‘Wat als Wilders premier wordt? Daar ga ik liever niet op in’
Als weinig anderen hield Gloria Wekker wit Nederland dit jaar een spiegel voor. Na het verschijnen van haar boek White Innocence‚ over geïnstitutionaliseerd racisme‚ volgden interviews in kranten en opiniebladen – en een golf kritiek. In Suriname praat ze met Armand Snijders over een bewogen mediajaar en over de ‘typische verongelijktheid die veel witte mannen hebben als ze met zichzelf worden geconfronteerd’.
Paramaribo – ‘Laten we een plekje in de schaduw zoeken‚ onder een parasol. Ik moet echt weer wennen aan de hitte’‚ zegt antropologe Gloria Wekker (66). Het is half elf ’s morgens en op het terras van het befaamde Torarica Hotel in Paramaribo is het meer dan dertig graden. Wekker mag in 1950 in Suriname geboren zijn‚ een tropenkind zou ze nooit worden. Een jaar later verhuisde ze met haar Joodse vader‚ Creools-Indiaanse moeder en vier oudere broers en zussen naar Nederland.
Na een bewogen jaar is Wekker nu voor een paar maanden terug in Paramaribo. Ze werkt er (‘liefst onder de mangoboom in de tuin’) aan de Nederlandse vertaling van haar deze zomer verschenen boek White Innocence. Daarin beschreef ze hoe de Nederlandse koloniale geschiedenis doorwerkt in geïnstitutionaliseerd racisme in de Nederlandse maatschappij. Zo hekelde ze het ‘positieve en zelfgenoegzame beeld’ dat veel witte Nederlanders‚ ‘in het bijzonder witte oudere mannen’‚ zouden hebben van racisme‚ Zwarte Piet en het slavernijverleden. Na de verschijning van het Engelstalige boek kreeg ze ladingen kritiek over zich uitgestort‚ maar ook veel steunbetuigingen. Een paar maanden later kwam ze als voorzitter van commissie Diversiteit van de Universiteit van Amsterdam (UvA) met de conclusie dat de onderwijsinstelling een wit bolwerk vormt dat dringend toe is aan meer diversiteit.
Hoogleraar
In Nederland moest Wekker haar plaats zien te vinden binnen een‚ in die tijd nog‚ overwegend witte samenleving. Dat deed ze met succes: ze rondde in 1981 haar studie culturele antropologie aan de Universiteit van Amsterdam af en promoveerde in 1992 aan de Universiteit van Californië. Negen jaar later werd ze professor Gender en Etniciteit aan de Universiteit Utrecht.
Van 1987 tot 1992 woonde Wekker‚ met een onderbreking van negentien maanden die ze in Suriname verbleef voor onderzoek‚ in de Verenigde Staten. Als 17-jarige student verbleef ze daar ook een jaar. Het leven in de VS vond ze een ‘verademing’. Wekker: ‘Het slavernijverleden en thema’s als racisme en discriminatie krijgen daar veel meer aandacht.
Ze zijn beter bespreekbaar dan in Nederland. Dat is voor een deel wel te verklaren: in de VS was er slavernij‚ dus iedereen maakte daar kennis mee; de Nederlanders stuurden de tot slaaf gemaakten vooral door naar Suriname‚ “ons Indi딂 en andere plaatsen. Het grootste deel van de Nederlandse bevolking kreeg er maar weinig van mee. Daardoor ontbreekt die bewustwording over wat er in het verleden is gebeurd. We kennen ons culturele archief niet.’
Eigenlijk ben ik blij met dit soort zielige reacties‚ het bevestigt de bevindingen van mijn onderzoek.
Wekker zegt behoorlijk verrast te zijn over alle aandacht die haar boek White Innocence kreeg. ‘Ik dacht dat ik het voor een kleine groep geïnteresseerden en vakgenoten schreef. Tien jaar geleden zou er waarschijnlijk niet zoveel ophef zijn ontstaan. Het heeft ongetwijfeld te maken met de opkomst van partijen zoals de PVV‚ de Zwarte Piet-discussie en de toestroom van asielzoekers.’
