10 vooroordelen over vluchtelingen ontkracht
Weet je niet altijd hoe je moet reageren op uitspraken over migratie en vluchtelingen? Deze gids helpt je om een sterk antwoord te geven op 10 vooroordelen.
De vluchtelingencrisis in Europa overheerst al maanden de politieke actualiteit. Daarnaast is het thema ook thuis en onder vrienden een heet hangijzer. Veel mensen vinden het niet zo eenvoudig om hierover in debat te gaan en te reageren op reacties als “Ze pakken onze banen af,” “Europa wordt overspoeld door migranten” of “We kunnen er toch niets aan doen”. Of misschien worstel je zelf nog met deze vooroordelen en vraag je je af hoe het nu werkelijk zit?
Amnesty ontwikkelde een brochure met cijfers en argumenten die 10 verschillende vooroordelen omtrent de vluchtelingencrisis ontkracht. Het resultaat is een handig en toegankelijk boekje boordevol informatie voor jezelf en je gesprekspartners. Download het hier als PDF: Klik Hier
Korte Woordenlijst
Een migrant is iemand die om verschillende redenen zijn land verlaat om elders te gaan wonen, tijdelijk of permanent. Sommige mensen migreren vrijwillig, anderen zijn gedwongen, bijvoorbeeld door oorlog of vervolging.
Een asielzoeker is een persoon die zijn land heeft verlaten op zoek naar internationale bescherming, maar die de status van vluchteling nog niet heeft gekregen. Tijdens de asielprocedure mag hij niet met dwang worden teruggestuurd naar zijn land. Bovendien mag niemand worden teruggestuurd naar zijn land als zijn leven of zijn vrijheid er in gevaar is (hetnon-refoulement-principe).
Een vluchteling is een persoon die zijn land ontvlucht uit vrees voor vervolging vanwege zijn ras, nationaliteit, identiteit, politieke overtuiging of sociale groep, en wiens regering niet meer wil of kan instaan voor zijn bescherming.
Subsidiaire bescherming is het statuut dat iemand krijgt die niet in aanmerking komt voor de vluchtelingenstatus, maar die niet kan terugkeren naar zijn land omdat hij of zij dan een reëel risico zou lopen op ernstige schade (zoals doodstraf, foltering of algemeen geweld door een conflict).
1. “Europa wordt overspoeld door migranten.”
De beelden van de aankomende migranten geven misschien de indruk dat ze Europa overspoelen, maar de realiteit is anders. De cijfers spreken voor zich. De meerderheid van de migranten bevindt zich in ontwikkelingslanden. Mensen op de vlucht voor conflict blijven grotendeels in hun eigen land, of in de buurlanden, die vaak zeer beperkte middelen hebben. Zo verblijven op dit moment 4 miljoen Syrische vluchtelingen in de landen rondom Syrië. 7.6 miljoen Syriërs op de vlucht bleven zelfs binnen de Syrische grenzen.
Meer dan vijftig miljoen mensen zijn wereldwijd op de vlucht. Slechts een klein percentage daarvan komt naar Europa. Zo bereikten volgens UNHCR tussen januari en oktober 2015 ongeveer 643.000 mensen Europa via de Middellandse Zee. Europa, één van de meest welvarende regio’s ter wereld, heeft de middelen om deze mensen op te vangen. Het is waar dat er nu veel meer asielzoekers toekomen dan pakweg een jaar geleden. Maar dit wil nog niet zeggen dat de huidige toestroom de capaciteit van Europa overstijgt. Integendeel, wij hebben de faciliteiten en middelen om vluchtelingen de bescherming te bieden die ze nodig hebben. Onze plicht van solidariteit met vluchtelingen vraagt dat we die nu – opnieuw – inzetten.
Getuigenis
Majid Hussein, 22 jaar, Nigeria
“Europeanen denken dat we hier zijn om hen iets af te pakken, maar dat is niet waar. Velen van ons zijn studenten of artsen. We hebben alles verloren en we zullen nooit nog terugvinden wat we vroeger hadden. De migranten in Italië zijn aan hun lot overgelaten. Ze kunnen zich niet wassen en niet eten, behalve als ze in contact komen met organisaties. Als Europa echt gelooft in de waarden van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, moet iedereen op een gelijkwaardige manier van die rechten kunnen genieten. Ik heb geluk gehad, ik heb papieren gekregen, ik werk, ik spreek Italiaans. Beetje bij beetje integreer ik en leer ik de cultuur kennen. Dat moeten we delen, onze culturen.”
2. “Ze komen onze uitkeringen en ons werk afpakken.”
Niemand krijgt een uitkering puur omdat hij een vreemdeling is. Mensen zonder papieren hebben enkel recht op dringende medische zorgen, met uitzondering van minderjarige kinderen in nood. Enkel het statuut van erkende vluchteling (of andere bescherming) geeft recht op toegang tot de arbeidsmarkt of tot een leefloon. Tijdens de asielprocedure heeft de asielzoeker enkel recht op materiële hulp, zoals onderdak, eten en begeleiding. Hij of zij mag niet werken, tenzij de asielprocedure langer duurt dan zes maanden.
