Autoriteiten Jordanië treden hard op tegen pro-Palestijnse protesten
Sinds 7 oktober 2023 hebben de Jordaanse autoriteiten ten minste 1.500 mensen gearresteerd die deelnamen aan pro-Palestijnse protesten. Amnesty International roept op tot onmiddellijke vrijlating van tientallen mensen, die enkel en alleen vastzitten vanwege hun vreedzame kritiek op het regeringsbeleid ten aanzien van Israël.
‘De Jordaanse regering moet onmiddellijk iedereen vrijlaten die sinds oktober 2023 willekeurig is vastgehouden vanwege pro-Palestijns activisme. De regering moet ervoor zorgen dat demonstranten en activisten de vrijheid hebben om vreedzaam kritiek te leveren op het regeringsbeleid, zonder dat veiligheidstroepen ze aanvallen of met geweld arresteren,’ stelt Reina Wehbi van Amnesty International.
Demonstraties met geweld gestopt
Afgelopen maart vonden er enorme protesten plaats buiten de Israëlische ambassade in Amman, de hoofdstad van Jordanië. Op door Amnesty International geverifieerde video’s is te zien hoe Jordaanse veiligheidstroepen op 25, 26 en 27 maart demonstraties uiteenjoegen met traangas en wapenstokken. Demonstranten werden achtervolgd, geslagen en van de straat verwijderd.
Tussen 24 en 27 maart werden minstens 165 demonstranten gearresteerd. Volgens advocaten van gedetineerden zijn sindsdien nog vele mensen opgepakt.
Nieuwe beperkingen pro-Palestijnse protesten
Advocaten en activisten vertelden Amnesty International dat de Jordaanse autoriteiten onlangs ook nieuwe beperkingen hebben opgelegd aan pro-Palestijnse protesten. Zo is het nu verboden om de Palestijnse vlag en spandoeken met bepaalde leuzen vast te houden. Kinderen jonger dan 18 jaar mogen niet meer meedoen en de protesten moeten om middernacht stoppen.
Strenge cybercrime-wet
Tientallen demonstranten zijn ook aangeklaagd omdat ze pro-Palestijnse berichten plaatsten op sociale media, online kritiek uitten op het vredesakkoord van de Jordaanse autoriteiten met Israël of opriepen tot vreedzame protesten en openbare stakingen. Deze aanklachten gebeuren op grond van de onderdrukkende Jordaanse cybercrime-wet.
Onderzoek van Amnesty International
Amnesty International onderzocht de zaken van zes personen die werden vastgehouden op valse beschuldigingen die verband hielden met hun deelname aan pro-Palestijnse protesten of berichten op sociale media. Ook interviewde Amnesty International vier advocaten en andere specialisten en bekeek tenlasteleggingen, rechtbankdocumenten en social-mediaberichten van de verdachten.
‘Ze behandelden me als een crimineel’
Een van de mensen die zonder gegronde reden werd vastgehouden is journalist Khair Eddine al-Jabri. Hij vertelde aan Amnesty International dat hij werd ondervraagd zonder de aanwezigheid van zijn advocaat. Vervolgens werd hij overgebracht naar de cyberveiligheidseenheid van de recherche. Niemand werd op de hoogte gesteld van zijn verblijfsplaats. Agenten ondervroegen hem over zijn online activiteiten en zijn berichtgeving over pro-Palestijnse protesten.
De volgende dag moest al-Jabri voor de openbare aanklager verschijnen. Hij werd beschuldigd van het gebruik van sociale mediaplatforms om ‘een officiële instantie zwart te maken’ en ‘aan te zetten tot conflict, opruiing en haat en het bedreigen van de maatschappelijke rust’. Al-Jabri moest 7 dagen de gevangenis in. Hij werd op 30 maart op borgtocht vrijgelaten, maar kreeg een reisverbod opgelegd in afwachting van zijn proces voor een strafrechtbank.
