Amnesty International: Nederlandse wet en rechtspraktijk tegen verkrachting niet in lijn met mensenrechten
Uit een analyse van verkrachtingszaken concludeert Amnesty International dat het ontbreken van instemming voor seks momenteel niet strafbaar is. Daarom moet het ontbreken van instemming centraal staan bij verkrachting in plaats van bewijs van dwang.
Op dit moment moet bij verkrachting dwang bewezen worden. De minister van Justitie en Veiligheid stelt voor om een nieuw delict in te voeren, ‘seks tegen de wil’, met de helft van de strafmaat die bij verkrachting geldt. Zowel de huidige wet als het wetsvoorstel van de minister bieden onvoldoende bescherming aan slachtoffers van verkrachting. Amnesty International roept op om de wet aan te passen en de definitie van verkrachting in lijn te brengen met internationale mensenrechtenstandaarden, zoals het Verdrag van Istanbul en het VN-Verdrag tegen discriminatie van vrouwen.
Martine Goeman, hoofd gender-programma Amnesty Nederland: ‘Het is positief dat de minister de wet wil aanpassen om slachtoffers beter te beschermen. Het zou echter een gemiste kans zijn om de wet niet in een keer goed aan te passen. Daarbij moet instemming centraal staan in plaats van bewijs van dwang.’
Geen hiërarchie van verkrachtingen
Uit een opinieonderzoek van I&O Research, uitgevoerd in opdracht van Amnesty International, bleek vorige maand dat 19 procent van de vrouwen heeft meegemaakt dat iemand hun lichaam binnendrong zonder hun instemming. Van de mannen geeft 3 procent aan dit te hebben meegemaakt. De minister van Justitie en Veiligheid heeft een wetsvoorstel ingediend, de Wet seksuele misdrijven, voor een internetconsultatie. De minister stelt voor een nieuw delict te introduceren, ‘seks tegen de wil’, met de helft van de strafmaat ten opzichte van verkrachting. Vandaag publiceert Amnesty International haar inbreng bij dit wetsvoorstel.
‘Seks tegen de wil of verkrachting? Hoor je hoe verschillend die woorden klinken? En woorden maken uit voor iemand die dit overkomt. “Seks tegen de wil” doet geen recht aan het slachtoffer. Sterker nog, het geeft het gevoel: het valt wel mee, het was maar seks tegen de wil.’ Slachtoffer verkrachting
Goeman: ‘Om het wetsvoorstel in overeenstemming te brengen met internationale mensenrechtenverdragen en -standaarden mag er geen hiërarchie zijn van verkrachtingen. Het verkrachtingsdelict moet gebaseerd zijn op een gebrek aan instemming in plaats van dwang en geweld. Amnesty International tornt niet aan de bewijslast. Iemand blijft onschuldig totdat het tegendeel is bewezen. Strafverzwarende of -verminderende omstandigheden kunnen altijd worden meegewogen door de rechter. Wanneer iemand verstijft van angst of om andere redenen geen instemming kan geven, kun je het lichaam van iemand niet toe-eigenen en daar seks mee hebben. Dan is het verkrachting en geen ‘seks tegen iemands wil’. Van de Nederlandse bevolking vindt 92 procent ook dat je bij twijfel moet checken of de ander ook seks met jou wil.’
Noodzaak wetshervorming blijkt ook uit de rechtspraktijk
Sommige tegenstanders van hervormingen van de wet stellen dat een wetswijziging geen redelijk doel zou dienen, omdat seks tegen de wil op grond van de huidige zedenwetgeving volgens hen al bestraft zou kunnen worden. Amnesty International voerde een jurisprudentieanalyse uit om te beoordelen hoe rechtbanken het huidige verkrachtingsdelict uitleggen. Gekeken werd in hoeverre er naast de internationale verplichting om de wetgeving te hervormen hiervoor ook een noodzaak is vanuit de praktijk.
Voor deze analyse is gekeken naar de uitleg die de Hoge Raad geeft aan het verkrachtingsdelict en zijn 72 arresten van gerechtshoven vanaf 2017 geanalyseerd, alsmede de bijbehorende rechtbankvonnissen.
Het ontbreken van instemming van het slachtoffer is niet strafbaar in de huidige wet. Uit de jurisprudentieanalyse blijkt dat rechters enige ruimte hebben bij het invullen van het bestanddeel ‘dwang’ uit het verkrachtingsdelict. Dit is echter sterk context-gebonden en wordt door rechters in vergelijkbare situaties verschillend beoordeeld. Er zal altijd aangetoond moeten worden dat het vrijwel onmogelijk was voor het slachtoffer om zich tegen de seksuele handelingen te verzetten of zich hieraan te onttrekken. Er rust op dit moment geen verantwoordelijkheid op de verdachte om te verklaren – of op de rechtbank om te onderzoeken – hoe instemming is gezocht en in hoeverre het geven van instemming mogelijk was.
Goeman: ‘Rechters kunnen niet repareren dat het verkrachtingsdelict momenteel is gebaseerd op bewijs voor dwang. Zelfs als rechters verkrachting breed willen uitleggen, moeten zij in de bewezenverklaring nog altijd invulling geven aan dit bestanddeel. Het is aan de wetgever om de wet aan te passen. Dat kan de rechter niet doen.’
Lees Amnesty’s inbreng bij de consultatie over het wetsvoorstel over seksuele misdrijven.
Lees de analyse van verkrachtingszaken in Nederland.