Basisrechten in de verdrukking na de staatsgreep in Myanmar
Het leger van Myanmar voert sinds de staatsgreep van 1 februari 2021 willekeurige aanvallen uit op burgers en blokkeert de toegang tot noodzakelijke hulpgoederen. Dat blijkt uit een vandaag uitgekomen onderzoek van Amnesty International.
- In gebieden waar het leger willekeurig de burgerbevolking aanviel, zijn voedsel en medische voorraden beperkt.
- Lokale hulpverleners en vrijwilligers worden lastiggevallen als ze humanitaire hulp willen geven of medische noodhulp willen verlenen.
- Mensen die op de vlucht zijn vrezen voor hun leven en vechten om te overleven.
Amnesty-onderzoekers spraken met vier mensen die op de vlucht zijn geslagen en zes lokale hulpverleners en vrijwilligers. Hun indrukwekkende verhalen laten zien dat het leger systematisch probeert mensen uit te hongeren en de toegang tot medische hulp ontneemt. Daarmee proberen ze de gewapende opstand tegen de staatsgreep te onderdrukken.
‘Four cuts’-strategie
Al meer dan 60 jaar past het leger van Myanmar een zogenaamde ‘vier sneden’-strategie toe in de grensgebieden. Daarbij worden noodzakelijke voorzieningen afgesneden om ervoor te zorgen dat etnische gewapende groepen die vechten voor zelfbeschikking hun draagvlak verliezen. De militairen zetten deze tactiek nu ook in in gebieden waar nieuwe People’s Defense Forces zijn opgekomen. Deze ‘four cuts’-strategie heeft verwoestende gevolgen voor de hele bevolking gehad. Als onderdeel van de oorlog tegen het gewapende verzet, voerde het leger willekeurige luchtaanvallen uit en verbrandde het honderden huizen. Ook sneed het de burgerbevolking in verschillende etnische en geografische gebieden af van noodzakelijke producten en diensten.
Volgens de Verenigde Naties zijn sinds de staatsgreep 284.700 mensen intern ontheemd als gevolg van aanvallen. Ten minste twee miljoen mensen hebben humanitaire hulp nodig. Zij lijden honger en moeten overleven zonder gezondheidszorg, zelfs tijdens de pandemie.
Zwanger overleven in het bos
Katherine* begon aan het tweede trimester van haar zwangerschap toen in mei 2021 in de staat Kayah gevechten uitbraken tussen het leger aan de ene kant en verschillende gewapende burgergroepen en etnische gewapende groepen aan de andere. Het leger greep hard in met luchtaanvallen en willekeurige beschietingen. Honderdduizend mensen sloegen op de vlucht.
Toen de gevechten dichtbij het dorp van Katherine kwamen, in Demoso township, sloegen zij en haar man met hun twee kinderen op de vlucht, het bos in. Het gezin verbleef op verschillende plekken in het bos en sliep tijdens het regenseizoen onder een zeil. Volgens haar man kregen ze wat eten van humanitaire groepen en dorpelingen, maar was dat niet genoeg.
Toen Katherine zo’n zeven maanden zwanger was, begon ze over te geven en werd ze duizelig, moe en kortademig. Ze kreeg epileptische aanvallen. Toen ze acht maanden zwanger was, waren haar ledematen opgezwollen en kon ze niet meer lopen. In oktober begon ze te bevallen. Hoewel een vroedvrouw aanwezig was, overleefden zowel Katherine als haar kind het niet.
‘Ze had geen toegang tot voedzaam eten of een warm onderdak’, zegt haar man. ‘Mijn vrouw had het zwaar tijdens haar zwangerschap en ze werd zwak en kon niet meer bevallen van de baby.’
Verlamd en op de vlucht
Francis* uit Hpruso township in de staat Kayah kon niet meteen vluchten voor geweld omdat hij verlamd is vanaf zijn middel. Zijn vrouw en schoonmoeder renden met hun vier kinderen het bos in. Hij volgde een dag later, toen dorpelingen terugkwamen om hem op te halen en het bos in te dragen. Na anderhalve week kwam de familie weer naar huis, maar ze moesten weer vluchten voor gevechten. Ze brachten ongeveer een maand in het bosdoor. ‘De eerste keer dat we vluchtten, sliepen we waar we konden, zonder onderdak of deken’, zegt Francis. ‘Na een of twee dagen, toen het wat rustiger werd, haalden we lakens en dekens van huis. De hele tijd woonden we onder een zeil.’
Zijn familie en de andere vluchtelingen moesten overleven met water en voedsel dat ze vonden. Ze hadden geen toegang tot medische hulp en medicijnen. De vrouw van Francis gebruikt normaal rubberen handschoenen en katheters om hem te helpen ontlasten, maar de voorraden raakten op.
In juni bood een hulporganisatie Francis een beter onderdak aan. Daar woont hij nu met zijn vrouw en twee jongste kinderen. Hoewel hun situatie beter is, is er nog steeds een beperkte voorraad eten. En Francis is bang dat de plek waar hij verblijft aangevallen gaat worden.
De twee oudere kinderen wonen bij hun oma en tante in huis. Zij vluchten nog steeds het bos in en uit wanneer de gevechten dichterbij komen. Hij wil zijn kinderen zien, maar maakt zich zorgen dat dat de mensen die hem nu helpen in de problemen brengt. ‘Als ik ervoor kies om naar mijn dorp terug te gaan, en dan weer moet vluchten, ben ik anderen tot last. Dat kan ik niet meer aan, dus ik heb besloten hier te blijven tot de situatie verbetert.’
Het afsnijden van voorraden
Zes lokale hulpverleners vertelden Amnesty over methodes die militairen gebruiken om hulp te verhinderen. Zo worden hulpverleners gearresteerd, wordt voedsel en medicijnen vernietigd of in beslag genomen, of wordt hun transport beperkt.
Een medewerker van een ngo in Pekon township vertelde Amnesty International dat het leger in juni de wegen begon te blokkeren. ‘In het begin gebruikten we andere wegen, maar die werden ook geblokkeerd’, zegt ze. ‘Nu transporteren we beetje bij beetje weer hulpgoeden, maar in sommige gebieden kunnen we niets bezorgen.’
Het leger inspecteert ook regelmatig voertuigen bij willekeurige controleposten. ‘De laatste tijd hebben ze het vervoer van medicijnen helmeaal aan banden gelegd. Als mensen medische middelen bestellen, openen de veiligheidsdiensten de pakjes op straat en nemen ze in beslag.’
Amnesty’s oproep
Als het leger doorgaat met deze wrede campagne tegen zijn eigen mensen, zullen er meer slachtoffers vallen. Het leger moet humanitaire werkers volledige toegang geven tot de getroffen gebieden.
*Namen zijn gewijzigd vanwege de veiligheid.
Lees het hele Engelse bericht.