Bosnië-Herzegovina: veroordelingen voor oorlogsmisdrijven een historisch moment voor internationale gerechtigheid
De voormalige Servische staatsveiligheidsfunctionarissen Jovica Stanišić en Franko Simatović zijn definitief schuldig bevonden aan misdrijven begaan in Bosnië-Herzegovina. Hun gevangenisstraffen werden verhoogd van elk 12 naar 15 jaar.
‘De beslissing is een historisch moment, dat een einde maakt aan het langstlopende proces in de geschiedenis van oorlogsmisdrijven’, zegt Jelena Sesar van Amnesty International. ‘Het laat geen twijfel bestaan over de betrokkenheid van de Servische politie en veiligheidsdiensten bij de gruweldaden in Bosnië-Herzegovina, iets wat de Servische autoriteiten tot op de dag van vandaag blijven ontkennen.’
Het besluit werd genomen door de Kamer van Beroep van het Internationaal Restmechanisme voor Straftribunalen. Dat is een organisatie van de Verenigde Naties die het mandaat heeft om een aantal essentiële taken uit te voeren die eerder zijn uitgevoerd door het Internationaal Straftribunaal voor het voormalige Joegoslavië en het Internationaal Straftribunaal voor Rwanda.
Nog veel oorlogsmisdadigers op vrije voeten
‘Het vonnis bevestigt de oorspronkelijke uitspraak dat hoge Servische functionarissen schuldig waren aan misdrijven onder internationaal recht en de conclusie dat zij hebben bijgedragen aan de criminele organisatie. Deze had tot doel niet-Serviërs met geweld en permanent uit grote delen van Bosnië-Herzegovina te verwijderen’, zegt Sesar. ‘Hoewel dit vonnis een zekere mate van gerechtigheid voor de slachtoffers kan betekenen, is het belangrijk om te onthouden dat duizenden oorlogsmisdrijven in Bosnië en Herzegovina onopgelost blijven. Veel van degenen die ervan verdacht worden verantwoordelijk te zijn voor wreedheden lopen nog steeds vrij rond. In plaats van veroordeelde oorlogsmisdadigers te verheerlijken, moeten leiders in de regio meer hun best doen om alle verantwoordelijken voor oorlogsmisdrijven te berechten en slachtoffers gerechtigheid, waarheid en genoegdoening te bieden.’
Achtergrond
Jovica Stanišić en Franko Simatović gingen in beroep tegen de uitspraak die de rechtbank in 2021 deed. Daarin werden ze schuldig bevonden aan medeplichtigheid aan moord en oorlogsmisdrijven tegen de menselijkheid in de Bosnische stad Bosanski Šamac. De rechtbank sprak hen destijds vrij van verantwoordelijkheid voor de wreedheden die waren begaan in vijf andere gemeenten in Bosnië en Herzegovina en in Kroatië. In het vonnis van 31 mei 2023 werden Stanišić en Simatović echter schuldig bevonden aan de misdrijven in Bijeljina, Zvornik, Doboj, Trnovo, Bosanski Šamac en Sanski Most.
De rechtbank bevestigde dat de Servische staatsveiligheidsdienst gedurende de oorlog paramilitaire eenheden betaalde die in Bosnië-Herzegovina opereerden en dat Stanišić en Simatović verantwoordelijk waren voor deze betalingen, evenals voor andere operationele ondersteuning en training.