Angst voor surveillance dwingt Wit-Russische activisten zich terug te trekken
Amnesty-onderzoeker Joshua Franco ging eind 2015 naar Wit-Rusland om onderzoek te doen naar het effect van surveillance op het werk van mensenrechtenactivisten. Hij sprak met velen van hen en schrok van het gebrek aan speelruimte dat er voor hen overblijft.
Als ik binnenshuis praat, of telefoneer of e-mail, ga ik ervan uit dat alles wordt onderschept door de KGB [de Wit-Russische geheime dienst, red.]. Dus ik maak me er geen zorgen over, praat vrijuit en zeg alleen wat ik zou zeggen als er een KGB-agent naast me zou zitten.
Dat zei een Wit-Russische activist tegen me toen ik hem vroeg hoe het was om te leven onder de dreiging van surveillance. Ik was naar Wit-Rusland gegaan om met eigen ogen te zien of de mensenrechtensituatie is verbeterd na een enorme klopjacht op activisten in 2010, en welke rol surveillance speelt.
Ik was in eerste instantie verrast dat veel activisten aan het begin van hun gesprek met mij zeiden dat ze ‘niets te verbergen’ hadden en ‘niets illegaals’ deden. Maar aangezien veel van deze activisten waren gearresteerd of gevangengezet alleen maar omdat ze zich uitspraken tegen de regering of omdat ze demonstreerden, vroeg ik mij af of zij écht het gevoel dat ze niets te verbergen hadden.
Toen ik meer mensen sprak, bleek het antwoord gecompliceerder. Activisten vertelden me dat ze over de telefoon nooit financiën van hun organisatie bespreken, dat ze codenamen voor personen en plaatsen gebruiken en dat ze vermoeden dat hun huizen en kantoren worden afgeluisterd.
Eén mensenrechtenverdediger vertelde me dat haar kantoor door het risico te worden afgeluisterd ‘geen plek voor serieuze gesprekken’ is. Ik kon een glimlach niet onderdrukken en constateerde dat we in haar kantoor zaten toen ze dit zei. Maar ze zei dat met Amnesty International praten gelukkig niet illegaal was. Dit was verhelderend. Vrijuit praten – niets te verbergen hebben – heeft veel te maken met weten waarover je veilig kunt praten en wat je moet verbergen.
De activisten met wie ik sprak passen zelfcensuur toe als een strategie voor zelfbehoud. Om continu met het risico van surveillance te kunnen leven, moeten ze weten welke onderwerpen ze openlijk kunnen bespreken. Activisten gedragen zich alsof de KGB altijd met hen in dezelfde ruimte is.
Serieuze gesprekken
Ik was nieuwsgierig welke onderwerpen activisten het meest gevoelig vinden. Meestal hebben die te maken met het plannen van publieke evenementen of demonstraties of het bespreken van financiën of lidmaatschappen van hun organisatie. In Wit-Rusland kan voor een niet-geregistreerde ngo werken of deelnemen aan een vreedzame maar niet-geautoriseerde demonstratie tot strafvervolging leiden, hoewel dat in strijd is met het internationaal recht.
De activisten vertelden me dat ze over deze onderwerpen alleen kunnen communiceren via encryptie of andere veilige communicatiemiddelen. Dit doen ze alleen als elektronische communicatie niet te vermijden is, zoals bij contact met buitenlandse donoren. Liever bespreken ze deze onderwerpen alleen bij persoonlijke ontmoetingen, zonder mobiele telefoons die locaties en gesprekken kunnen opnemen. Ze kunnen niet in publieke ruimtes praten. Ze vertelden me dat ze bespioneerd kunnen worden. Cafés beschouwen ze als onveilig, wat onlangs bevestigd werd toen verschillende oppositiepolitici afluisterapparatuur ontdekten in een servethouder die een ober in een café in Minsk naar hun tafel kwam brengen.
Activisten hebben geleerd met deze bedreigingen om te gaan. Digitale veiligheidstrainingen worden steeds populairder, en de meeste activisten die ik ontmoette, wisten hoe ze hun gegevens via encryptie konden beveiligen.
Maar welke prijs betalen activisten en organisaties in Wit-Rusland voor deze veiligheid? De noodzaak om continu informatie te verbergen maakt hun werk bijna onmogelijk. Hoe kunnen activisten bijvoorbeeld een demonstratie van enige omvang organiseren als mensen op te hoogte brengen van zo’n demonstratie tot vervolging kan leiden? De regering hoeft haar critici daardoor niet meer op te pakken en in de gevangenis te gooien, omdat de dreiging van surveillance alleen kritiek al in de kiem smoort.
Zoals een activist het zei: ‘Als je al je informatie afschermt, bereik je niemand… Het maakt ons werk veel minder effectief. Ik haat al deze veiligheid… [onze organisatie] zal verdwijnen en alleen nog maar als geheime groep bestaan.’
Onzichtbare beperkingen
Vergis je niet, het activisme in Wit-Rusland is verre van dood. Veel oppositieleden en anderen vluchtten het land uit na de klopjacht van 2010, maar veel dappere mensenrechtenverdedigers, journalisten, advocaten en anderen doen nog steeds geweldig werk onder moeilijke omstandigheden om de regering te controleren en op te komen voor mensenrechten.
Ook de arrestaties zijn niet verdwenen. Onafhankelijke nieuwssites melden telkens weer dat activisten worden ondervraagd, opgepakt of vervolgd voor hun deelname aan protesten. Zo werd de activist Pavel Vinahradau onlangs willekeurig veroordeeld tot zes maanden ‘preventieve supervisie’ (een vorm van huisarrest) omdat hij deelnam aan vreedzame protesten.
Maar hoewel het activisme doorgaat, zou er ongetwijfeld veel meer mogelijk zou zijn als er geen constante dreiging van surveillance is.
De autoriteiten hebben een systeem opgezet dat zich niets aantrekt van internationale standaarden. Zij kunnen bijna iedereen blootstellen aan surveillance voor een vrachtlading aan wel erg ruim geformuleerde juridische redenen. Er is geen enkel toezicht op en het vindt allemaal in het strikte geheim plaats.
Hierdoor kan een buitenlander die Minsk bezoekt en die de ogenschijnlijke kalmte in de stad ervaart denken dat de mensenrechtensituatie er is veranderd. Maar als je luistert naar activisten, merk je dat onder de oppervlakte de onzichtbare maar constante dreiging van surveillance de bevolking in bedwang houdt. De verspreiding van mobiele telefoons en internet heeft in Wit-Rusland voor activisten niet meer vrijheid gebracht, maar heeft hen juist meer beperkingen opgelegd. Zoals een activist het zei: ‘veel dingen zouden makkelijker zijn [zonder de dreiging van surveillance]. Het is best moeilijk. Als je iets wilt bespreken, moet je die persoon ontmoeten. Dus het is de 21ste eeuw, maar we moeten nog steeds afspreken zoals in de jaren ’90.’