Amnesty’s reactie op wetsvoorstel gezichtsbedekkende kleding

De Nederlandse regering diende in november 2015 een wetsvoorstel in dat wordt aangeduid als de ‘Wet gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding’. Amnesty International is, net als de Raad van State, kritisch over het voorstel.

Het wetsvoorstel introduceert een verbod op het dragen van gezichtsbedekkende kleding in het openbaar vervoer en overheids-, onderwijs- en zorginstellingen. Het gaat in dit voorstel dus niet om een algemeen verbod, — wat Amnesty niet verenigbaar acht met internationale mensenrechtenstandaarden — maar om een beperkt of gedeeltelijk verbod.

Het doel van het wetsvoorstel is volgens de regering het wegnemen van belemmeringen voor onderlinge communicatie. De regering is van mening dat gezichtsbedekkende kleding de kwaliteit van de dienstverlening of de veiligheid in de weg kan staan. Amnesty vindt deze onderbouwing niet overtuigend.

Beperking op de vrijheid van godsdienst

Een goede onderbouwing is juist noodzakelijk, omdat een verbod een beperking zou zijn op de vrijheid van godsdienst. De Nederlandse regering gebruikt in haar voorstel weliswaar de neutrale term ‘gezichtsbedekkende kleding’, maar dergelijke kleding wordt in ons land vrijwel alleen gedragen door islamitische vrouwen, in de vorm van een boerka of niqaab. De vrijheid van godsdienst inperken mag op grond van internationale en nationale wetgeving alleen voor zover dat dringend noodzakelijk is.

Amnesty acht die noodzaak niet aangetoond. Er zijn in Nederland niet of nauwelijks problemen met gezichtssluiers. Hoeveel vrouwen in Nederland een gezichtssluier dragen, is niet bekend, maar waarschijnlijk gaat het om niet meer dan enkele honderden. Van veiligheidsproblemen is de afgelopen jaren niets gebleken, niet in Nederland noch in buurlanden.

Beroepsgroepen vragen niet om een verbod

Daarnaast dringen bestuurders en vertegenwoordigers vanuit het onderwijs, de zorg en vervoersbedrijven zelf niet aan op een landelijk strafrechtelijke verbod. En de toegevoegde waarde van zo’n verbod is ook beperkt. Publieke instellingen zoals ziekenhuizen, scholen en openbaar vervoersbedrijven hebben al wettelijke mogelijkheden om – bijvoorbeeld in kledingreglementen of vervoersvoorwaarden – het dragen van gezichtsbedekkende kleding te verbieden. Met name scholen hebben dit ook al gedaan.

Tot slot wil Amnesty erop wijzen dat de Raad van State bijzonder kritisch is over het voorliggende wetsvoorstel.
> Lees het advies van de Raad van State.
> Meer over de stand van zaken en alle officiële stukken over het Wetsvoorstel gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding vind je hier.[https://www.eerstekamer.nl/wetsvoorstel/34349_wet_gedeeltelijk_verbod]
> Lees in onze Vraag & Antwoord in welke situaties Amnesty meent dat een verbod op het dragen van een boerka of niqaab, of andere kledingeisen, wel gerechtvaardigd kan zijn.