‘Barbaars’ plan van Maleisië om Rohingya terug de zee op te sturen

Amnesty International noemt het plan van de Maleisische autoriteiten om een groep Rohingya-vluchtelingen terug de zee op te sturen ’barbaars’. Het gaat om een groep van 269 mensen die op 8 juni op het eiland Langkawi aan land werden gelaten, omdat hun boot te zwaar beschadigd was om ze de zee weer op te sturen.

‘Het is barbaars om mensen die al maandenlang op zee zijn naar die levensgevaarlijke situatie terug te sturen,’ zegt Anna Shea van Amnesty International. ‘De Maleisische autoriteiten erkenden dat zeker een persoon de bootreis niet heeft overleefd en dat vele anderen nauwelijks nog konden lopen. Dit is een ongekende en gevaarlijke situatie die de internationale gemeenschap niet accepteert.’ Uit andere berichten blijkt dat tijdens de reis meer opvarenden zijn omgekomen.

Bali-proces

Het was goed en humaan dat de regering begin juni de mannen en vrouwen van een andere boot aan land lieten gaan. Maleisië zou deze nieuwe kwestie in dialoog met regionale partners moeten oplossen zoals is vastgelegd in het Bali-proces. Dit internationale forum is erop gericht om mensen te beschermen tegen mensensmokkel.

Boot beschadigd

Op 18 juni 2020 informeerden twee beveiligingsmensen de media dat de Maleisische autoriteiten van plan waren 269 Rohingya de zee op te sturen die op 8 juni 2020 aan land waren gelaten omdat hun boot beschadigd was. De autoriteiten meldden dat de boot zou worden gerepareerd en bevoorraad voordat deze weer de zee op zou worden gestuurd. Daarbij was het niet duidelijk of de autoriteiten daarvoor verantwoordelijk zouden zijn.

Achtergrond

Tegen de naar schatting 600.000 Rohingya die in de staat Rakhine in Myanmar wonen, worden nog steeds misdrijven tegen de menselijkheid gepleegd. In 2016 en 2017 sloegen veel mensen op de vlucht. Bijna 1 miljoen Rohingya leven nu in overvolle vluchtelingenkampen in Bangladesh.

De chef van de Maleisische kustwacht beweert dat er sinds 8 juni nog een andere boot naar zee is teruggestuurd. Die boot zou in Thaise wateren liggen, maar de Thaise marine meldde dat ze geen boot had gevonden.

Het internationaal recht verplicht staten om de mensenrechten van vluchtelingen die aan hun kust aankomen te beschermen. En het beginsel van non-refoulement verplicht staten om niemand terug te sturen naar een plaats waar ze het risico lopen vervolgd te worden of het gevaar lopen er slachtoffer te worden van ernstige mensenrechtenschendingen.