Padu Boerstra
© Jitske Schols

Vrijplaats

De cartoon waarop Jeff Bezos nederig knielt voor Donald Trump, mocht niet in The Washington Post. Censuur?

Onze geschiedenisleraar op de middelbare school was er dol op: politieke spotprenten. Meneer Barendregt schotelde je liefst zonder toelichting een wazige, vele malen gekopieerde zwart-witprent voor, en dan moest je zelf de betekenis uitvogelen. Vaak iets met een boos mannetje in een koets, of een grimmige beer achter een paashaas. Zuchtend bogen we ons over het onbegrijpelijke plaatje. Maar toch: na lang kijken en denken leverde het vaak wel iets op. Die haas had een vlek op zijn voorhoofd: Gorbatsjov! Het peace-teken op het mandje met paaseieren: de toenadering tot het Westen! En dan viel die boze beer ook op z’n plek: de Sovjet-Unie. Want vóórdat het IJzeren Gordijn viel, wist niemand nog waartoe die kersverse bromance tussen Reagan en Gorbatsjov precies zou gaan leiden.   

Ook tegenwoordig worden spotprenten trouwens gebruikt in de geschiedenisles. Maar als daar ik thuis enthousiast bij opveer tijdens het overhoren van mijn tiener, wordt dat genadeloos de kop ingedrukt: ‘Saai.’   

Die afkeer van spotprenten delen scholieren overigens met machthebbers. Iran, China en Saudi-Arabië zetten regelmatig kritische cartoonisten vast. En onder de nieuwe wind die in de Verenigde Staten waait, gaat het ook niet denderend met de persvrijheid. Vandaar dat we in Wordt Vervolgd ruimte maken voor meer cartoonisten. Tekenaars die zich kwaad maken. En dat geestig ventileren.

Lees ook, nieuw in Wordt Vervolgd