgers kwamen toen om het leven en meer dan 150.000 mensen raakten ontheemd.
‘De aandacht van de wereld is niet meer op Myanmar gericht sinds de staatsgreep van vorig jaar, maar burgers betalen er nog steeds een hoge prijs’, zegt Rawya Rageh van Amnesty International. ‘De voortdurende aanvallen van het leger op burgers in het oosten van Myanmar is wijdverspreid en systematisch, en zijn mogelijke misdrijven tegen de menselijkheid.’
‘Alarmbellen zouden af moeten gaan: het moorden, plunderen en platbranden zijn bekende tactieken van het leger van Myanmar om mensen collectief te straffen. Deze tactieken zijn vaak ingezet tegen verschillende etnische minderheden in het hele land.’
Oplaaiend geweld na de staatsgreep
Etnische gewapende organisaties in Myanmar, ook in Kayin en Kayah, strijden al tientallen jaren voor meer rechten en autonomie. Na de coup in 2021 werden fragiele wapenstilstanden die er sinds 2012 waren opgeheven en kwamen nieuwe gewapende groeperingen op. Het leger greep hard in tegen burgers.
Sommige van deze aanvallen lijken bewust op burgers gericht te zijn. Zij dienden als collectieve straf voor mensen die gewapende groeperingen of de opstanden na de staatsgreep steunden. In andere gevallen schoot het leger willekeurig op burgergebieden waar ook militaire doelwitten waren. Directe aanvallen op burgers, collectieve straffen, en willekeurige aanvallen waarbij burgers omkomen of gewond raken zijn schendingen van het internationale oorlogsrecht en zijn oorlogsmisdrijven.
Aanvallen op burgers moeten wijdverspreid en systematisch zijn om misdrijven tegen de menselijkheid te zijn. Dit is in de staten Kayin en Kayah het geval. De gepleegde misdrijven zijn onder meer moord, marteling, gedwongen overplaatsing en vervolging op etnische gronden.
Onwettige aanvallen
Het leger van Myanmar vuurt vaak explosieve wapens met een groot bereik af op bevolkte burgergebieden. Tientallen getuigen vertelden Amnesty International over aanvallen die dagen duurden. Tussen december 2021 en maart 2022 documenteerde Amnesty International 24 aanvallen met artillerie of mortieren. Hierbij kwamen burgers om of raakten ze gewond en werden huizen, scholen, klinieken, kerken en kloosters vernietigd.
Zo viel het leger op 5 maart 2022 het dorp Ka Law Day in het Hpapun Township in Kayin aan, terwijl gezinnen aan het eten waren. Zeven mensen werden gedood, onder hen een acht maanden zwangere vrouw. Een familielid vertelde hoe hij de hele nacht in het huis zat met de lichamen om hem heen uit angst opnieuw geraakt te worden, voordat ze de volgende morgen de overledenen konden begraven.
Veel mensen beschreven hoe de militairen gevechtsvliegtuigen en aanvalshelikopters gebruikten en hoe beangstigend deze waren. Mensen konden ’s nachts niet slapen uit angst voor luchtaanvallen, of moesten vluchten om te schuilen in bunkers of grotten.
In de eerste drie maanden van 2022 documenteerde Amnesty International acht luchtaanvallen op dorpen en een kamp voor intern ontheemden. Bij deze aanvallen in het oosten van het land kwamen negen burgers om het leven en raakten ten minste negen anderen gewond. Huizen en religieuze gebouwen werden vernietigd. Bij bijna alle aanvallen waren alleen maar burgers aanwezig.
Op 23 februari rond 6 uur ’s avonds viel een gevechtsvliegtuig het dorp Dung Ka Mee in Demoso Township in Kayah aan. Twee burgers werden gedood en verschillende andere raakten gewond. Amnesty International interviewde twee getuigen, een familielid van een van de overledenen en een hulpverlener. Zij vertelden dat er die avond geen gevechten waren geweest en dat de dichtstbijzijnde basis van een gewapende groepering meer dan anderhalve kilometer verderop was.
Een 46-jarige lokale boer die de aanval zag vertelde dat het militaire vliegtuig drie keer overvloog en geweren en raketten afvuurde.
‘Toen dat gevechtsvliegtuig op ons afvloog met de neus naar beneden, was ik verstijfd. Toen ze de raket afvuurden, besefte ik dat ik moest reageren en rende ik weg [naar een bunker]… We waren in shock en zagen al het stof en puin op ons afkomen… Er is een gebouw van twee verdiepingen… De familie woonde boven en beneden is een mobiele telefoon-winkel. Het gebouw stortte in en vloog in brand.’
Een 40-jarige boer zag de overblijfselen van het lichaam van een van de buren:
‘We konden ze niet eens in een kist doen, we stopten ze in een plastic zak en begroeven ze. Mensen moesten de lichaamsdelen oppakken en in een zak stoppen.’