Bovendien voeren migranten heel vaak laaggeschoold en zwaar werk uit. Banen die niet ingevuld worden door Nederlanders. Zelfs met een diploma is het voor hen moeilijk om een beroep te vinden dat past bij hun specialisatie. Wanneer migranten werken, dragen ze bij aan onze economie, bijvoorbeeld door belastingen te betalen. Nog veel te vaak komen migranten in aanraking met discriminatie of uitbuiting op de arbeidsmarkt.
3. “Immigratie ondermijnt de overheidsfinanciën.”
Integendeel, volgens een rapport van de OESO brengt immigratie gemiddeld zo’n 3.500 euro aan fiscale inkomsten op per persoon per jaar. Door te sparen, te consumeren en belastingen te betalen, dragen migranten bij aan de economie en de publieke schatkist.
In 2014 bedroeg het budget voor het Federaal Agentschap voor de opvang van asielzoekers (Fedasil) slechts 0.15 % van alle uitgaven van de Belgische administratie. De opvang van een asielzoeker kost tussen de 37.7 en de 40 euro per dag. Een groot deel van deze kosten keert terug naar onze economie door de jobs die ontstaan om de opvang te garanderen.
Ook de pogingen om de grenzen te sluiten kosten veel, vooral de bouw van muren met geavanceerde bewakingstechnologie. Tussen 2007 en 2013 besteedde de EU bijna 4 miljard euro aan het migratiebeleid, waaronder de terugkeer van onderdanen van derde landen en grenscontrole. Amper 17% (700 miljoen euro) was gewijd aan asielprocedures.
4. “We worden aangevallen door criminelen en terroristen! “
Terreuraanslagen die het leven kosten aan onschuldige mensen zijn afschuwelijke, onmenselijke daden. Terrorisme moet resoluut bestreden worden met het oog op veiligheid en met respect voor mensenrechten. Uiteraard moeten we een duidelijk onderscheid maken tussen terroristen en asielzoekers. We mogen niet vergeten dat veel mannen, vrouwen en kinderen net op de vlucht zijn voor dit soort geweld, angst en conflict.
Toch kan het niet worden uitgesloten dat er bij de asielzoekers ook mensen met kwade bedoelingen zijn. Daarom doen de veiligheidsdiensten een screening van de asielaanvragen. Dat is ook in België het geval. Het is de taak van de veiligheidsdiensten om erover te waken dat zware criminelen en terroristen niet de status van vluchteling krijgen.
Het VN-Vluchtelingenverdrag is hierover duidelijk: wie zich schuldig heeft gemaakt aan misdrijven tegen de mensheid, een ernstig niet-politiek misdrijf heeft gepleegd, of zich schuldig heeft gemaakt aan handelingen in strijd met de doelstellingen van de Verenigde Naties, heeft geen recht op het statuut van vluchteling.
5. “België doet te veel voor vluchtelingen.”
Bij de behandeling van asielaanvragen en de toekenning van subsidiaire bescherming, is België gebonden door internationale verplichtingen. Het VN-Vluchtelingenverdrag van 1951 en Europese regelgeving bepalen wie in aanmerking komt voor het vluchtelingenstatuut of subsidiaire bescherming. Datzelfde verdrag bepaalt bovendien dat vluchtelingen op dezelfde manier moeten worden behandeld als andere onderdanen wat betreft ondersteuning en bijstand. Zo hebben vluchtelingen recht op toegang tot de arbeidsmarkt of een leefloon van het OCMW. Werkloosheidsuitkering is pas mogelijk als een vluchteling al gewerkt heeft in België en dus al heeft bijgedragen aan het sociaal systeem.
In de afgelopen jaren is er een duidelijke stijging van erkenningen van vluchtelingen. Het aantal positieve beslissingen van het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS) steeg van 29,4% in 2013 naar meer dan 60% vandaag. Dit is echter niet te wijten aan een wijzigend Belgisch beleid. Onder de aanvragers zijn veel Syriërs, Irakezen en Afghanen. Zij komen uit landen waar de nood aan bescherming in bepaalde gebieden zeer hoog is.
6. “Europa is een zeef, we moeten de grenzen versterken.”
Integendeel, Europa is een echt fort. Aan de grenzen van Europa zijn overal muren opgetrokken, tussen Turkije en Griekenland, tussen Turkije en Bulgarije, rond de Spaanse enclaves in Marokko en sinds kort ook aan de Hongaars-Servische grens. Prikkeldraad, afschrikwekkende barrières, radars, traangaskanonnen, bewegingsmelders: geavanceerde bewakings- en militaire systemen moeten zorgen voor goed bewaakte grenzen.
