Bootvluchtelingen, een groot gevaar (als de EU niks blijft doen)

Het argument dat een grootschalige reddingsoperatie op de Middellandse Zee bootvluchtelingen alleen maar aanmoedigt hun leven te wagen kan nu toch echt de prullenbak in. Maar in Den Haag en Brussel blijft er verzet tegen het redden van mensen die verdrinken aan de Europese grenzen. Maar er dreigt ook gevaar voor hele andere groepen en door niets te doen brengt de EU ook hen in gevaar.

 

Met een paar grote scheepsrampen in februari is 2015 op koers om het recordaantal verdronken bootvluchtelingen van vorig jaar ruimschoots te overtreffen. Het aanbod nieuwe slachtoffers groeit gestaag, vooral nu in opstap land Libië de chaos alleen maar groter wordt. Inmiddels is de grootschalige reddingsoperatie Mare Nostrum van de Italiaanse marine (meer dan 170.000 mensen gered) gestopt. Een waardige opvolger kwam er niet. [Q&A] Nederland wilde het niet. Andere lidstaten wilden het niet. Het bieden van redding zou mensen maar stimuleren hun leven te wagen op zee. Het werd bekend als het argument van de ‘aanzuigende werking’. Het is één van de redenen dat de Europese Commissie haar vingers niet aan het onderwerp redding durft te branden.

Aanzuigende werking

Als we iets hebben geleerd van de eerste twee maanden van 2015 is dat het argument van de ‘aanzuigende werking’ definitief de prullenbak in kan. Tot dusver gingen er dit Mare Nostrum-loze jaar 60 procent meer bootvluchtelingen de Middellandse Zee op dan in dezelfde periode vorig jaar, toen Mare Nostrum hen nog wel opviste. Dit alleen al zou de Haagse en Brusselse beslissers met grote spoed aan het denken moeten zetten. Maar dat is niet de enige reden. De inactiviteit op het gebied van redding brengt niet alleen de levens van bootvluchtelingen in gevaar, het raakt ook aan de veiligheid van vele anderen. Een paar voorbeelden.

Levensgevaarlijk reddingswerk

Laten we beginnen bij de Italiaanse kustwachtmedewerkers die bij weer en ontij hun levens wagen om die van anderen te redden. Nu de marine niet meer met groot materieel op zoek is naar bootvluchtelingen in nood, komt er een enorme last op hun toch al overvraagde schouders te liggen. In de nacht van 8 op 9 februari moesten ze bijvoorbeeld bij windkracht 8 honderden levensgevaarlijke kilometers afleggen in kleine boten om een groep vluchtelingen te redden. Van de vluchtelingen die aan boord werden gehaald stierven er op de barre terugtocht alsnog 29, door onderkoeling. Een jaar eerder zouden de grote, beter op slechte weersomstandigheden toegeruste Italiaanse marineschepen hoogstwaarschijnlijk in de buurt zijn geweest om in te grijpen.

Noodklok

Naast de kustwacht valt de last van redding vooral ook op commerciële schepen die zich toevallig in de buurt van rampen bevinden. Op basis van het zeerecht zijn ze verplicht assistentie te bieden en dit gebeurt ook veelvuldig. Vorig jaar (nogmaals: mét Mare Nostrum actief) werd zeker 600 keer een beroep gedaan op commerciële schepen om bootvluchtelingen op te pikken. Dat zal dit jaar aanzienlijk stijgen. Niet voor niets luidde de International Chamber of Shipping (ICS), die commerciële rederijen vertegenwoordigt, vorige week de noodklok. De ICS maakt zich grote zorgen omdat commerciële schepen en hun bemanning slecht zijn toegerust op reddingsoperaties, wat hun veiligheid in gevaar brengt. De ICS was zo chique om niet te zeggen dat voor commerciële rederijen aan reddingsacties ook enorme financiële nadelen kleven; niet alleen omdat opgepikte vluchtelingen van eten en medische hulp moeten worden voorzien, maar ook omdat er vaak flink van de geplande koers moet worden afgeweken om te assisteren en de geredde personen naar een veilige haven te brengen. Dit, signaleerde Amnesty International eerder, zou er dan weer toe kunnen leiden dat zulke schepen reddingsoperaties in de toekomst gaan proberen te vermijden.

Dreiging Islamitische Staat

Tenslotte is er nog de grote vraag van de veiligheid van ons allemaal. Vooral de chaotische situatie in Libië, waar nu ook de Islamitische Staat voet aan de grond lijkt te hebben gekregen, wordt gezien als een bedreiging voor de Europese veiligheid. De EU moet nu dus tegelijkertijd reageren op een humanitaire crisis en een veiligheidscrisis. In Europese beleidskringen is er een groeiende angst dat jihadisten zich via Libië naar Europa proberen te bewegen , op eigen bootjes of verstopt onder bootvluchtelingen.

Reddingscapaciteit moet worden versterkt

Dit weekend werd door EU-ministers dan ook gesproken over de mogelijkheid van een grotere (militaire) ‘maritieme aanwezigheid’ voor de Libische kust. Tot dusverre heeft voormalig staatssecretaris Teeven voornamelijk gewezen op het belang van de aanpak van mensensmokkelaars. Dit onderwerp is ook tot één van de prioriteiten van het Nederlands EU-voorzitterschap in 2016 is gemaakt. Dit belang onderschrijf ik ten zeerste, maar er dreigt hierbij een enorme blikvernauwing. Het is bewust gekozen beleid om nog maar beperkte reddingscapaciteit toe te staan. De EU en haar lidstaten hebben een humanitaire verantwoordelijkheid deze noodlottige incidenten zoveel mogelijk te voorkomen. Dit kan alleen door met spoed serieus werk te maken van het versterken van de reddingscapaciteit in het hele Middellandse Zeegebied.

Tot nu toe lijkt het er op dat zij dit enorm ingewikkelde probleem liever overlaten aan een toevallig passerend containerschip of een voorbij stomende olietanker dan hiervoor zelf verantwoordelijkheid te nemen.

ACTIE!
Roep de Europese leiders op, onder wie premier Rutte en de opvolger van Teeven, mensenlevens te redden door:

  • met alle EU-landen gezamenlijk de zoek- en reddingsoperaties op zee uit te breiden;
  • meer veilige en legale routes naar Europa te bieden voor mensen die op de vlucht zijn voor conflicten en vervolging.