Bij een andere aanval op 17 januari 2022, rond 1 uur ’s nachts op het vluchtelingenkamp Ree Khee Bu werd een man van rond de 50 jaar gedood, net als twee zusjes van 15 en 12 jaar.
Buitengerechtelijke executies
Uit het rapport blijkt hoe het leger van Myanmar burgers willekeurig vastzette op basis van hun etniciteit of omdat ze werden verdacht van steun aan de antiregeringsbeweging. Vaak werden gevangenen gemarteld, ‘verdwenen’ ze of werden ze buitengerechtelijk geëxecuteerd.
Drie boeren uit het dorp San Pya 6 Mile in de staat Kayah raakten vermist op 6 januari 2022. Hun lichamen werden zo’n twee weken later in staat van ontbinding gevonden in een latrine.
De broer van een van de slachtoffers vertelde hoe hij de mannen identificeerde via hun kleding en hun gebit. Toen hij met anderen de lichamen probeerde te bergen werden ze door soldaten beschoten. Ze konden pas een maand later terugkeren om de mannen te begraven.
Op 24 december 2021 vond een bloedbad plaats dat tot zeldzame internationale verontwaardiging leidde. Soldaten stopten bij het dorp Mo So in de staat Kayah ten minste 35 vrouwen, mannen en kinderen in verschillende voertuigen. Ze doodden allen en verbrandden hun lichamen. Artsen die de lichamen onderzochten gaven aan dat veel slachtoffers waren vastgebonden en mondproppen in hadden. Ook hadden ze verwondingen die erop duidden dat ze waren beschoten of gestoken.
Amnesty International blijft aangeven dat dit incident onderzocht moet worden als een geval van buitengerechtelijke executie. Het op deze wijze doden tijdens een gewapend conflict is een oorlogsmisdrijf.
Getuigen beschreven ook hoe het leger op burgers schoot, ook op mensen die een rivier op de grens met Thailand over probeerden te vluchten.
Plunderen en platbranden
Net als in het verleden werden bij militaire operaties dorpen systematisch geplunderd en platgebrand. Dit gebeurde ook in de oostelijke staten Kayin en Kayah. Getuigen uit zes dorpen gaven aan dat voorwerpen zoals sieraden, geld, voertuigen en dieren werden gestolen voordat huizen en andere gebouwen in brand werden gestoken.
Vier mannen die het dorp Wari Suplai ontvluchtten, vertelden hoe ze vanuit een weiland toekeken hoe huizen opgingen in de vlammen nadat de meeste dorpelingen waren gevlucht op 18 februari 2022. Volgens hen ging de brand dagen door en werd twee derde van de huizen verwoest.
‘Het is geen huis meer. Het is slechts as – zwart en houtskool… Dit was al mijn spaargeld. Het werd in een paar minuten vernietigd’, zegt een 38-jarige vader van twee jonge kinderen.
Amnesty International analyseerde gegevens over branden en satellietbeelden. Daaruit blijkt dat dorpen in Kayah werden platgebrand, sommige meerdere keren. De branden tonen de militaire operaties van dorp naar dorp in februari en maart 2022.
Een overloper van de 66e Light Infantry Division van het leger die tot oktober 2021 betrokken was bij operaties in de staat Kayah vertelde Amnesty International dat hij zag hoe soldaten huizen plunderden en in brand staken:
‘Ze hebben geen specifieke reden [om een bepaald huis plat te branden]. Ze willen slechts burgers bang maken dat “dit is wat we doen als je [de verzetsstrijders] steunt.” Daarnaast willen ze zo de toevoer en logistiek voor de lokale verzetsstrijders stoppen… [Soldaten] namen alles wat ze konden mee [uit een dorp] en brandden de rest plat.’
Op de vlucht
Meer dan 150.000 mensen raakten door het geweld ontheemd. Onder hen een derde tot de helft van de hele bevolking van de staat Kayah. In sommige gevallen zijn hele dorpen ontruimd, en soms moesten burgers meerdere keren vluchten.
Mensen op de vlucht hebben het zwaar: er is weinig voedsel en een slechte gezondheidszorg – ook voor psychosociale hulp – en het leger blijft de toevoer van humanitaire hulp hinderen. Hulpverleners vertellen dat er steeds meer ondervoeding is en dat het steeds moeilijk wordt om ontheemde mensen te bereiken vanwege het voortdurende geweld en de militaire beperkingen.
Amnesty’s oproep
Donoren en humanitaire organisaties moeten hun hulp aan burgers in het oosten van Myanmar opvoeren, en het leger moet alle beperkingen op het leveren van hulp opheffen.
De voortdurende misdrijven tegen de menselijkheid in het oosten van Myanmar volgen een patroon van mishandelingen en grote straffeloosheid dat al tientallen jaren duurt. De internationale gemeenschap – waaronder de ASEAN en de VN – moeten deze crisis nu aanpakken. De VN-Veiligheidsraad moet een uitgebreid wapenembargo instellen voor Myanmar en de situatie daar doorverwijzen naar het Internationale Strafhof.