Ook een visum krijgen duurt vaak heel lang. Toch heb je een visum nodig om met het vliegtuig of een ander regulier vervoersmiddel toegang te krijgen tot Europa. Omdat een visum krijgen zo moeizaam verloopt, zien velen zich gedwongen om op een andere manier Europa te bereiken. Europa is dus allesbehalve een zeef.
7. “Migranten en vluchtelingen ondernemen gevaarlijke reizen omdat ze ervoor kiezen of omdat ze niet beter weten.”
Migranten en vluchtelingen moeten hun land ontvluchten omdat ze vrezen voor hun leven. Dat kan je moeilijk een vrije keuze noemen. Volgens de statistieken is de meerderheid van de mensen die aankomen via de zee op de vlucht voor oorlog, conflict, vervolging, foltering of doodsbedreigingen. In 2013 kwam 63% van de mensen die de Middellandse Zee overstaken uit Syrië, Eritrea, Afghanistan en Somalië, landen geteisterd door conflicten en massale schendingen van de mensenrechten. In 2014 waren de Syriërs en Eritreeërs goed voor meer dan de helft van de ongeveer 170.000 mensen die Italië bereikten via de zee. Dezelfde vaststelling geldt voor de eerste maanden van 2015.
Ironisch genoeg houdt de verstrengde bewaking de migranten niet tegen, het dwingt hen gewoon om gevaarlijkere routes te nemen. Mensen op de vlucht voor conflict of oorlog zullen altijd proberen om hun leven te redden. Zo worden ze in de handen gedreven van mensensmokkelaars, en moeten ze grote sommen geld betalen om toch in Europa te geraken, vaak via heel gevaarlijke routes of transportmiddelen. Vrouwen, mannen en kinderen verdrinken daardoor in zee of stikken in vrachtwagens. Gezinnen met jonge kinderen trekken te voet doorheen verschillende landen in de Balkan ondanks regen, koude en andere ontberingen. Het is dus juist het falende Europese migratiebeleid dat aan de basis ligt van de doden op weg naar Europa.
8. “De uitbreiding van de zoek- en reddingsoperaties zal mensen aanmoedigen om de oversteek te wagen.”
Niets bewijst dat de zoek- en reddingsoperaties op de Middellandse Zee een aanzuigeffect hebben. Het aantal vluchtelingen en migranten nam zelfs toe nadat Italië de reddingsoperatie Mare Nostrum stopzette in oktober 2014, wat de oversteek dus nog gevaarlijker maakte. Meer dan 41.470 mensen zijn al in Italië aangekomen over zee tussen januari en mei 2015. De meeste mensen willen gewoon kost wat kost vluchten uit een extreem moeilijke situatie naar een veiligere plek, zelfs met gevaar voor eigen leven. Velen hebben geen andere keuze dan de oversteek te wagen.
9. “De vernietiging van de schepen is een goede zaak.”
Uitbuiting door mensensmokkelaars is ten zeerste af te keuren. Deze mensen maken misbruik van de kwetsbaarheid en de nood van migranten, door grote sommen geld te vragen om hen op onveilige schepen op weg naar Europa te sturen. Dit misbruik verdient te worden bestraft. De vraag is of het probleem van mensensmokkel opgelost wordt door de schepen van mensensmokkelaars te vernietigen.
Het is niet duidelijk hoe overheden de schepen zouden kunnen vernietigen zonder de vluchtelingen en migranten in gevaar te brengen. Het vernietigen van de schepen mag ook niet tot gevolg hebben dat migranten vast blijven zitten in een land zoals Libië, waar ze een ernstig risico lopen op mishandeling, uitbuiting en zelf ontvoering voor losgeld. De militaire acties tegen schepen van mensensmokkelaars mogen bovendien niet tot gevolg hebben dat er minder schepen en vliegtuigen ingezet worden voor het redden van drenkelingen op zee. En dit alles zou mensen kunnen dwingen om nog gevaarlijkere manieren te zoeken om Fort Europa binnen te komen.
Gelijkaardige situaties (bootvluchtelingen in Azië aan het einde van de oorlog in Vietnam) toonden aan dat de smokkelaars na de vernietiging van de boten gewoon nog gevaarlijkere vlotten bouwden.
10. “Hoe dan ook, ik kan niets doen.”
Voer mee actie op onze website www.aivl.be/sos-europa of word lid van onze organisatie. Je kan ons ook steunen door een gift te doen. Een gemiddelde gift van 50 euro zorgt ervoor dat we meer middelen hebben om actie te voeren. Zo kunnen we extra druk leggen op de Europese leiders om de crisis eindelijk efficiënt en met respect voor de mensenrechten aan te pakken.
Samen kunnen we bewijzen dat Europeanen niet tolereren dat mensenrechten van vluchtelingen en asielzoekers geschonden worden. Europa zette al enkele stappen in de goede richting, maar dit volstaat niet. We blijven druk uitoefenen op de Europese leiders zodat ze een einde maken aan deze situatie.