Amnesty International Jaarboek 2016/2017: ‘Wij tegen zij’ retoriek bedreigt mensenrechten
Amnesty International waarschuwt vandaag in haar Jaarboek 2016-2017 voor de toenemende ‘wij tegen zij’-retoriek die zorgt voor verdeelde samenlevingen. In The State of the World’s Human Rights signaleert Amnesty een trend waarbij politici in Europa, de Verenigde Staten en elders in de wereld bewust een verdeelde samenleving creëren. Een dergelijke samenleving vormt een voedingsbodem waarin woorden tot daden kunnen leiden en waarin mensenrechtenschendingen acceptabel worden.
Het vrije debat is een essentiële pijler van de democratische rechtsstaat. Een levendige uitwisseling van meningen, opvattingen en ideeën – ook als die schokkend, aanstootgevend of verontrustend zijn – hoort daarbij. Maar er dreigt gevaar als het vrije woord gebruikt wordt om bepaalde groepen in de samenleving weg te zetten, door hen als zondebok aan te wijzen voor maatschappelijke problemen.
Deze trend wordt versterkt doordat het bij wereldleiders aan de politieke wil ontbreekt om druk uit te oefenen op staten die zich schuldig maken aan het schenden van mensenrechten. Deze ontwikkeling is overal ter wereld zichtbaar. Trump (VS), Orban (Hongarije), Erdoğan (Turkije), Duterte (Filipijnen) en andere politici die zichzelf anti-establishment noemen, staan een beleid voor dat hun samenlevingen verdeelt.
In Hongarije bijvoorbeeld hangt de regering een verdeeldheid zaaiende identiteitspolitiek aan – waarbij het simpel gezegd alleen draait om wie je bent. Premier Orban steekt zijn afkeer voor vluchtelingen niet onder stoelen of banken. Dat heeft systematische schendingen van de rechten van vluchtelingen en migranten tot gevolg.
- Mensenrechtenschendingen werden in 159 landen vastgesteld.
- 36 landen overtreden internationale wetgeving door vluchtelingen terug te sturen naar landen waar hun rechten geschonden kunnen worden.
- In 23 landen werden oorlogsmisdaden gepleegd.
- Mensenrechtenverdedigers werden in 22 landen vermoord.
Domino-effect dreigt
‘Zelfs landen die zichzelf voorheen als mensenrechtenkampioenen zagen, ondermijnen nu de mensenrechten in eigen land door anderen ervan te beschuldigen een bedreiging voor de veiligheid in de samenleving te zijn. Hoe meer landen hun fundamentele verplichtingen op het gebied van mensenrechten niet nakomen, hoe groter het risico wordt op een domino-effect, waardoor de een na de andere leider wordt aangemoedigd om verworven mensenrechten terug te draaien,’ zegt Eduard Nazarski, directeur van Amnesty Nederland.
Ook in Nederland gebruiken politici steeds vaker angst om verdeeldheid in de samenleving te zaaien. Mensenrechten worden vaak selectief gebruikt: de rechten van de meerderheid worden dan belangrijker gevonden dan de rechten van minderheden. Maar mensenrechten gelden altijd, overal en voor iedereen. Zodra dat niet meer het geval is dreigen willekeur en de dictatuur van de meerderheid. ‘Wij tegen zij’-retoriek is niet vrijblijvend.
Verdedig de mensenrechten
Amnesty roept mensen wereldwijd op om zich te verzetten tegen pogingen om mensenrechten uit te hollen in ruil voor de belofte van welvaart en veiligheid. ‘We kunnen niet op onze handen blijven zitten en er maar op vertrouwen dat regeringen de mensenrechten zullen waarborgen,’ zegt Nazarski. ‘Wij, de burgers, moeten in actie komen. In een tijd waarin politici in toenemende mate bereid zijn om complete groepen mensen tot zondebok te maken, moeten zoveel mogelijk mensen in actie komen voor de menselijke waardigheid en gelijkheid. Dat is zelden harder nodig geweest dan nu.’
Woorden worden omgezet in beleid
We zien in steeds meer landen dat spierballentaal van politici leidt tot een beleid waarbij niet ieder mens dezelfde rechten heeft, met een maatschappelijke tweedeling als gevolg. In plaats van de rechten van mensen te verdedigen, laten te veel regeringsleiders zich leiden door vrouwenhaat, racisme en homofobie.
Onlangs heeft de Amerikaanse president Trump zijn haat zaaiende, xenofobische verkiezingstaal omgezet in beleid. Hij tekende een decreet waarmee hij poogde om vluchtelingen te beletten de Verenigde Staten binnen te komen. Mensen uit door oorlog verscheurde landen zoals Syrië werd daarmee de toegang tot een veilige haven ontzegd.
Australië veroorzaakte groot leed door vluchtelingen op te sluiten op de eilanden Nauru en Manus en de EU sloot een illegale en roekeloze deal met Turkije, waardoor vluchtelingen naar dat land teruggestuurd kunnen worden, ook als het daar voor hen niet veilig is. Mexico en de VS gaan door met de deportatie van mensen die het wijdverspreide geweld in Midden-Amerika willen ontvluchten. Ook in China, Egypte, Ethiopië, India, Iran, Thailand en Turkije traden de autoriteiten met harde hand op tegen burgers. Andere landen troffen ingrijpende veiligheidsmaatregelen, zoals de verlengde noodtoestand in Frankrijk en de surveillancewetten in het Verenigd Koninkrijk. En we zien een toegenomen antifeministische en anti-LHBTI-retoriek. Zo trachtte de Poolse regering om vrouwenrechten uit te hollen, wat massale protesten uitlokte.
