© RYAD KRAMDI / AFP via Getty Images

Algerije, stop met gebruik van onwettig geweld tegen vreedzame demonstranten

Algerijnse veiligheidstroepen moeten stoppen met het op gewelddadige wijze uiteenslaan van demonstraties waarbij wordt opgeroepen tot radicale politieke veranderingen. Amnesty roept op tot de vrijlating van 60 activisten van de Hirak-beweging die werden opgepakt vanwege hun rol in de protesten. Ook vandaag staan weer demonstraties gepland.

De Hirak-demonstraties konden vanwege de corona-pandemie een jaar lang niet doorgaan. Sinds de wekelijkse Hirak-demonstraties in februari 2021 werden hervat, gebruiken de autoriteiten geweld om de protesten in de hoofdstad Algiers en verschillende andere steden te beëindigen. Zo worden demonstranten geslagen en worden massa-arrestaties uitgevoerd.

‘Echt verontrustend’

‘Het hardhandige politieoptreden is een voorbeeld waarom mensen in heel Algerije oproepen tot politieke hervormingen’, zegt Amna Guellali van Amnesty International. ‘Het gebruik van onwettig geweld en willekeurige detenties zijn onaanvaardbaar, en de ooggetuigenverhalen die we aanhoren, zijn echt verontrustend.’

‘De Algerijnse autoriteiten moeten vreedzame protesten toestaan ​​zonder de demonstranten met onnodig geweld te bejegenen of andere strafmaatregelen te nemen. Iedereen die uitsluitend wordt vastgehouden voor het uitoefenen van het recht op vrijheid van meningsuiting, vereniging of vreedzame vergadering, moet onmiddellijk en onvoorwaardelijk worden vrijgelaten en alle aanklachten tegen hen moeten worden ingetrokken’, zegt Guellali.

Volgens het Nationaal Comité voor de Vrijlating van Gedetineerden, een lokale waakhond, zitten op dit moment ten minste 63 activisten in Algerije gevangen, van wie 48 werden gearresteerd sinds februari 2021. Tijdens recente protesten, op 27 en 30 april, werden 60 demonstranten opgepakt.

Onderdrukkende wetten

Hoewel de meesten dezelfde dag nog zonder aanklacht werden vrijgelaten, gebruiken de Algerijnse autoriteiten onderdrukkende wetten om tientallen vreedzame demonstranten te vervolgen, onder meer op beschuldiging van het ‘schaden van de nationale eenheid’, het ‘schaden van het nationale belang’, het ‘aanzetten tot ongewapende bijeenkomsten’, het ‘beledigen van functionarissen’ of het ‘beledigen van de president’. Dergelijke beschuldigingen werden ook geuit tegen demonstranten die deelnamen aan protesten van de Hirak-beweging in februari 2019.

Vreedzame protesten uiteengeslagen

Op 27 april werd een studentenprotest in het centrum van Algiers uiteengedreven door de politie, die de demonstranten verhinderde om naar hun verzamelpunt te gaan. Tientallen vreedzame activisten werden gearresteerd.

Hassen Mebtouche vertelde Amnesty International dat hij deel uitmaakte van een groep op de Place des Martyrs, het ontmoetingspunt van de wekelijkse protesten, waar een ​​grote politiemacht de toegang tot het plein blokkeerde. Mebtouche zei dat vier politieagenten hem vastgrepen en hem in een politiebusje duwden waar nog tien andere demonstranten in zaten. Hij werd vervolgens naar het politiebureau van Rouiba gebracht en zes uur vastgehouden. Daar moest hij een verklaring tekenen dat hij niet opnieuw aan protesten zou deelnemen. Een andere demonstrant die op dezelfde dag werd gearresteerd, zei dat ook andere arrestanten soortgelijke verklaringen moesten ondertekenen waarin ze beloofden ‘niet meer te protesteren op dinsdag en vrijdag’.

Aangevallen met wapenstokken

Tijdens het protest op 30 april gebruikten politieagenten onwettig geweld om de menigten in Algiers uiteen te drijven. Drie deelnemers vertelden Amnesty dat agenten vreedzame demonstranten met wapenstokken aanvielen. Mensenrechtenactivist Zaki Hannache vertelde: ‘Drie politieagenten vroegen ons om te vertrekken. Ik vertelde hen dat ik wegging en dat ik niet zou vluchten. Toch werd ik met een stok op mijn gezicht en op mijn lichaam geslagen.’

Demonstranten mishandeld

Journalist Anis Chelouche vertelde Amnesty dat hij ook door de politie met een wapenstok was geslagen toen hij verslag deed van de protesten en blauwe plekken op zijn armen en benen had opgelopen. Hij zei dat hij agenten zijn persbadge had laten zien, maar dit leek hen alleen maar bozer te maken. Chelouche zei dat een officier hem had gezegd geen video’s op sociale media te plaatsen waarop bloed te zien was.

Alarmerende beelden van het protest op 30 april dat online circuleert, tonen politieagenten die demonstranten mishandelen en wegslepen. Een van de video’s toont een politiekordon dat oprukt naar een groep demonstranten. Ondanks dat de activisten zich niet verzetten, ging de politie hen met wapenstokken te lijf, waardoor zij wel moesten wegrennen om aan verdere represailles te ontsnappen.

Achtergrond

Op 22 februari 2019 vonden in heel Algerije massale, grotendeels vreedzame, demonstraties plaats. Aanvankelijk werd geprotesteerd tegen een vijfde mandaat van de toenmalige president Abdelaziz Bouteflika. Nadat die was afgetreden, riepen de demonstranten op tot een ‘volledige verandering van het politieke systeem’.

De autoriteiten hielden in december 2019 presidentsverkiezingen, die Abdelmadjid Tebboune won, de premier onder Bouteflika. Na zijn verkiezing kondigde president Tebboune aan dat hij ‘open stond voor een dialoog’ met de Hirak-beweging. Hij verklaarde publiekelijk dat zijn regering ‘de democratie, de rechtsstaat en het respect voor de mensenrechten zou consolideren’. Toch gingen de autoriteiten door met het aanpakken van critici en vervolgden ze tientallen vreedzame demonstranten.

Volgens het Nationaal Comité voor de Bevrijding van Gedetineerden werden sinds het begin van de Hirak-beweging in februari 2019 ten minste 2.500 demonstranten, journalisten en activisten gearresteerd in verband met hun vreedzaam activisme. Van deze arrestanten werden er zeker 350 een week of langer vastgehouden.

Meer over dit onderwerp