Sommige reacties waren ongekend fel. Zo schreef journalist Arno Wellens op de website www.925.nl over ‘het vreselijke racisme van Gloria Wekker’ en dat het tijd wordt ‘voor een strafrechtelijk onderzoek wegens haatzaaien’. Wekker hoort de citaten aan en haalt haar schouders op. ‘Wie is die man‚ ik heb nog nooit van hem gehoord.’ Om met medelijden in haar blik te vervolgen: ‘Eigenlijk ben ik wel blij met dit soort zielige reacties‚ het bevestigt de bevindingen van mijn onderzoek. Het zegt meer iets over die witte man‚ het is die typische verongelijktheid als hij met zichzelf wordt geconfronteerd. Het meest positieve is dat het boek discussies op gang heeft gebracht.’
Volgens critici geeft White Innocence een te eenzijdig beeld en wijst het te veel met de beschuldigende vinger naar witte Nederlanders. Is het wel zo uniek dat Nederland niet kritisch kijkt naar het koloniale verleden? Turkije ontkent toch ook de Armeense genocide? Wekker‚ fel: ‘Kijk‚ dat soort opmerkingen irriteert me. Ik heb onderzoek gedaan naar racisme in Nederland en het zelfbeeld dat witte Nederlanders hebben. Het slaat nergens op om daar zaken bij te slepen die er niets mee te maken hebben‚ zoals de Turkse ontkenning van de Armeense genocide.
‘Toen ik in de jaren negentig mijn dissertatie over seksualiteit van Creoolse vrouwen in Paramaribo publiceerde‚ was iedereen daar vol lof over. Men vond het een goede studie en ik heb er zelfs een prijs voor gekregen. Maar nu kom ik met een onderzoek waarin ik het zelfbeeld van de witte Nederlander tegen het licht heb gehouden en daar valt men dan over‚ dat gaat een stap te ver. Gelukkig heb ik vooral van jongeren in Nederland veel positieve reacties en bijval gehad. Die herkennen het beeld dat ik schets en willen ook verandering.’
Ze vervolgt: ‘Veel witte Nederlanders hebben nooit goed naar zichzelf gekeken. Ze hebben een soort heimwee naar de goeie ouwe tijd‚ naar een gevoel van suprematie. Daar spelen politici als Wilders handig op in. Ook Mark Rutte doet daaraan mee. Ik zag laatst een spotje waarin alleen maar witte mensen voorkomen en waarin hij zei dat hij van Nederland een beter land wil maken. Rutte is historicus en dan praat hij over een Nederland als in de jaren vijftig‚ dat niet meer bestaat.’
Bezetting Maagdenhuis
De onderzoeksresultaten die de commissie Diversiteit van de Universiteit van Amsterdam dit najaar onder haar leiding publiceerde‚ vielen ook niet bij iedereen in goede aarde. Na de bezetting van het Maagdenhuis begin 2015 eisten studenten dat er meer diversiteit op de UvA zou komen. Daaruit kwam de commissie voort. Het rapport concludeerde dat 26 procent van de eerstejaarsstudenten zwart zou moeten zijn of een migranten- of vluchtelingenachtergrond moest hebben. Dat is het landelijke percentage leerlingen met een niet-westerse achtergrond dat jaarlijks voor het VWO slaagt. Het percentage UvA-studenten met die achtergrond is nu 15 procent.
Sylvana heeft een uitgesproken mening waar ze voor uitkomt. Daar houden veel witte mannen niet van.
Volgens Wekker is er op de universiteit ook sprake van discriminatie. ‘Tijdens gesprekken met studenten en docenten kwamen schokkende dingen naar voren. Een herkenbaar voorbeeld was een donkere docent die‚ met aan zijn zijde een witte assistent‚ studenten acht weken les heeft gegeven. Toen de studenten daarna naar hun ervaringen werd gevraagd‚ zeiden de meeste dat ze de witte docent wel goed vonden‚ maar dat hij zijn zwarte assistent beter kon lozen. Het kan natuurlijk dat de docent niet voldeed‚ maar dat acht ik onwaarschijnlijk. Hij was immers gewoon aangenomen. Ik denk dat het eerder te maken heeft met de vooringenomenheid‚ het culturele archief van de studenten. Ook kreeg ik te horen dat onder anderen transgenders‚ homo’s‚ vrouwen en mensen met een handicap niet dezelfde behandeling krijgen als andere mensen.’
Sluipenderwijs
Dat discriminatie en racisme steeds meer de kop opsteken‚ verklaart Wekker uit de verrechtsing die gaande is‚ in Nederland en daarbuiten. ‘Om het electoraat te behagen‚ schuiven alle partijen op naar rechts. Dat doen ze niet in één keer‚ met 180 graden‚ maar sluipenderwijs. De samenleving heeft ondertussen nauwelijks door dat het klimaat steeds rechtser wordt.’
