Een rechtbank in Hongkong heeft veertien oppositieleden veroordeeld vanwege ‘samenzwering om de staatsmacht te ondermijnen’. Ze maken deel uit van een groep van 47 mensen van wie velen al jaren vastzitten in voorarrest.
‘Deze ongeëvenaarde massaveroordeling is het wreedste voorbeeld waarbij de autoriteiten de nationale veiligheidswet van Hongkong inzetten kritische stemmen het zwijgen op te leggen’, zegt Sarah Brooks van Amnesty International. ‘Dit is een vrijwel gehele zuivering van de politieke oppositie en laat de snelle afbraak van mensenrechten in Hongkong zien.’
Geen misdrijf begaan
Het is een groot onrecht dat deze mensen nu worden vastgezet. De meeste mensen van de groep van 47 zitten al meer dan 3 jaar in voorarrest. Geen van de veroordeelden heeft een internationaal erkend misdrijf begaan. Zij worden alleen maar aangepakt omdat ze gebruikmaakten van hun rechten op vrije meningsuiting, vereniging en betrokkenheid bij zaken van algemeen belang.
‘Deze veroordelingen hebben een verlammende werking op iedereen in Hongkong die kritisch is over de overheid doordat ze het signaal afgeven: hou je stil of ga de gevangenis in. Tijdens deze schijnrechtszaak negeerden de autoriteiten van Hongkong de oproepen van Amnesty International en andere mensenrechtengroepen om deze onrechtmatige aanklachten in te trekken. Het is nu aan de internationale gemeenschap om ons bij te staan en op te roepen de 47 onmiddellijk en onvoorwaardelijk vrij te laten. Het is geen misdrijf om vreedzaam tegen de overheid te zijn.’
Achtergrond
De National Security Law (nationale veiligheidswet) van Hongkong trad in juni 2020 in werking. De veroordeling van vandaag is de grootste vervolging onder deze wet tot nu toe. Alle 47 gedaagden werden gezamenlijk aangeklaagd voor ‘samenzwering tot ondermijning van de staatsmacht’.
31 Van de 47 bekenden eerder al schuldig te zijn aan de aanklacht. Activist Joshua Wong is een van hen. Van de 16 anderen die dit niet deden, werden 14 veroordeeld en twee vrijgesproken. De aanklachten hebben betrekking op het organiseren van en deelnemen aan zelfgeorganiseerde ‘voorverkiezingen’ waarbij politieke partijen kandidaten voor de verkiezingen van de Wetgevende Raad van 2020 selecteerden. De autoriteiten stelden die verkiezingen uiteindelijk uit vanwege corona. Daarna introduceerde de Chinese overheid een nieuw kiesstelsel waarin duidelijk werd aangegeven wie verkiesbaar kon zijn.
Carrie Lam, de voormalige leider van Hongkong, gaf aan dat de ‘voorverkiezingen’ illegaal waren en waarschuwde dat ze een overtreding konden zijn van de nationale veiligheidswet, die een paar weken daarvoor in werking was getreden. Het beschouwen van zelfgeorganiseerde ‘voorverkiezingen’ als een bedreiging voor het bestaan van Hongkong, haar territoriale integriteit of politieke onafhankelijkheid, komt niet overeen met internationale mensenrechtenstandaarden. Deze verdragen leggen de grens voor wanneer iets de ‘nationale veiligheid’ bedreigt hoog.
Sinds 2020 is de mensenrechtensituatie in Hongkong dramatisch achteruit gegaan. Bijna 300 mensen zijn gearresteerd voor overtredingen van de nationale veiligheidswet of een ‘opruiings’-wet uit het koloniale tijdperk. De onlangs geïntroduceerde
Artikel 23-wet zal de onderdrukking in de stad alleen maar doen toenemen.