‘In mijn dossier stond dat ik zeer streng beveiligd moest worden en dat mijn handen op mijn rug gebonden moesten worden. Dit deden de bewakers dan ook. Ze behandelden me als een crimineel’ vertelde al-Jabri aan Amnesty International. Al-Jabri moest onder onmenselijke omstandigheden een cel delen met meer dan vijftig andere gedetineerden. Hij mocht, in tegenstelling tot de andere gedetineerden, geen spullen zoals kleding of zeep van zijn familie ontvangen.
Gevangenisstraf zonder tussenkomst rechter
Ibrahim Shdeifat werd gearresteerd door veiligheidsagenten in burgerkleding toen hij op weg was naar een pro-Palestina protest. Ibrahims broer Siraj Eddine en een neef vroegen aan een veiligheidsagent waar Ibrahim was. Ze werden allebei gearresteerd. De neef van Ibrahim en Siraj Eddine werd uren later vrijgelaten, maar Siraj Eddine en Ibrahim blijven in hechtenis omdat ze de veiligheidstroepen de toegang tot hun mobiele telefoons hebben geweigerd.
Volgens hun familie werden zowel Siraj Eddine als Ibrahim in administratieve hechtenis geplaatst nadat ze hadden geweigerd om te beloven dat ze in de toekomst geen protesten meer zouden organiseren of eraan zouden deelnemen.
Volgens de Jordaanse misdaadpreventiewet uit 1954 mogen lokale gouverneurs mensen op administratief bevel vasthouden met beperkte rechterlijke toetsing, waardoor het strafrechtsysteem wordt omzeild.
Op 1 april ontdekte hun advocaat dat Ibrahim was overgeplaatst naar de Al-Muwaqqar gevangenis en Siraj Eddine naar de Rumaymin gevangenis. Beide gevangenissen liggen meer dan 30 kilometer buiten Amman, waardoor het voor hun advocaat en familie moeilijker is om hen te bezoeken.
‘Tijdens hun overplaatsing werden hun handen achter hun rug gebonden en hun voeten aan elkaar vastgemaakt’, vertelden familieleden van de broers aan Amnesty International. Een coalitie van families van gedetineerden, waaronder de familie van Ibrahim en Siraj Eddine, spande een rechtszaak aan tegen de gouverneur van Amman om de administratieve detentie van hun familieleden aan te vechten. De openbare aanklager weigerde echter de klacht te registreren en stelde de behandeling ervan uit tot na de Ramadan.
Opgepakt om bericht op Facebook
Ayman Sanduka werd op 21 december 2024 gearresteerd nadat hij een bericht op Facebook had geschreven, gericht aan de koning van Jordanië, waarin hij de relatie van Jordanië met Israël bekritiseerde. Op 12 februari beschuldigde de openbare aanklager hem van het ‘aanzetten tot verzet tegen het politieke regime’.
Veiligheidstroepen brachten hem over naar de Attafilah gevangenis, meer dan 180 km buiten Amman. Ze bonden zijn voeten en handen vast en onderwierpen hem aan verbale vernederingen, vertelde zijn advocaat aan Amnesty International. Sanduka zit nog steeds vast en moet terechtstaan voor de rechtbank voor staatsveiligheid, een speciale militaire rechtbank die niet voldoet aan de internationale normen voor onafhankelijkheid en onpartijdigheid.
Suikerfeest achter de tralies
Bovenstaande zaken zijn slechts enkele voorbeelden van de vele mensen die in illegale detentie vastzitten. ‘Deze zaken onthullen de ernst van het optreden van de Jordaanse autoriteiten tegen pro-Palestijnse demonstranten. Ze brengen ernstige schendingen van het recht op een eerlijk proces, mishandeling van gedetineerden en rechtsweigering aan het licht. Er moet nu een einde komen aan de onderdrukking. Degenen die onrechtmatig worden vastgehouden zouden het Suikerfeest met hun families moeten vieren in plaats van achter de tralies’ Suggestie: Degenen die onrechtmatig worden vastgehouden zouden het Suikerfeest niet achter de tralies moeten vieren, maar met hun families’ zegt Reina Wehbi.