In de internationale studentenflat in uptown Manhattan, waar Maung Sawyeddollah (23) sinds een paar maanden woont, kent geen van zijn huisgenoten het land waar hij vandaan komt, Myanmar. En ook de naam van zijn volk, de Rohingya, niet. Laat staan wat hun is aangedaan.
‘Maar dat is niet erg’, zegt Maung via zoomverbinding met een lach. Dat is de reden dat hij 13 duizend kilometer hierheen is gereisd, om het lot van zijn volk onder de aandacht te brengen.
De reis was niet makkelijk, maar hij is gewend geraakt aan de grote weerstand die hij moet zien te overwinnen. Niet eerder is het een kansarme jongen uit Myanmar gelukt om aan de New York University (NYU) te mogen studeren.
Hij had zich aangemeld bij 147 universiteiten, in de hoop dat ergens op de wereld, iemand bereid was om hem, zonder diploma, geld of paspoort, op te nemen. Omdat die persoon aanvoelde dat dit dé weg is die Maung moet gaan.
‘Mijn ouders zien zichzelf als geluksvogels, omdat ik de eerste van mijn gemeenschap ben die werkelijk iets kan gaan bereiken’
De Rohingya zijn volgens de Verenigde Naties het meest vervolgde volk op de wereld. Het volk dat niemand wil.
In vluchtelingkamp Kutupalong in Bangladesh, waar Maung de laatste zeven jaar met zijn ouders woonde, luisterden ze in klasjes en op pleintjes naar hem, als hij de mensen op het hart drukte dat ze niet de hoop moesten verliezen, dat zij het recht hadden om terug te keren naar hun moederland.
Maar buiten het kamp willen mensen alleen luisteren naar iemand met een universitaire opleiding, denkt hij, ‘zodat mijn stem authentiek en geloofwaardig overkomt en mensen vertrouwen in me krijgen’. Een diploma International Studies aan de NYU zal hem helpen. De steun die hij ontving is toereikend voor één semester. Daarna moet Maung weer op zoek naar geldschieters.
Strijd tegen Meta
Op 19-jarige leeftijd richtte Maung het Rohingya Student Network op en begon hij een actie tegen Meta, omdat Facebooks algoritmes bijdroegen aan de verspreiding van haatberichten over de Rohingya in Myanmar. Uiteindelijk werd de agressie zo groot dat de meeste Rohingya naar Bangladesh vluchtten.
‘In het begin voelden we ons heel machteloos tegenover Meta, maar via via wisten we aandacht te trekken. Amnesty International gaf ons vorig jaar via Write for Rights de kans om veel publiciteit te genereren. Het helpt onze zaak, maar mij persoonlijk ook.’
In augustus nam hij afscheid van zijn ouders en vijf broers en zussen. Hij zou zijn familie jaren niet meer in levenden lijve terugzien, wist hij.
‘Maar mijn ouders zien zichzelf als geluksvogels, omdat ik de eerste van mijn gemeenschap ben die werkelijk iets kan gaan bereiken. Dat maakt ze trots.’
Laatst heeft hij via Google Street View naar zijn huis gezocht, maar dat staat er niet meer. Platgebrand, net als de rest
Niet alleen broers en zussen nemen een voorbeeld aan hun oudste broer, zegt Maung met een glimlach. Alle jongeren in het vluchtelingenkamp zijn supergemotiveerd geraakt door zijn verhaal. Sinds Maungs komst ontving de NYU honderden aanmeldingen van Rohingya-jongeren die wilden komen studeren.
Er gebeurde nog een mirakel. Eerder moesten zijn ouders een heel eind naar de top van de berg lopen, als ze met hun telefoon contact met Maung in New York wilden krijgen. Maar een paar weken na Maungs vertrek was er ineens internet in het vluchtelingenkamp. Nu kan hij via Facetime contact met hen hebben.
Naar het vluchtelingenkamp in Bangladesh wil Maung niet meer terug. Dat is een plek voor verdrevenen. Hij wil terug naar de plek waar hij wel thuishoort, Myanmar. Naar zijn dorp, zijn vrienden, de bananen- en kokosnootbomen. Laatst heeft hij via Google Street View nog naar zijn huis gezocht, maar dat staat er niet meer. Platgebrand, net als de rest. Alleen zijn school staat er nog.
Blijf op de hoogte. Ontvang de Wordt Vervolgd Nieuwsbrief
Maung is ervan overtuigd dat er een tijd zal komen dat de Rohingya zullen terugkeren naar hun dorpen. Het zal nog lang duren, want er is geen kracht die nu in staat is het militaire regime omver te werpen.
