Istanbul – ‘De rechtszaak liep een beetje uit’, zegt Canan Coşkun (32) als ze, zich verontschuldigend, aanschuift in een theetuin in het centrum van Istanbul. Coşkun verloor in 2018 haar baan, zat een dag vast in een Turkse cel voor haar berichtgeving over corruptie onder rechters en aanklagers, maar is inmiddels weer aan het werk als rechtbankverslaggever.
Ze schreef een boek over haar ervaringen: Burasi mahkeme, yeni Turkiye’de yargi rejimi (Dit is de rechtbank, het juridische regime van het nieuwe Turkije), een schokkend relaas uit de overvolle rechtszalen waar, zeker sinds de mislukte coup van 2016, het ene kafkaëske proces na het andere plaatsvindt.
Aardverschuiving
Coşkun was nog maar enkele maanden journalist toen zich een aardverschuiving in de rechtspraak voordeed. In december 2013 openden aanklagers gelieerd aan de islamitische geestelijke Fethullah Gülen een grootschalig corruptieonderzoek naar prominente leden en zakenconnecties van de regering, onder wie toenmalig premier Recep Tayyip Erdoğan en zijn familie. Verschillende zonen van ministers en een aantal prominente zakenlieden met nauwe banden met de regering werden vastgezet op verdenking van corruptie.
‘Voor journalisten die het echte verhaal willen vertellen, wordt het alleen maar moeilijker’
In de machtsstrijd die volgde, dolven de Gülen-aanhangers het onderspit jegens Erdoğan en de zijnen, die een steeds grotere greep op de regerende AK-Partij en daarmee het land kregen. De verdachten kwamen vrij en de aanklagers en rechters die het onderzoek waren begonnen werden ontslagen of overgeplaatst, of ontvluchtten het land.
‘Dat was het eerste kantelpunt’, weet Coşkun. ‘Er kwam een nieuwe hoofdaanklager in Çağlayan (het voornaamste gerechtsgebouw in Istanbul, red.) en hij stelde zijn eigen ploeg met rechters samen. Die kregen hun orders indirect van Erdoğan.’ Ook nam hij zijn eigen journalisten mee.
Achter gesloten deuren
Coşkun kan erover meepraten. Vijf jaar lang werkte ze voor de krant Cumhuriyet, maar ze stapte met tientallen collega’s op omdat er in september 2018 een bestuurswisseling kwam bij de krant, waarna een aantal prominente redacteuren (onder wie hoofdredacteur Murat Sabuncu) werd ontslagen. Coşkun en meer dan dertig journalisten toonden zich vervolgens solidair. Nu werkt ze voor Medyascope, een klein, online nieuwsplatform dat veel aandacht besteedt aan mensenrechten en gesubsidieerd wordt door (veelal buitenlandse) fondsen. ‘Ik kan er zonder censuur werken’, zegt Coşkun tevreden. ‘De mainstream media zijn vrijwel allemaal opgekocht door met de regering bevriende zakenconcerns.’
Lees ook: Phon van den Biesen: ‘Er is geen rechtvaardigheid als advocaten hun werk niet kunnen doen’Zelf werd Coşkun meerdere keren vervolgd. In haar boek vertelt ze hoe Nazif Karaman, een collega van de regeringsgezinde krant Sabah, haar in de krant beschuldigde van belediging van rechters en aanklagers. Als gevolg werd ze aangeklaagd en kreeg ze een geldboete van 12.600 Turkse lira (destijds zo’n drieduizend euro). In een andere zaak werd ze veroordeeld tot twee jaar en drie maanden gevangenisstraf voor een nieuwsbericht over het gevangennemen van advocaten. Coşkuns beroep in die zaak loopt nog.
Regelrechte propaganda
‘Als pers hadden we onze eigen kamer in het gerechtsgebouw, maar daar kwam hij nooit’, zegt Coşkun over Karaman. ‘Hij was altijd op de etage van de aanklagers te vinden. Daar had hij directe toegang achter deuren die voor ons gesloten bleven.’ En zoals Karaman waren er meer. Volgens Coşkun is het niet ongebruikelijk dat een vervolging of arrestatie eerst in de krant staat en pas de volgende dag echt plaatsvindt. ‘Vaak is het regelrechte propaganda. Voor journalisten die het echte verhaal willen vertellen, wordt het daardoor alleen maar moeilijker.’
‘Als er íets nog rechtvaardig gaat in dit land, dan hebben we dat te danken aan de advocaten’
Coşkun blijft het proberen. ‘Mijn onafhankelijke collega’s en ik doen dat door de absurditeiten en tegenstrijdigheden te laten zien.’ Neem de Gezi-zaak, vertelt ze, waarin dertien Turken terechtstaan voor een vermeende poging om via de Gezipark-protesten in 2013 de regering omver te werpen. Die protesten begonnen als een vreedzame strijd voor het behoud van het Gezipark in het centrum van Istanbul, maar groeiden uit tot landelijke demonstraties tegen het autoritaire bewind van toenmalig premier Erdoğan.
Ogen verloren
Meerdere mensen kwamen om en duizenden demonstranten raakten gewond door politiegeweld. ‘Daar wordt met geen woord over gerept’, zegt Coşkun. ‘Als je naar de aanklacht kijkt, zie je beschuldigingen als het vernielen van vuilnisbakken, bushaltes en dergelijke. Het wordt uit zijn context geplaatst en daar wordt een verhaal bij verzonnen. Ik schrijf ook op wat er niet in de aanklacht staat. Bijvoorbeeld dat er tijdens de protesten acht mensen door politiegeweld zijn omgekomen. Veel mensen zijn gewond geraakt of hebben ogen verloren.’
De mislukte couppoging in de zomer van 2016 versnelde het verval van de rechtsstaat. Net als na de corruptiezaak van december 2013 werden ook nu meer dan vierduizend rechters en aanklagers, onder wie veel aan Gülen gelieerde magistraten, ontslagen, vervolgd of overgeplaatst.
Nooit eerlijk geweest
Een volgende stap was het autoriteitsverlies van het Constitutioneel Hof. De hoogste rechtbank van het land sprak Coşkuns collega’s van de krant Cumhuriyet, Erdem Gül en Can Dündar, die vastzaten vanwege publicaties over wapenleveranties van de Turkse geheime dienst aan strijdgroepen in Syrië, vrij. Na de uitspraak van het Constitutioneel Hof in februari 2016 zei Erdoğan, inmiddels president, het besluit niet te respecteren. Vervolgens sloegen lagere rechters beslissingen van het hof verschillende malen in de wind. ‘Collega’s werden na beslissingen van het hof vrijgelaten en dezelfde avond weer aangehouden. Vrijspraak heeft zo geen betekenis meer. Het is immoreel en onlogisch’, aldus Coşkun.
Uniek aan deze tijd is volgens Coşkun ook het gebrek aan ervaring van rechters. ‘In de Gezi-rechtszaak was de rechter een dertiger. Hij vond een advocaat met meer dan dertig jaar ervaring tegenover zich. Advocaten begrijpen hun vak heel goed en deinzen er niet voor terug om rechters te confronteren als ze overduidelijk fouten begaan. De rechter doet vaak toch wel wat hem is opgedragen, maar toch is die confrontatie belangrijk. Als er íets nog rechtvaardig gaat, dan hebben we dat te danken aan advocaten.’