Wat is er aan de hand in Haïti?

Armoede, bendegeweld, klimaatrampen en politieke instabiliteit: het lukt in Haïti maar niet om de orde te herstellen. Afgelopen zomer is de nieuwe VN-vredesmissie onder leiding van Kenia van start gegaan. Eerdere vredesmissies liepen op een fiasco uit. Wat kunnen we nu verwachten? Vijf vragen en antwoorden over een land dat nog altijd een speelbal is van internationale grootmachten en westerse hulporganisaties.  

In de Haïtiaanse hoofdstad Port-au-Prince houden mensen hun handen omhoog voor de politie die - na de aardbeving in 2010 - plunderaars zoekt. Ook in 2024 legden plunderingen de stad plat. Bendegeweld Haïti
© Damon Winter/The New York Times

1: Wat is de rol van bendegeweld in de onrust in Haïti?

Na een grootschalige gevangenisuitbraak begin maart probeerden gewapende bendes – zonder succes – het vliegveld over te nemen. Plunderingen, geweld en moorden legden de hoofdstad Port-au-Prince en andere grote steden lange tijd plat. De regering riep de noodtoestand uit en kondigde een avondklok af. Premier Ariel Henry was op dat moment in Kenia vanwege de VN-missie die Kenia gaat leiden in Haïti, om de orde te herstellen.

Henry werd in 2021 interim-premier na de moord op de toenmalige president Jovenel Moïse bij een mislukte staatsgreep. De talloze bendes probeerden het machtsvacuüm op te vullen, terwijl het land al kampte met armoede, geweld en politieke instabiliteit. Haïti is namelijk een van de armste landen ter wereld – zo’n 60 procent van de bevolking leeft onder de armoedegrens, ongeveer zes miljoen mensen.

Het lukte interim-premier Henry niet om de orde te herstellen, en onder druk van de internationale gemeenschap trad hij op 24 april van dit jaar af. Inmiddels is Garry Conille, voormalig regionaal directeur van Unicef, als premier aangewezen door een ‘presidentiële overgangsraad’. Dit ongekozen orgaan werd bedacht door de Caribische landengroep Caricom (waar Haïti zelf niet bij zit), Frankrijk en de Verenigde Staten. Aan Conille de taak om nieuwe verkiezingen te organiseren en de door de VN-Veiligheidsraad gestuurde internationale troepenmacht te ontvangen.

Schrijf je in voor de WV-nieuwsbrief

2: Wat gaat de VN-vredesmissie doen?

Deze zomer arriveerden de eerste soldaten van de nieuwe VN-vredesmissie, die als doel heeft de Haïtiaanse politie te ondersteunen. De VS hebben zo’n 300 miljoen dollar geïnvesteerd; de militairen komen uit onder meer Benin, Bangladesh en met name Kenia, dat de missie gaat leiden.

In Haïti is het vertrouwen in de missie echter wisselend, vertelt Emmanuela Douyon telefonisch. Ze is expert op het gebied van ontwikkelingssamenwerking in Haïti en oprichter van de Haïtiaanse denktank Policité. ‘De meeste Haïtianen zijn wanhopig en zien de aanwezigheid van een buitenlandse troepenmacht als de prijs die betaald moet worden voor vrede. Maar het is de vraag of een missie in deze vorm goed is. Er is eerder al zo’n 7 miljard dollar uitgegeven aan de vredesmissie MINUSTAH, maar de politie is er niet door versterkt.’ Bovendien maakten soldaten zich tijdens die MINUSTAH–missie (tussen 2004 en 2017) schuldig aan seksueel misbruik en geweld.

Douyon: ‘Als je echt iets aan de veiligheidssituatie wilt doen, moet je het justitiële systeem versterken. We kunnen hier niet eeuwig Keniaanse soldaten hebben.’

3: Welke rol speelt het koloniale verleden?

Samen met de Dominicaanse Republiek vormt Haïti het eiland Hispaniola. Het was lange tijd een kolonie van Spanje en daarna Frankrijk, maar werd in 1804 onafhankelijk na de Haïtiaanse Revolutie, een van de succesvolste slavenopstanden in de geschiedenis. Haïti is dan ook het eerste land dat de slavernij afschafte. Douyon: ‘Wij waren de eerste vrije, zwarte republikeinse natie.’

Maar na de revolutie voerden veel landen, waaronder de VS, een handelsembargo in tegen Haïti. En Frankrijk eiste in ruil voor erkenning van de onafhankelijkheid zo’n 90 miljoen francs – volgens economen zo’n 17 miljard euro nu – aan herstelbetalingen. Dit alles had een verwoestend effect op de economie.

De koloniale overheersing drukt nog steeds haar stempel op het land: door de grootschalige ontbossing voor de suiker- en koffieplantages van de Franse overheersers zijn de bodem en landbouwgrond in Haïti grotendeels onvruchtbaar. Nog altijd zie je op de satellietbeelden hoeveel groener het buurland, de Dominicaanse Republiek, is.

De optelsom van economische problemen, buitenlandse inmenging en onvruchtbare grond vormen een voedingsbodem voor interne conflicten, corruptie en dictatoriale heersers. Daar is minder sprake van in de Dominicaanse Republiek, dat als voormalige Spaanse kolonie een andere geschiedenis kent.

4: Wat is de invloed van klimaatrampen? En welke rol spelen hulporganisaties?

Haïti ligt op meerdere breuklijnen, waardoor het vaak te maken krijgt met aardbevingen en orkanen. En met de toenemende opwarming van de aarde neemt de kwetsbaarheid voor natuurgeweld toe.

In de afgelopen vijftien jaar kwamen honderdduizenden Haïtianen om het leven bij grote aardbevingen, orkanen en overstromingen. Miljoenen mensen raakten hun huis kwijt.

Na de grote aardbeving in 2010 waren er ruim 10 duizend – veelal westerse – ngo’s actief in Haïti. Dit leverde Haïti in 2010 al de titel ‘ngo-republiek’ op. Bijna 80 procent van de basiszorgvoorzieningen wordt via ngo’s door de private sector geleverd. Volgens critici is dit een nieuwe vorm van kolonialisme. Bovendien waren er schandalen met hulporganisaties zoals Oxfam, waarover de Britse krant The Times in 2018 onthulde dat medewerkers seksfeesten organiseerden met minderjarige prostituees. Dit zorgde wereldwijd voor grote ophef, waarna meerdere schandalen binnen de ngo-wereld aan het licht kwamen.

5: Wat moet er nu gebeuren?

Ondanks haar kritiek op de VN-vredesmissie, richt Emmanuela Douyon daar nu wel haar hoop op. ‘Het eerste wat we nodig hebben is vrede en stabiliteit. Mensen moeten zich vrij kunnen bewegen en naar hun werk kunnen gaan. Het tweede is de terugkeer naar de democratische orde. We hebben mensen nodig met een plan voor het land, die gekozen kunnen worden via vrije verkiezingen. En het derde is toegang tot gezondheidszorg en kwaliteitsonderwijs. De internationale gemeenschap moet hierin investeren, maar we hebben die niet nodig om voor ons te beslissen.’

Douyon benadrukt dat Haïtianen inspraak moeten hebben in de toekomst van hun land, dat nog altijd een speelbal is van internationale grootmachten en westerse hulporganisaties. ‘Het is ambitieus, maar ik heb goede hoop dat er een oplossing komt’, zegt ze. ‘Omdat het Haïti is. De eerste vrije, zwarte natie. Een van de eerste landen ter wereld die een einde maakten aan de slavernij. We hebben het toen gedaan, dus nu kan het ook.’ ⓿

Lees ook