Amnesty aanwezig bij hoorzitting over bombarderen Syrië

Youssef Rahman was namens Amnesty International vandaag aanwezig bij de hoorzitting in de Tweede Kamer over de Nederlandse bijdrage in de strijd tegen ISIS in Syrië. Hieronder de spreektekst.

Door: Youssef Rahman, Senior Medewerker Politieke Zaken, Amnesty International Nederland

Dank voor de uitnodiging. Ik zal in deze introductie drie punten aanstippen. Mensenrechtenschendingen die wij hebben onderzocht in het noordoosten van Syrië (en Irak), de inzet van mensenrechtenmonitors en het bewapenen van de Peshmerga. (zie rapport ‘Taking stock’ voor aanbevelingen).

Eerst wil ik duidelijk maken dat Amnesty International geen standpunt inneemt bij de vraag of Nederland de strijd tegen ISIS in Syrië moet intensiveren. Net zo min als wij in algemene zin een standpunt innemen over het aangaan van militaire missies. Wat Amnesty wel doet is alle partijen consequent oproepen zich in die strijd te houden aan het geldende Internationaal Humanitair Recht (International Humanitarian Law, IHL). Waar mogelijk doet Amnesty onderzoek naar mensenrechtenschendingen in de regio en publiceren wij daarover.

Mensenrechtenschendingen door bondgenoten

Het staat buiten kijf dat ISIS verantwoordelijk is voor serieuze schendingen van het IHL en zich schuldig maakt aan oorlogsmisdaden. We zien dat ISIS lukrake beschietingen en gerichte aanvallen op burgers uitvoert. Gevangen genomen strijders worden gemarteld en standrechtelijk geëxecuteerd. Maar ook burgers onder wie kinderen zijn hier slachtoffer van. Daarnaast verhindert ISIS het leveren van levensreddende humanitaire hulp en is het verantwoordelijk voor massale gedwongen verhuizingen.

In 2014 begon een coalitie geleid door de VS met het uitvoeren van bombardementen op ISIS. Onder andere in het noordoosten van Syrië op plekken die grenzen aan gebied dat feitelijk onder controle staat van de Autonome Administratie. Daar waar ISIS werd teruggedrongen namen Koerdische troepen zoals de YPG (People’s Protection Unit) (en de YPJ (Women’s Protection Units)) de gebieden over. Het meest recente rapport van Amnesty over Syrië met de titel ‘We had nowhere else to go beschrijft hoe, ná die herovering, hele dorpen onbewoonbaar worden gemaakt. Eerder heeft Amnesty soortgelijke misstanden onderzocht in Irak. In Noord-Syrië zien we nu dus hetzelfde gebeuren. Dorpen worden platgewalst door bulldozers, ze worden gedwongen verplaatst en bepaalde families (die geaffilieerd zouden zijn met vijandelijke rebellengroepen) worden doelbewust uit dorpen verdreven. U wel bekend onder de term demographic engineering.

Ik zei het al. In Irak zagen we hetzelfde patroon. Bewoners, vooral Arabische soennieten die zijn gevlucht naar aanleiding van de gevechten tussen Peshmerga en ISIS konden nadien niet terug naar hun huizen. Na de herovering is er een campagne opgezet om Arabisch soennitische dorpen te verwoesten. Peshmerga-troepen hebben Yezidi-milities toegestaan hetzelfde te doen. Het patroon is in die regio min of meer gelijk; hele dorpen zijn platgewalst of op andere manieren onbewoonbaar gemaakt.

Het is van belang dat de regering zich bewust is van deze grove schendingen en daar ook actie op onderneemt (het staat nogal eufemistisch in de art. 100 brief)[1]. Het kan niet zo zijn dat militaire steun door Iraakse en Syrische groepen wordt misbruikt om vervolgens oorlogsmisdaden te begaan, zoals onwettige sloop en gedwongen verhuizingen.

Alle landen die militaire ondersteuning verlenen hebben de verantwoordelijkheid om deze schendingen, waarschijnlijk oorlogsmisdaden, bij hun bondgenoten aan te kaarten en te eisen dat ze stoppen. Dat geldt vanzelfsprekend ook voor Nederland.

Inzet mensenrechtenmonitors

In het verleden hebben wij gepleit voor de noodzaak van inzet van mensenrechtenmonitors net achter de linies van strijdende partijen en in de gebieden die op ISIS zijn heroverd. De minister van defensie zei in het algemeen overleg over de voortgangsrapportage in juni dit ‘in principe een aardig idee te vinden’ en hier in de voortgangsrapportage van november op terug te komen. Dat is helaas niet gebeurd. Nu Nederland overweegt om in Irak een Mobile Support Unit in te zetten dat áan of direct achter de frontlijn gaat opereren, schept het ook mogelijkheden om beter zicht te houden op naleving van mensenrechten van de door Nederland getrainde troepen. Het idee van een uitgebreidere monitoringmissie zoals PAX in haar briefing voorstelt, verdient eveneens serieuze overweging. Hetzelfde geldt voor het instellen van een Civilian Harm Tracking Cell.

Wapenleveranties Peshmerga

Tenslotte wil Amnesty aandacht vragen voor het voornemen om wapens en munitie te leveren aan de Peshmerga. De regering geeft aan dat ze de levering hiervan financieel en/of logistiek mogelijk wil maken via een partner. Amnesty wil benadrukken dat ook als Nederland zèlf niet dírect wapens of munitie levert, dit desalniettemin moet gebeuren volgens de regels van het wapenhandelsverdrag (Arms Trade Treaty) en de EU Common Position. Terecht schrijft de regering dat een grondige mensenrechtencheck onderdeel zal uitmaken van dit proces. Maar er moeten ook harde eisen aan een dergelijke levering worden gesteld. En de resultaten van de mensenrechtencheck moeten (al dan niet geanonimiseerd) openbaar worden gemaakt. Amnesty geeft u deze punten graag ter overweging mee.

Dank voor uw aandacht.

[1] p. 14, onder stabilisatie in Irak: De overheid zal worden aangesproken (…) op het tegengaan van eventuele demographic engineering (waarbij de terugkeer van sommige bevolkingsgroepen wordt bemoeilijkt).