Afghanistan: Taliban verspillen geen tijd om mensenrechten te ondermijnen
De Taliban draaien gestaag de verworvenheden terug die de afgelopen 20 jaar op het gebied van mensenrechten zijn behaald. Dit verklaren Amnesty International, de Internationale Federatie voor Mensenrechten (FIDH) en de Wereldorganisatie tegen foltering (OMCT) in de nieuwe briefing Afghanistan’s fall into the hands of the Taliban.
Daarin staat het wijdverbreide repressieve optreden van de Taliban beschreven sinds hun inname van Kabul op 15 augustus 2021.
Tal van mensenrechtenschendingen
In tegenstelling tot de herhaalde beweringen van de Taliban dat zij de rechten van Afghanen zullen respecteren, somt de briefing de mensenrechtenschendingen op. Het gaat onder meer over gerichte moorden op burgers en soldaten die zich hadden overgegeven en het blokkeren van humanitaire voorraden in de Panjshir-vallei. Die zijn volgens het internationaal recht misdrijven. Ook zijn er opnieuw beperkingen opgelegd aan vrouwen en het maatschappelijk middenveld en is de vrijheid van meningsuiting ingeperkt.
‘Nadat de Taliban iets meer dan vijf weken geleden de controle over Afghanistan overnamen, lieten ze zien dat ze het beschermen of respecteren van de mensenrechten niet serieus nemen’, zegt Dinushika Dissanayake van Amnesty International. ‘Gezien het heersende klimaat van angst, de slechte mobiele verbinden in veel gebieden en de opzettelijke internetstoringen, zijn deze bevindingen waarschijnlijk slechts een momentopname van wat er gebeurt. De VN-Mensenrechtenraad moet een onafhankelijk mechanisme opzetten met een mandaat voor het documenteren, verzamelen en bewaren van bewijs van misdrijven volgens internationaal recht en andere ernstige mensenrechtenschendingen in heel Afghanistan.’
Klimaat van angst voor mensenrechtenverdedigers
Sinds 15 augustus 2021 worden bijna dagelijks aanvallen op mensenrechtenverdedigers gemeld. De Taliban zoeken huis-aan-huis naar activisten van wie velen onderduiken. Onderzoekers spraken met Mahmud (niet zijn echte naam), een Afghaanse mensenrechtenverdediger die het land uit wist te komen. Hij beschreef hoe hij door de Taliban werd gebeld met het verzoek de voertuigen, uitrusting en geld van zijn maatschappelijke organisaties te overhandigen. De beller kende zijn naam en waarschuwde dat hij geen andere keus had dan mee te werken.
In de daaropvolgende dagen ontving Mahmud nog meer telefoontjes en WhatsApp-berichten, waarin om zijn huisadres werd gevraagd en hem werd verzocht om naar een aangewezen locatie te gaan. Twee collega’s van zijn ngo waren door de Taliban geslagen. Beelden die een van zijn collega’s deelde en die door Amnesty en een forensisch patholoog zijn geverifieerd, tonen klassieke ‘zweepsporen’ op de rug en gelige blauwe plekken op de linkerarm van het slachtoffer.
‘De dreiging waarmee mensenrechtenverdedigers worden geconfronteerd, is reëel’, zegt Delphine Reculeau, programmadirecteur mensenrechtenverdedigers bij de Wereldorganisatie tegen Foltering (OMCT). ‘Ze worden als vijanden van de Taliban gezien en op alle fronten aangevallen. Hun kantoren en huizen zijn doorzocht. Hun collega’s zijn geslagen. Ze worden gedwongen om permanent onder te duiken. Ze leven onder de constante dreiging van arrestatie, marteling of erger. Degenen die erin slaagden het land te verlaten, weten niet wat hun eindbestemming zal zijn. De internationale gemeenschap moet haar morele en politieke verplichtingen nakomen en niet de mensen steek laten die hun leven hebben gewijd aan de verdediging van mensenrechten, gendergelijkheid, de rechtsstaat en democratische vrijheden. Ze moeten ze ten koste van alles beschermen.’
Vervolging van journalisten
Amnesty sprak met twee vrouwelijke journalisten uit Kabul. Ayesha (niet haar echte naam) ontvluchtte de hoofdstad na waarschuwingen van haar werkgever dat haar leven op het spel stond. Ze vertelde dat haar familie sindsdien door de Taliban was bedreigd nadat ze de groep hadden laten weten dat Ayesha niet thuis was.
Journalist Abdul vertelde dat redacteuren, journalisten en mediamedewerkers instructies van de Taliban kregen en dat ze alleen mochten werken onder de voorwaarden van de sharia en islamitische voorschriften. ‘Sinds de val van de republiek heb ik me niet meer op mijn werk gemeld. De Taliban kwamen verschillende keren naar mijn huis, maar ik verstopte me.’
Vrouwen en meisjes en het recht om te protesteren
Als gevolg van het angstklimaat na de overname door de Taliban, dragen veel Afghaanse vrouwen nu een boerka, verlaten ze het huis niet zonder een mannelijke voogd en stoppen ze met andere activiteiten om geweld en represailles te voorkomen. Ondanks de talloze dreigingen, protesteerden vrouwen in het hele land. Hoewel sommige protesten mochten doorgaan, werden veel andere met geweld door de Taliban onderdrukt. Op 4 september 2021 werden ongeveer 100 vrouwen bij een protest in Kabul uiteengedreven door speciale Taliban-troepen, die in de lucht schoten en naar verluidt traangas afvuurden.
Nazir (niet zijn echte naam), een mensenrechtenverdediger, vertelde Amnesty hoe zijn vriend Parwiz (ook niet zijn echte naam) door de Taliban hard werd geslagen nadat hij deelnam aan een demonstratie voor vrouwenrechten op 8 september 2021. ‘Parwiz werd zwaar gemarteld. Zijn arm was gebroken en hij werd meegenomen naar het politiedistrict. Toen de Taliban hem vrijlieten, dwongen ze hem nieuwe kleren te dragen omdat zijn kleren met bloed doordrenkt waren.’
Alle demonstraties tot nader order verboden
Op 8 september 20121 vaardigde het ministerie van Binnenlandse Zaken een bevel uit dat alle demonstraties en bijeenkomsten in heel Afghanistan verbood ‘totdat een demonstratiebeleid is vastgelegd’.
‘De internationale gemeenschap mag de ogen niet sluiten voor de schendingen die de Taliban begaan. Door actie te ondernemen bij de VN-Mensenrechtenraad wordt niet alleen het signaal afgegeven dat straffeloosheid niet wordt getolereerd, maar het draagt ook bij aan het voorkomen van grootschalige schendingen. Dit moet samengaan met steun voor het lopende onderzoek bij het Internationaal Strafhof, teneinde de aansprakelijkheid voor misdrijven tegen de menselijkheid en oorlogsmisdrijven door alle partijen veilig te stellen’, zegt Juliette Rousselot, FIDH’s Program Officer voor Zuid-Azië.