Zo is het volgens Wekker ook gegaan in de VS‚ waar Donald Trump tot president is verkozen. Ze noemt die overwinning ‘een opstand van de zure witte mannen‚ met in hun kielzog witte en zelfs zwarte vrouwen’. Ze vindt het ‘natuurlijk verontrustend’ maar tast nog in het duister over wat dit ‘voor de toekomst betekent‚ en ook voor Nederland’.
De gedachte dat Nederland mogelijk iets soortgelijks staat te wachten als de PVV in maart volgend jaar de verkiezingen wint‚ zet ze het liefst van zich af. ‘Hoe ik de toekomst zie als Wilders premier zou worden? Daar wil ik liever niet op ingaan.’
Eigenlijk hoopt ze dat de partij Denk in maart voor een verrassing gaat zorgen. ‘Dat zou wat zijn zeg!’‚ zegt ze. Thema’s als discriminatie en bestrijding van racisme lopen als een rode draad door het partijprogramma. Wekker is vooral lovend over Denk-politica Sylvana Simons. ‘Ik vind dat zij een heel moedige stap heeft gezet. Hoe ze sinds haar toetreding beledigd‚ bejegend en bedreigd wordt‚ daar lusten de honden geen brood van. Dat is vele malen erger dan wat ik over me heen heb gekregen dit jaar‚ tot in de vierde macht.’
Ze vervolgt: ‘Sylvana symboliseert in optima forma hoe je je volgens veel witte mannen als zwarte vrouw níet moet gedragen. Want in hun ogen moet ze een vrolijke‚ tevreden zwarte vrouw zijn. Sylvana is gearticuleerd‚ heeft een uitgesproken mening waar ze voor uitkomt en kan anderen van repliek dienen. Daar houden veel witte mannen niet van.’
Wekker juicht het plan van Denk toe een speciale politie-eenheid van duizend agenten op te zetten om racisme en discriminatie te bestrijden. ‘Die agenten zullen het vooral druk krijgen met hun collega’s die iedere zwarte man in een dure auto staande houden.’ Ze is minder enthousiast over het voorstel van Denk de namen te schrappen in het straatbeeld die aan het koloniale verleden herinneren‚ en bijvoorbeeld de Coentunnel om te dopen‚ vanwege de wandaden die Jan Pieterszoon Coen verrichtte in Nederlands Indië. Wekker: ‘Als je daar niet aan wordt herinnerd‚ kun je er ook niet van leren.’
Tot begin februari zal Wekker zelf op achtduizend kilometer afstand het opwellende verkiezingscircus volgen. Wel komt ze kort voor de kerstdagen even naar Nederland op uitnodiging van de VPRO. ‘Het is fijn dat ik dan in Nederland ben. In 1951 kwamen wij op 23 december vanuit Suriname in Nederland aan. Tijdens de reis van drie weken kregen we echt Hollandse maaltijden. Als we het op hadden‚ vroegen wij: “Wanneer komt het eten?” We waren rijst gewend‚ aardappels zagen we niet als voedsel. Toen we aankwamen op de Surinamekade‚ gingen mijn ouders gelijk op zoek naar een Chinees restaurant‚ en ze vonden er een op het Rokin.
‘Daar zijn we sindsdien elk jaar op de 23 december gaan eten. Ook nu mijn ouders niet meer leven‚ houden wij die traditie in stand. Iedere keer roept dat Chinese restaurant herinneringen op aan vroeger en aan Suriname‚ want die band blijft altijd bestaan.’
Biografie
Naam: Gloria Wekker.
Geboren: in 1950 in Paramaribo‚ Suriname.
Carrière: voltooide in 1981 haar studie antropologie aan de Universiteit van Amsterdam. In 1992 promoveerde ze aan de Universiteit van Californië. Twee jaar later werd haar dissertatie over seksualiteit van Creoolse vrouwen uit de volksklasse in Paramaribo in het Nederlands uitgegeven onder de titel Ik ben een gouden munt. In 2001 werd ze aangesteld als professor Gender en Etniciteit aan de Universiteit Utrecht. In 2012 ging ze met emeritaat. Boeken: na haar dissertatie schreef ze Politics of Passion: Women’s sexual culture in the Afro-Surinamese diaspora. Daarmee won ze in 2007 de Ruth Benedict-prijs van de American Anthropological Association. In 2016 publiceerde ze White Innocence.