4 tips voor minister Hoekstra
Gaat het roer bij Buitenlandse Zaken eindelijk om? De beleidsbrief die minister Hoekstra in maart naar de Tweede Kamer stuurde, stemt hoopvol. Na jarenlang aandringen door Amnesty International en anderen heeft nu ook het kabinet de mond vol van mensenrechten. Ik geef de minister graag wat concrete tips waarmee hij zijn hoopvolle woorden realiteit kan maken.
Jarenlang werden de mensenrechten in ons buitenlandbeleid wel met de mond beleden, maar stonden in de praktijk korte-termijn-zakenbelangen voorop. Ik noem een Nederland-Rusland vriendschapsjaar, handelsmissies naar bedenkelijke regimes en gesprekken achter gesloten deuren omdat China geen pottenkijkers daarbij wil. Het waren krampachtige pogingen om staten die het niet het al te nauw namen met de mensenrechten te vriend te houden. Maar nu Rusland oorlog voert in Oekraïne en China wel érg machtig begint te worden, lijkt het kabinet er eindelijk van doordrongen dat ze met beleidskeuzes als deze niet alleen universele mensenrechten te grabbel gooit, maar er op de lange termijn de Nederlandse (zaken)belangen ook niet mee dient.
‘Nog meer nadruk op bescherming mensenrechten’
Hoekstra erkent in zijn brief dat mensenrechten, rechtsorde en democratie een belangrijk fundament zijn van stabiele en welvarende samenlevingen. ‘Het bevorderen hiervan,’ schrijft hij ‘leidt tot een voor ons land meer voorspelbare en veilige internationale omgeving. De bevordering van mensenrechten is daarom in ons eigen belang.’ Goed dat dit besef doordringt in Den Haag nadat zowel Nederland als de rest van de wereld twintig jaar lang de ogen hebben gesloten voor de afbraak van de rechtsstaat, het inperken van de vrije media en tal van andere mensenrechtenschendingen in Rusland. Als dit buitenlandbeleid niet tot de oorlog in Oekraïne heeft geleid, dan heeft het dat in elk geval niet voorkomen.
De minister kondigt aan dat het kabinet ‘nog meer’ nadruk zal leggen op de bescherming van de mensenrechten. Fijn! Maar de vraag is wel hoeveel ‘nog meer’ precies zal zijn. En of mensenrechten écht centraal komen te staan in alle contacten met het buitenland. Terwijl dat dé manier is om toekomstige crises als die in Oekraïne eerder te smoren of zelfs te voorkomen. Over wat er écht gaat veranderen staat in de beleidsbrief weinig concreets. Daarom geeft Amnesty International vlak voordat de buitenlandcommissie van de Tweede Kamer erover praat vier tips voor hoe dat beleid er uit moet zien.
1) Stel in alle contacten mensenrechten voorop
Om te beginnen moet er en nieuwe strategie komen die de bescherming van mensenrechten, democratie en de internationale rechtsorde centraal stelt. Niet langer moeten deze ondergeschikt zijn aan economische belangen en migratie- of veiligheidspolitiek. Overheidsvertegenwoordigers moeten in alle ontmoetingen met andere landen de mensenrechten bespreken, en deze besprekingen moeten openbaar zijn.
2) Bescherm en ondersteun mensenrechtenverdedigers
Mensen die kritiek leveren op hun leiders, zijn een graadmeter van hoe het er voor staat in hun land. Wordt hun werk onmogelijk gemaakt? Dan is het voor Nederland tijd om in actie te komen. Ambassades moeten structureel contact onderhouden met mensenrechtenverdedigers om hen te ondersteunen en informatie in te winnen over de mensenrechtensituatie. Worden mensenrechtenverdedigers, journalisten en maatschappelijke organisaties aangevallen? Initieer dan zelf, en met andere Europese landen een krachtig, publiekelijk tegengeluid.
3) Veroordeel gruweldaden krachtig en publiekelijk
Sowieso is het van belang dat Nederland veel vaker dan nu gruweldaden krachtig en publiekelijk veroordeelt. De interneringskampen in Xinjiang bijvoorbeeld, maar ook vermoedelijke misdrijven tegen de menselijkheid in Jemen en Israël. Nederland moet daarbij niet langer wachten op de reacties van anderen. Lukt het bijvoorbeeld niet om in EU-verband een mensenrechtenschending stevig te veroordelen, doe het dan op eigen houtje.
4) Dwing bedrijven tot IMVO en help ze daarbij
Het buitenlandbeleid strekt verder dan diplomatieke contacten. Ook Nederlandse bedrijven en financiële instellingen moeten mensenrechten respecteren. Ze moeten alles in het werk stellen om te voorkomen dat ze in de landen waar ze opereren of grondstoffen opkopen bijdragen aan ernstige misstanden, zoals dwangarbeid, gedwongen huisuitzettingen of landonteigeningen.
Bedrijven doen dat nu onvoldoende. Daarom moet Nederland stevige nationale wetgeving invoeren voor Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO) en de bedrijven goede voorlichting en ondersteuning bieden. Daarmee kan Nederland binnen de EU ook nog eens een voortrekkersrol nemen, want ook op Europees niveau is nieuwe wetgeving in de maak.
Hoog tijd voor een nieuwe koers
Om de volgende crisis te voorkomen moeten mensenrechten eindelijk centraal komen te staan in het Nederlandse buitenlandbeleid. En dan niet alleen op papier, maar in de uitvoering van het beleid. Is dit alles een recept voor gegarandeerd succes? Nee, maar decennialang probeerden we het tegenovergestelde en dat liep uit op een fiasco. Met de oorlog in Oekraïne en de meltdown van de laatste kritische stemmen in Rusland als meest recente desastreuze gevolgen. We moeten, ook in ons eigen belang en dat van bedrijven, gaan handelen in overeenstemming met de universele normen waar we voor zeggen te staan. Laat mensenrechten onze keuzes inspireren. Het gevolg is een buitenlandbeleid dat realistisch, consequent en geloofwaardig is. En, naar ik durf te wedden, effectiever.