© Jitske Schols

Door de Holocaust uniek te verklaren, aldus Linda Polman, lijkt niets erg genoeg meer

Tweespalt in Amerikaans-Joodse gelederen. Een Joodse actiegroep trekt een vergelijking tussen de detentiekampen voor migranten en vluchtelingen van Trump en de nazikampen tijdens de Tweede Wereldoorlog, en roept andere Joden op in opstand te komen. Ze wijzen naar de Amerikaanse immigratiedienst ICE die bij razzia’s al duizenden illegale arbeiders oppakte en afvoerde, en naar families die in Trumps kampen uit elkaar getrokken worden. Ze wijzen naar kinderen in propvolle kooien die geen tandpasta, zeep, schone kleren, luiers, fatsoenlijk eten of een bed mogen en naar peuters die aan de zorg van oudere kinderen worden overgelaten. Volwassenen moeten uit toiletten drinken en worden door bewakers varkens genoemd.

Dozijnen volwassenen en ten minste zeven kinderen zijn al gestorven in de kampen.

De groep Joden die oproept tot opstand wordt verfoeid door andere groepen Joden die vinden dat ze met hun vergelijking het Joodse leed in de Tweede Wereldoorlog banaliseren. In een recente tweet verkondigde ook het prestigieuze United States Holocaust Memorial Museum in Washington dat het ‘alle pogingen om analogieën te creëren tussen de Holocaust en andere gebeurtenissen, historisch of hedendaags, ondubbelzinnig afwijst.’

Door de Holocaust uniek te verklaren, lijkt niets erg genoeg meer

In Nederland intussen zit de discussie of je toen en nu mag vergelijken muurvast. De directeur van Herinneringscentrum Kamp Westerbork vond het nuttig om heden en verleden met elkaar te verbinden, want voordat Westerbork een doorgangskamp naar de nazi-vernietigingskampen werd, was het een opvangkamp voor Joodse vluchtelingen. Hij wilde daarom de traditionele wandeling in de Nacht van de Vluchteling bij Westerbork laten beginnen. Het kwam hem zelfs op doodsbedreigingen te staan, ‘zowel uit de hoek van de anti-vluchtelingen als uit Joodse extremistische hoek’, vertelde hij.

Ook Ronny Naftaniel, vicevoorzitter van het Centraal Joods Overleg, was boos. ‘Mijn vader was een Duits-Joodse vluchteling in Westerbork. Nooit zou hij Westerbork vergeleken hebben met het lot van huidige vluchtelingen.’ En hoofdredacteur van het Nieuw Israëlietisch Weekblad Esther Voet wilde van een analogie ook niets weten: ‘De Holocaust is een aparte gebeurtenis uit de geschiedenis die op geen enkele manier vergeleken kan worden met vluchtelingen van nu. De vergelijking schiet veel Joden helemaal in het verkeerde keelgat.’

Door de Holocaust uniek te verklaren plaats je jezelf in een gevaarlijke bubbel, want dan lijkt niets erg genoeg meer. Ooit werd de voormalige secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Boutros Boutros-Ghali, gevraagd waarom de VN in 1994 niet reageerden op alle tekenen dat er in Rwanda een genocide stond te gebeuren. Hij antwoordde: ‘Voor ons was genocide een gaskamer. Je moest over een geavanceerde Europese machinerie beschikken voor een échte genocide. We realiseerden ons niet dat je ook genocide kunt plegen met alleen maar machetes.’

Toen de VN in actie kwamen, waren al bijna een miljoen mensen vermoord.