Vrees voor verder afkalvend respect voor mensenrechten
Vluchtelingen waren het eerste slachtoffer van het huidige politieke klimaat. De opportunistische politieke agenda van wereldleiders had in 2016 tot gevolg dat regeringen oorlogsmisdaden negeerden, deals sloten die het recht op asiel ondermijnden, wetten aannamen die de vrijheid van meningsuiting beperkten, aanzetten tot het vermoorden van mensen vanwege het simpele feit dat ze ervan beschuldigd worden drugs te gebruiken, en massa-surveillance rechtvaardigden, en politiebevoegdheden verruimden.
‘Als deze ontwikkelingen zich in 2017 doorzetten, zullen ook andere groepen het slachtoffer worden. We zullen meer aanvallen op mensen zien op basis van ras, geslacht, nationaliteit en geloof. Als we ophouden elkaar te zien als mensen met dezelfde rechten, bewegen we ons dichter naar de rand van de afgrond,’ aldus Nazarski.
De situatie per land
Amnesty International heeft in 2016 in 159 landen mensenrechtenschendingen vastgesteld. Het Jaarboek belicht de situatie in onder meer de volgende landen.
China: De onderdrukking van advocaten en activisten duurde voort, met gevallen van incommunicado-detentie, op televisie uitgezonden bekentenissen en het lastigvallen van familieleden.
Ethiopië: De staat tolereert afwijkende meningen steeds minder. De regering gebruikte anti-terrorismewetgeving en de noodtoestand om journalisten, mensenrechtenverdedigers en de politieke oppositie te vervolgen. Vooral demonstranten werden geconfronteerd met buitensporig en dodelijk geweld.
Filipijnen: Er was een golf van buitengerechtelijke executies nadat president Duterte had beloofd om tienduizenden mensen te vermoorden die verdacht worden van bemoeienis met de drugshandel.
Frankrijk: Zware veiligheidsmaatregelen in het kader van de voortdurende noodtoestand, inclusief duizenden huiszoekingen, reisverboden en arrestaties.
Hongarije: De regering zaait verdeeldheid met haar identiteitspolitiek en heeft een donkere kijk op ‘Fort Europa’, met systematische schendingen van de rechten van vluchtelingen en migranten tot gevolg.
Iran: Zware onderdrukking van de vrijheid van meningsuiting, vereniging, vreedzame samenkomst en geloof. Mensen die op vreedzame wijze kritiek uitoefenden, kregen gevangenisstraffen na oneerlijke processen in Revolutionaire Rechtbanken. Onder hen waren journalisten, advocaten, bloggers, studenten, vrouwenrechtenactivisten, filmmakers en zelfs musici.
Myanmar: Tienduizenden Rohingya – die nog steeds geen nationaliteit hebben – zijn verjaagd bij ‘opruimacties’. Daarbij zijn mensen gearresteerd, verkracht en vermoord, en is er lukraak geschoten op burgers. Staatsmedia publiceerden opiniestukken die de menselijke waardigheid van de Rohingya op verontrustende wijze geweld aandeden.
Nederland: Etnisch profileren door de politie bleef een ernstig probleem. De regering erkende dat, maar heeft tot nu toe geen sluitende maatregelen genomen om dit op te lossen. De Tweede Kamer nam twee controversiële anti-terrorismewetten aan. Die maken maatregelen tegen personen mogelijk (waaronder reisverboden), die louter gebaseerd zijn op de verdenking van terrorisme. Het aantal mensen in vreemdelingendetentie daalde weliswaar fors, maar migranten konden nog steeds om wijd uiteenlopende redenen van hun vrijheid beroofd worden.
Rusland: Russische ngo’s kwamen steeds meer onder vuur te liggen. De propagandamachine zette critici van het regime weg als ‘ongewenst’ of ‘buitenlandse agenten’. Voor de eerste keer werd een ngo vervolgd op grond van de ‘buitenlandse agenten’-wet. Tientallen ngo’s die financiële steun uit het buitenland kregen, werden op de lijst met ‘buitenlandse agenten’ gezet. In Syrië had Rusland volkomen lak aan de internationale mensenrechtenwetgeving.
Saudi-Arabië: Critici van het regime, mensrechtenverdedigers en activisten voor de rechten van minderheden werden gearresteerd en gevangengezet op basis van vage beschuldigingen als ‘belediging van de staat’. Een coalitie geleid door Saudi-Arabië maakte zich in Jemen schuldig aan ernstige schendingen van internationale wetten, waaronder oorlogsmisdaden. Scholen, ziekenhuizen, markten en moskeeën werden verwoest en duizenden burgers werden gedood en verwond. Dat gebeurde met wapens die werden geleverd door regeringen van de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, waaronder de internationaal verboden clusterbommen.
Syrië: De straffeloosheid voor oorlogsmisdadigers en plegers van ernstige mensenrechtenschendingen duurde voort; tot de laatste behoorden onder meer willekeurige en directe aanvallen op burgers en langdurige belegeringen, waardoor burgers geen kant meer uit konden. De mensenrechtengemeenschap is vrijwel compleet weggevaagd; activisten zitten in de gevangenis, worden gemarteld of ‘verdwijnen’, of zien zich gedwongen om naar het buitenland te vluchten.
Turkije: Na de mislukte coup werden tienduizenden mensen opgesloten, honderden ngo’s opgeheven en media het zwijgen opgelegd, en het offensief in de Koerdische gebieden duurde voort.