Wanneer is iemand arm? Dat ben je volgens de meest gangbare definitie als je niet meer kunt voorzien in je basisbehoeften, zoals genoeg eten en drinken, kleding, een dak boven je hoofd, onderwijs en medische zorg. Maar wat betekent dat, voldoende voedsel of kleding? Wanneer heeft een kind voldoende onderwijs? Wat heeft een meisje van 10 nodig en wat haar alleenstaande moeder? En horen er ook niet andere, meer ongrijpbare behoeften bij, zoals een middagje vrij, of ’s avonds even een boek kunnen lezen?
Armoede valt moeilijk precies vast te pinnen. De Wereldbank stelt momenteel dat de zogeheten armoedegrens bij een inkomen van 1,90 dollar per dag ligt, maar het zal niet verbazen dat verschillende landen verschillende definities hanteren, en zelfs binnen een land kunnen er meerdere bestaan – ook in Nederland.
Stefen Chow, fotograaf uit Maleisië, en zijn vrouw, de Singaporese econome Huiyi Lin, reizen sinds 2010 de wereld rond en in elk land dat ze aandoen proberen ze te achterhalen wat je daar kunt eten volgens de plaatselijke armoedegrens. Zo is The Poverty Line ontstaan, een indrukwekkende, prijswinnende fotoserie waarvan binnenkort een boek verschijnt.
Op hun reizen berekent econome Lin wat je ongeveer per dag aan eten kunt uitgeven volgens de plaatselijke armoedegrens of -grenzen. Vervolgens gaan ze de stad in om te kijken wat ze van dat bedrag kunnen kopen van een bepaald product: bijvoorbeeld hoeveel appels, bananen, hamburgers, rijst, couscous, knoflook of boontjes.
Dat kopen ze dan ook, plus een paar lokale kranten. Het voedsel leggen ze in hun hotelkamer op de opengeslagen pagina’s en dat fotografeert Chow vervolgens recht van boven, altijd op precies dezelfde manier (sterk) belicht. Tegen de achtergrond van de dagelijkse ruis van het laatste nieuws, de schreeuwende koppen en de aanlokkelijke advertenties, springt het bestaan van een gemiddeld arm mens dramatisch naar voren.
Als je de foto’s van dezelfde producten (appels, kippenpoten en eieren) in verschillende landen naast elkaar legt, worden de verschillen nog schrijnender. Kun je in Nederland op de armoedegrens nog veertien appels kopen, in Zuid-Korea zijn dat er maar twee. En waar je in Singapore voor 1,37 euro achttien eieren kunt kopen, krijg je er in Georgië voor 1,69 euro maar vier.
In sommige landen kun je blijkbaar beter arm zijn dan in andere.