Maar hij heeft de tijd. Hij wil eerst zijn studie afmaken. Dat is de eerste stap van zijn grote plan. Misschien lukt het hem over een paar jaar, om samen met anderen, werkelijk iets te veranderen. ‘Ik wil hoop en geloof brengen in het hoofd van de mensen.’
‘Ik vind New York geweldig. Het geeft me het gevoel dat ik door heel veel landen reis, omdat ik met mensen uit zoveel verschillende landen spreek. Het voelt heel erg dat ik het goede pad bewandel. Het gaat langzaam, maar ik ga richting het doel waar ik van droomde!’
Rita Karasartova
Rita Karasartova poseert trots in een zelfgemaakte chapan, een traditionele jas uit Kirgizië. Het naaien van chapans, een passie van haar, was een van de dingen die ze moest opgeven toen ze samen met negen andere vrouwen onterecht werd opgesloten in een cel die niet groter was dan twee parkeerplekken.
‘Ik had nooit gedacht dat ik acht maanden in die krappe cel zou zitten’, schreef Karasartova in 2023 in Metro. Ze werd gearresteerd na een vreedzaam protest tegen de ‘Kempir-Abad-overeenkomst’ in 2022, waarbij Kirgizië een zoetwaterreservoir overdroeg aan buurland Oezbekistan. Haar zorgen over de toegang tot drinkwater werden gezien als een poging tot ‘gewelddadige omverwerping van de regering’, wat een gevangenisstraf van twintig jaar kon opleveren. Hoewel ze haar vonnis uiteindelijk in huisarrest kon afwachten, beschouwde ze het proces als ‘niets anders dan een schijnvertoning’.
Amnesty International voerde in 2023 actie voor haar. En met succes. Deze zomer werd Karasartova, samen met andere demonstranten, vrijgesproken. ‘We huilden van verbazing’, vertelde Karasartova aan Amnesty. (Merel Zuidhof)
Gustavo Gatica
Gekleed in het zwart en met een zonnebril op zit Gustavo Gatica zit achter zijn drumstel in een bar in Santiago. De klanken van ‘Es una terrible historia’, gespeeld door zijn band Hacia la Victoria, vullen de ruimte. De band bestaat uit overlevenden van het politiegeweld tijdens de protesten in Chili in 2019.
‘Het protest gaf ons hoop’, schrijft Gatica in Newsweek in 2024, maar ter plekke ‘voelde het als oorlog’. Hij werd tijdens een protest door een politieagent in zijn ogen geraakt met rubberkogels, wat hem voor altijd blind maakte. Amnesty kwam voor hem op tijdens Write for Rights 2020: de bevelhebbers moesten verantwoordelijk worden gehouden. Van over de hele wereld stroomden brieven binnen voor de openbaar aanklager met de oproep om beter onderzoek te doen, en met succes: de agenten zijn veroordeeld.
En Gatica? Die heeft in de tussentijd niet stilgezeten. Hij behaalde zijn diploma in psychologie en blijft zich inzetten voor mensenrechten, schrijft hij: ‘De band is een fantastische manier om te protesteren.’ (Merel Zuidhof)
Aleksandra Skotsjilenko
Het beeld van de Russische Aleksandra Skotsjilenko, waarop ze met een brede glimlach en een speelse knipoog achter tralies de wereld overging, laat bijna vergeten dat ze geconfronteerd werd met een zware gevangenisstraf. Haar ‘misdaad’? Het vervangen van vijf prijskaartjes in een supermarkt in Sint Petersburg in 2022, door briefjes met kritiek op de Russische invasie van Oekraïne. ‘Zelfs tien jaar is een kleine prijs voor het vreedzaam uiten van mijn mening’, schrijft de kunstenares in haar gevangenisdagboek.
Met naar binnen gesmokkelde kleurpotloden vulde ze het dagboek met schetsen: van haar cel, haar vriendin, haar verlangen naar vrijheid en van de grote berg brieven die ze ontving na Write for Rights 2022. ‘Als alle politieke gevangenen zoveel steun zouden krijgen als ik, zouden we waarschijnlijk in een ander land wonen’, benadrukt ze.
En die tien jaar? Die zijn er gelukkig nooit gekomen. Skotsjilenko werd eind augustus 2024 vrijgelaten tijdens een internationale gevangenenruil. Nu woont ze samen met haar vriendin in Keulen. (Merel Zuidhof)