Nederland moet druk uitoefenen op de Indonesische overheid, vindt journalist Ataf uit West-Papoea. ‘Zodat de lokale bevolking niet wordt vergeten.’ Tegenover haar in het Utrechtse kantoor van mensenrechtenorganisatie Peace Brigades International zit de Indonesische activist Jup, met muts op en koffie in de hand. Hij geeft een klap op tafel. ‘We hebben meer vrijheid en bescherming nodig. Want er zijn te veel problemen in West-Papoea! We weten soms zelf niet waar te beginnen.’
In aanloop naar de presidentsverkiezingen van half februari in Indonesië, bezoeken Jup en Ataf Nederland en Brussel om aandacht te vragen voor het vergeten conflict in deze regio. West-Papoea speelt nauwelijks een rol bij de verkiezingen, terwijl de situatie er de afgelopen jaren sterk verslechterd is. In 2022 lieten de VN weten zich daar ernstig zorgen over te maken. Sinds de moord op een Indonesische generaal in 2021 door het West-Papoease Bevrijdingsleger TPNPB (Tentara Pembebasan Nasional Papoea Barat) zijn verdwijningen, moord en marteling, ook van kinderen, aan de orde van de dag.
‘Het leger is overal, omdat het wil weten of er banden zijn met het bevrijdingsleger’
In West-Papoea woedt al sinds 1963 een bloedige strijd om onafhankelijkheid, nadat Nederland zijn laatste kolonie ‘terug had gegeven’ aan Indonesië, dat de bewoners vervolgens dwong zich bij het land aan te sluiten. Sindsdien onderdrukt Indonesië elke weerstand met harde hand en kwamen honderdduizenden mensen om het leven.
Lees ook: 'Pas als Papoea vrij is, gaat mijn baard eraf'Volgens de VN zijn er tussen de 60 duizend en 100 duizend mensen op de vlucht geslagen. Journalist Ataf denkt dat het er veel meer zijn. Bovendien, zegt Jup, is er geen vrijheid van meningsuiting. En het onderwijs is slecht, er is veel ontbossing en discriminatie. ‘Er is gebrek aan alles’, gaat Ataf verder, ‘aan voedsel, zorg, onderwijs en medicijnen.’
Het leger is overal
Omdat de Indonesische overheid hulp en journalisten niet of nauwelijks toelaat, is er weinig zicht op de werkelijke situatie. Wel heeft het Indonesische leger door heel West-Papoea militaire posten opgezet. ‘In elk dorp’, zegt Ataf. ‘Het leger is overal, omdat het wil weten of er banden zijn met het bevrijdingsleger.’ Steun voor het bevrijdingsleger is sinds 2021 strafbaar, en aanhangers worden als ‘terroristen’ bestempeld. ‘Als mensen naar de plantage gaan, worden ze bevraagd’, vertelt Ataf. Ze laat een foto zien van een legerpost in een basisschool in het dorp Fan Khario in de regio Maybrat. ‘Te erg voor woorden’, reageert Jup. ‘Kinderen kunnen dus niet naar die school.’
Ook Ataf krijgt als journalist moeilijk toegang tot het gebied. ‘Wij journalisten moeten altijd uitleggen wat we komen doen. En de mensen zijn bang’, zegt ze. Soms gaat ze undercover, bijvoorbeeld als ‘vrouw van’ een van de mensen uit het dorp. Ze schrijft over onder meer militarisering, vrouwenrechten en arbeidsomstandigheden voor een onafhankelijk nieuwskanaal dat over Papoea publiceert. Als het medium schreef over politiek of moordpartijen waar het leger bij betrokken was, ging de website op zwart. Ze moesten een expert inhuren om dat op te lossen.
Schrijf je in voor de nieuwsbrief
Mensen die zich verzetten worden hard aangepakt. In 2022 alleen al werden 322 mensen gearresteerd tijdens geweldloze demonstraties, raakten 71 mensen gewond en kwamen er drie om het leven. ‘Op een studentendemonstratie van misschien tien of twintig demonstranten, worden zo dertig zwaarbewapende agenten ingezet, soms wordt traangas gebruikt’, zegt Jup. ‘Waaróm?’
Jup, die zelf ook te maken kreeg met politiegeweld, werkt voor een milieuorganisatie die zich inzet voor mensenrechtenkwesties op West-Papoea. De organisatie doet onderzoek, en voert rechtszaken en campagnes om de bossen en de rechten van inheemse volken in West-Papoea te beschermen.
Belangen in een goudmijn
Dé zaak van het afgelopen jaar, zegt hij, betreft twee Indonesische mensenrechtenactivisten, Haris Azhar en Fatia Maulidiyanti. Tegen hen werd respectievelijk drieënhalf en vier jaar gevangenschap geëist, op verdenking van het verspreiden van roddels. In een talkshow in 2021 bespraken de twee een onderzoek naar de belangen van hoge legerofficieren in onder meer de exploitatie van een goudmijn in West-Papoea.
West-Papoea is een rijk mijngebied vol koper, goud en nikkel, legt Jup uit. ‘Genoeg voor de komende een of twee eeuwen! En er komt veel palmolie en cacao vandaan. Bedrijven kunnen er gemakkelijk een langjarige exploitatievergunning krijgen, ook als ze de mensenrechten schenden. Indonesië heeft allerlei internationale handelsverdragen afgesloten, ook met Nederland’, weet hij. ‘Wij zijn een bron van de chocola in jullie supermarkt!’
Jup wil dat er over toeleveringsketens wordt gesproken. ‘Die moeten transparanter. We weten niet welke bedrijven aan wie leveren, en als je vraagt wie de eigenaar is, krijg je geen antwoord.’ Begin januari 2024 werden Azhar en Maulidiyanti, na bijna dertig zittingen van de rechtbank, vrijgesproken.
Voor aap uitgemaakt
De gemiddelde Indonesiër heeft geen benul van wat er zich afspeelt in de afgelegen provincie, zeggen beiden. ‘Indonesië vertelt alleen maar over softe zaken, zoals over onderwijs, ceremonies en toerisme. Alsof er niets aan de hand is’, zegt Jup. ‘Ondertussen worden Papoea’s als vreemdelingen gezien of voor aap uitgemaakt.’ Hij wordt er boos van. ‘Ik praat veel met Indonesiërs, om ze wakker te schudden en te vertellen wat er speelt. Hoe bedrijven mensen en milieu in West-Papoea vernietigen.’
Ataf en Jup gaan beiden niet stemmen in februari. ‘Geen van de drie kandidaten heeft West-Papoea als prioriteit’, zegt Jup. ‘En zolang dat niet zo is, betekenen ze niets voor mij.’ Ook moeten ze nog maar zien wat hun bezoek aan Europa gaat opleveren. ‘Er spelen te veel zakelijke belangen met Indonesië’, denkt Jup. ‘Maar er moet gewoon meer aandacht voor dit land komen.’
De namen Jup en Ataf zijn uit veiligheidsoverwegingen gefingeerd. De echte namen zijn bekend bij de redactie.